13) De bevrijdingsactie deel 1.

94 9 4
                                    

Johannes zuchtte diep. De muffe lucht die hier rond hing werd alleen maar muffer. Hij twijfelde ten zeerste of die Engelsman moeite zou doen. Het is makkelijker om iemand in de cel te stoppen dan hem eruit te krijgen.

De man over hem sliep nog steeds ofwel opnieuw. De tolk zat op de gang voor moest hij opnieuw willen praten.

Wel, praten zal hij.
"He tolk!"
Met een verveelde zucht stond hij op.

"Zeg op piraat."
"Wat doet een Hollander als jij in een Brits korps."
"Wat doet een Hollander als jij in de nor."
Die zit.

"Er is werk, ik hoef gewoon te praten."
"Denk je echt dat die Engelsen betalen? Heb je ooit fysiek een geldstuk van hen gekregen?"
Er werd nee geknikt.

"Precies, dat is waarom de prins mij ingehuurd heeft. En als we toch bezig zijn, je gezicht doet me aan iemand denken..."

"Ik ken hier niemand dus jij kan me niet kennen."
"Vanuit Nederland misschien?"
"Verdomme piraat, hou je mond."
"Pardon, kaper."

De tolk werd razend maar Johannes zat 'veilig' in zijn cel.
"Kalmeer. Die Britten raken gealarmeerd. Ik heb een hele vloot op Tortuga liggen. Enkel mijn vlaggenschip ligt in de haven. Als je het rustig aan doet gebeurd er niets want we kunnen ons toch niet verdedigen."

Het leek de tolk te verbazen maar hij weigerde het te geloven.
"Ik geloof geen piraten praat."

Voor de kapitein iets kon zeggen waren er stemmen buiten die het voor hem deden.
Zijn hart maakte een sprong. Hij herkende de stem van Martijn.

Hij spurtte naar het raampje, greep de tralies en brulde naar buiten.
"Martijn! Ik zit hier! In de cel hier beneden!"

De tolk begon tegen de kapitein te schreeuwen.
"Niet doen! Straks staan de soldaten hier."

---

Martijn werd zo gelukkig bij het horen van zijn stem. Hij spurtte door de bosjes ongekapt oerwoud in plaats van het pad te volgen samen met Pieter, meester Claes en de ezel die de zakken met valse bonen droeg. Om geen verlies te maken hadden de gildemeester en Pieter zakken met kiezels gevuld. De bonen zijn te kostbaar om kwijt te raken aan een valse verkoopakte.

Bladeren sneden in zijn benen maar hij rende naar het raampje. Martijn liet zich plat op zijn buik vallen.
"Kapitein!" Hij trok een mes uit zijn laars en stak het door de tralies.

"Martijn, ik ben zo blij dat je er bent. Ik heb gisteren met de officier gepraat. Hij wilde luisteren maar zal me niet helpen. Martijn luister. Ze hebben me de adoptie brief afgenomen. Probeer die terug te krijgen en zoek dan iemand om me hier uit te krijgen."

"Ik heb een oude vriend gevraagd. Hij werkt bij gildemeester Rembrandt Claes. Koffie maler. Hij probeert ons binnen te krijgen met een valse verkoop akte. Zo ga ik proberen van binnen uit te kijken wat de mogelijkheden zijn om u te bevrijden. Ik moet van de bemanning je bevrijden voor ik hun respect verdien. Ik zal voor het papier kijken. Kapitein, alsjeblieft, meester Claes zet heel veel op het spel voor u. Beloon hem alsjeblieft.

En nog iets... Gewoon, nu ik eraan denk. Gewoon iets dat ik u wil zeggen. Het is niet de tweede stuurman die het schip van de zandbank heeft geloodst."

De kapitein onderbrak hem.
"Martijn jij?"
Hij knikte "ik heb het gedaan." Hij wilde de kapitein trots maken. Stel dat hij het niet haalt. Maar daar wilde hij niet aan denken.

Maar hij verbaasde zich wel over iets anders. Achter de kapitein, met zijn arm tussen de tralies, brullend op de kapitein stond iemand anders. Iemand die hij heel goed kent. Of beter kende.

"Pa?"
De kapitein keek helemaal verbaasd wisselend van de naar Martijn.
"Verdomme nu weet ik waarom ik zijn gezicht ken."
Hij zij het bijna vrolijk. Alsof hij een zwaar raadsel had kunnen oplossen.

De tolk zocht zijn toevlucht in de duistere gang.
Johannes brulde hem na "in gods naam hou je mond tegen de soldaten!"

"Kom op Martijn wegwezen."
Pieter trok hem weg van de tralies.
"Meester Claes heeft de weg gevonden. Haast je of het gaat fout."

"Pieter, mijn vader stond daar. Te schreeuwen tegen de kapitein."
"Dat heb je gedroomd. Schiet op."

Met tegenzin liep Martijn mee naar meester Claes die met de pakezel midden op het pad stond.
"Haast je Martijn. Ik sterf van de schrik. Doe me het niet aan om nu ongeplande dingen te doen."

De zware houten poort kwam in het zicht. Het oude pad dat parallel lag met het nieuwe was niet meer te zien door de begroeiing.

Meester Claes klopte op de poort.
"We moeten de adoptie brief vinden. De officier heeft hem afgenomen."
"Laat dat maar aan mij over" zei Pieter zelf zekerder dan Martijn dat was.

Een soldaat in slonzige kleden dracht deed open. "Ja."
"Ik kom de koffiebonen leveren die bij mij besteld zijn."
"Koffiebonen?"
Rembrandt knikte.

De soldaat keerde zich om en brulde naar binnen.
"Hebben wij koffie bonen besteld!?"
Mompelende antwoorden kwamen terug.
De soldaat bromde diep bij wijze van irritatie. "Kom erin."

Het fort was een vierkantige constructie. In het midden was er een open ruimte. Er rond lagen de barakken van de soldaten, lege stallen en de officiershutten.
De ezel moesten ze buiten vast binden.

"Bespreek het maar met de baas want niemand weet van iets."
Meester Rembrandt haalde diep adem alvorens binnen te gaan.
De officier zat achter een bureautje. De jas om de stoelleuning gehangen.

"Meneer?"
Rembrandt ademde diep in.
"Ik kom de bestelde koffiebonen brengen."
De officier bladerde een hele stapel papieren door op een bijzondere slordige manier. Enkele papieren zweefden de grond op. Martijn bukte telkens om ze op te rapen en te kijken of het de adoptie brief is. Maar telkens was het wat anders.

"Meneer. Ik vind niet eens het woord koffie. Britten drinken voornamelijk thee. Zeker dat u niet fout bent?"
"Heel zeker. Ik heb de bestel akte bij me."
"Mag ik?"

Rembrandt gaf het blad aan de officier. De man zette echter grote ogen op.
"Heeft u geen Engelse versie?"
"Ik spreek wel Engels, ik kan het niet schrijven. Martijn. Let jij eens op de ezel."
Onmiddellijk snapte hij de hint. Martijn liep naar buiten. Hij keek of er iemand was en probeerde de kapitein te zoeken. Hij kwam echter tot een oude kwelling. Hij durfde niet.

Voorzichtig duwde hij tegen een paar deuren maar durfde niet verder te gaan.
Hij bleef dan maar bij de grijze ezel die zich tegen de muur duwde om van de schaduw te genieten. Martijn bevrijde het beest van een zak zodat het dier meer plaats had. Hij zette zich er naast neer op de grond.

Ik beloof meer zee scènes want wat ik nu aan het doen ben is moeilijk en eigenlijk ook niet zo leuk maar dit wou ik graag hebben. Piraten werden onherroepelijk opgehangen door de Britten en ik wilde de angst van Martijn vooral weergeven... En iets met zijn vader.
Goed geluk? Pleaaaase laat me weten want ik twijfel heel hard nu.

Foto: Hendrik Corneliszoon Vroom.
Het uitzeilen van een aantal Oost-Indiëvaarders uit het Marsdiep ca.1615
Hendrik wordt gezien als de grondlegger van het schilderen van zeetaferelen, schepen dus. Iets wat de Nederlanders wereldwijde faam gaven/geven. Ieder schilderij zoals dit is met 80% kans Nederlands. Of er staat tenminste een Oost Indievaarder op met Nederlandse vlag.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu