32) voorbereidingen

60 6 0
                                    

De schade was volledig gedocumenteerd en bleek tot nu toe goed mee te vallen.

De munitie was nog in grote getale aanwezig. Tulp was in de sloep gezet en moest maken dat ie weg kwam. Willem moest op dek gaan staan voor de bevelen door te roepen die vanop de brug kwamen. Martijn moest op het beneden dek gaan staan bij de kanonnen.

De parel had zich gekeerd en lag nu op een goede positie waar het hele slagveld mee te overzien is.

De hele bemanning was aanwezig en de kapitein overzag de troepen. De organisatie was zo veel strakker als anders. Het is nu oorlog. Dat is wat anders dan kapen.

"Sein de W.I.C. dat we gaan linie varen."

Er werd een trom geroffeld en de seingevers haastte zich naar de voorplecht met een vlag.

"Kanonniers ter plaatse!"

Martijn leidde zijn troepen naar beneden.

"Luiken open!"

De mannen trokken de luiken open. Knechten kwamen aanlopen met emmers. Erin zaten de kogels.

"Kanonnen laden!"
Er werd uit elke emmer een kogel gehaald en doorgegeven.

Als het kruit in orde was werd de kogel in de loop losgelaten. Het ruim vulde zich met het geluid van rollende metalen ballen in metalen lopen.

Boven werden de seinen gegeven. Het schip werd in positie gebracht en de andere schepen kwamen ook op gang. Evenals de Engelsen.

Volgens de huidige stand van zaken waren de Engelse mariniers met ongeveer evenveel als de verzameling Nederlandse schepen. De organisatie was er wel. Het zag er gewoon niet logisch uit.

De officiers zitten achter de mast de tactiek uit te zoeken met de kapitein. Willem was er ook bij. Zonlicht scheen door de glas in lood ramen.

De Nederlandse oorlogsvloot lag voor op de Engelse. Als dat zo bleef had Nederland de slag gewonnen. Waren de Engelsen eerst dan is het omgekeerd. Of ze hebben het onderweg uitgevochten.

De Engelsen maakten zich met hun halfgare legioen ook klaar. Men wist niet echt wat ze allemaal tot hun voorziening hadden, maar met wat geluk was dat weinig.

Martijn zag door de schietgaten hun houding veranderen ten opzichte van de andere schepen. Er werd naar linie gezeild. De wind stond goed en waarschijnlijk zouden ze in een boog gaan varen. Cirkelend om de Engelsen heen.

Elk schip heeft zijn aantal officiers en stuurlui en een dekbaas en kapitein. Maar er is per slag maar één admiraal. Martijn vond dat die titel de kapitein wel zou passen. Maar het zou nooit kunnen werken. De kapitein is een eenzame wolf op zee. Enkel berustend op zijn eigen bemanning. Zijn vloot was een verzameling huurlingen. Niets meer.

De kapitein ging op de brug staan. Willem op het bovendek. Martijn was al benedendeks.

De sein jongen stond klaar met zijn vlaggen. En de trommelaar. Deze praktijken waren niet zo voor de kapitein bestemd. Maar in deze situatie is dat nodig. Hoort het zo. Etiquette.

"De vuurschaal!" riep Martijn.

Iemand ging rond met het schaaltje waar brandende olie in zit. De matrozen staken de ontstekers er in aan. Iedereen stond naast de kanonnen.

Boven lagen de matrozen klaar met hun zwaarden, geweren, de kanonnen en de hand kanonnen.

De kapitein was er helemaal klaar voor. Nu zou ie de Engelsen eens iets laten zien.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu