31) weg van wal

61 8 2
                                    

De kapitein keek de hele tijd naar zijn schip. De Nederlandse vloot lag in een boog om de Engelsen heen. De Nederlandse schepen die er al lagen lagen onhandig door elkaar.

Martijn stond naast de kapitein. Aan boord van de Parel, die enkele beschadiging had maar het eigenlijk best goed had uitgehouden brandde ontzettend veel licht. Meer dan op de andere schepen.

Plots werd de vlag naar beneden gehaald. Dat kon Martijn zelfs vanop de kust zien gebeuren zonder verrekijker. De kapitein jubelde.

"Het gebeurd!"
Martijn had niet echt een idee van wat er nu net aan de hand was, maar het plezierde de kapitein allermeest.

Een jol werd neergelaten.
Martijn kreeg een idee van wat er aan de hand was, maar durfde het niet te hopen.

De kapitein was bezig aan een ronde dansje.
"Het gaat perfect! Het gaat fantastisch!" riep hij heel de tijd. Martijn lachte flauwtjes. Wát exact gaat er fantastisch!?

De sloep kwam dichterbij en Martijn herkende Benson.
Hij trok een scheef gezicht.
"Wat komen die hier doen?"

De kapitein grijnsde.
"Dat Martijn. Dat is hoe muiterij eruit ziet."

Muiterij!!!

Benson kwam met de sloep aan wal.
"Dag kapitein" zei hij fier.
De kapitein gebaarde dat ze even moesten wachten.

Hij stormde naar de herberg die uiteraard nog open was dit uur. Met een belegering voor je deur was het logisch dat er zo goed als niemand zat.

Maar de kapitein stormde naar binnen.
"Waard! Het is zo ver!"

De waard sleepte van achter zijn toogbank een zak.
"Hier kapitein! Behouden vaart!"

De kapitein nam de zak en zwierde die op zijn rug.
De kapitein graaide in zijn zakken en toverde een hele hoop munten tevoorschijn.

"Hier is je schuld!"
De sfeer zat uitermate goed. Het zag ernaar uit dat de kapitein terug op zijn schip werd verwacht.

Martijn werd zonder te weten hoe en wat in een jol geduwd en de kapitein roeide als een bezetene.

"Waar gaan we naar toe?"
"Naar de Hollandia natuurlijk!"
"Maar er wordt muiterij gepleegd!"
"Natuurlijk!"
"Hoe dan?"
"Martijn. Ze willen me terug hebben. Zonder mij kunnen ze niet winnen!"

Martijn fleurde op maar toch ook niet. Hoe kan hij er zo zeker van zijn dat ze per sé hem moeten hebben?
Terug gekomen bij de Parel werd Johannes hartelijk terug ontvangen. En Martijn ook.

"Kapitein!"
"Benson! Goed gedaan ouwe schavuit!"

De jol werd aan boord gehesen en er werden handen geschut. Zelfs Martijn werd welkom terug geheten als officier. Hij schudde iedereen de hand en er werd gegroet. Hij voelde zich thuis komen.

"Waar zijn Tulp en Willem?"
"Tulp zit opgesloten beneden. Willem heeft deelgenomen aan de muiterij en wacht uw verdere orders af. Hij werkte goed mee en stelt zich onder uw gezag."
"Ja die Willem is niet op z'n kop gevallen, in tegenstelling tot Tulp."

De matrozen hadden de wapens nog in de hand zelfs.
De kapitein liep naar zijn vertrouwde plaatsje op de brug.

"Attentie! Ik wil een controle over de munitie en ik wil een gedetailleerd rapport over de zwaarste beschadiging van het schip. Vanaf nu heerst er efficiëntie aan boord! Ruim het dek op! Alle mannen op de been! Vooruit!"

Er werd bijna feest gevierd.

"Die Engelsen gaan niet weten wat ze te zien krijgen. Kom Martijn. We gaan eens naar de oversten kijken."

Ze liepen naar het benedendek.
In de cel zat 'admiraal' Tulp.

"Tulp. Ik neem aan dat je weet waarom je hier bent?"
"Dit is muiterij. Dit heeft niets met jou te maken."
"Zeg 's eerlijk Tulp. Dit schip is te groot voor jou. Je kan dit niet. Je hebt nooit een zeeslag gevochten. Laat staan dat je die onmiddellijk zal winnen. Niemand kent dit schip beter dan ik."

Tulp vloog overeind.
"Dat zet ik je betaald piraat!"
"Pardon! Kaper op bevel van de prins."
Tulp kookte van woede.

"Luister man. Ik ben geen barbaar. Ofwel hou je je nu koest en zet ik je in een sloep naar wal. Ofwel tier je verder en zit je hier de rest van de slag vast."
"Piraat!"

"Goed" de kapitein draaide zich om en liep al weg toen Tulp hem terug riep.
"Kom terug! Je hebt gewonnen. Zet me in die sloep dan ga ik zelf terug."

"Goed geredeneerd Tulp. Ik zou er bijna zelf op gekomen zijn."

Martijn maakte de kooi los en Tulp mocht eruit komen.
"Die voet boeien van je maak ik pas los als je in de jol zit."
Tulp bromde enkel.

Hij werd de sloep ingeduwd en de lift werd neergelaten met Tulp en zijn spullen. Toen het beneden was en losgemaakt wierp de kapitein de sleutel naar beneden.

"Hier! Help jezelf! Je mag de boeien houden. Als aandenken!"
De kapitein lachte zich te pletter.

Nu gingen ze naar Willem die op huisarrest was gezet in een kleine officier hut.

"Willem!" riep de kapitein meteen.
"Kapitein."
"Ik wil dat jij op dek de bevelen doorgeeft. Martijn zal dat benedendeks bij de kanonnen doen. Akkoord?"
"Aye kapitein."

"Goed zo. Dan denk ik dat we klaar zijn om die Engelsen de schrik van hun leven aan te jagen."

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu