36) Batavia

47 4 0
                                    

Martijn werd van de lift geholpen, de sloep in. Benson pakte hem letterlijk aan, zodat hij niet viel.
Daarna kwam de kapitein.

"Martijn. Koppigaard."
De kapitein zette zich neer en roeide de sloep zelf naar de kust. De Parel en vele andere schepen gingen naar de dokken van de W.I.C voor herstelling. De Parel was inderdaad aan het ergste ontsnapt. Het kapiteinen van Johannes was werkelijk subliem.

Willem had als opdracht gekregen de Parel naar het dok te leiden en zich dan weer aan de W.I.C te onderschikken.

Willem, Cornelis en waarschijnlijk zelfs zijn oom Constantijn hadden vast al gehoord van hoe de slag verlopen was.

De kapitein roeide met sterke slagen naar land. Benson hield Martijn goed in de gaten.

Martijn hield vol dat het niets was. Gewoon wat gewond. Niets ergs. Maar de broekspijp van zijn linkerbeen was wel helemaal doorweekt van het bloed.

Eindelijk kwam de Bataafse kust dichtbij. Enkele mensen stonden klaar. De Nederlanders riepen en feestten op de overwinning. Met haken werd de sloep dichterbij getrokken. Batavia was vrij. Gespaard gebleven van schade. De eerste scheepsrommel werden tegen de dokken geduwd door de stroming.

Iemand hees Martijn uit de sloep.
"Verdomme je been" hoorde hij de mensen roepen.

"Naar de W.I.C. naar Willem z'n gebouwen. Daar zijn dokters."

De kapitein, Benson en martijn werden met een kar naar de W.I.C. gespoed. Martijn z'n been moest verzorgd worden. Vooral in dit tropische weer.
Eindelijk waren ze er.

"Benson, jij gaat eerst naar binnen. schreeuw de boel bijeen en roep achter een dokter. Ik draag Martijn wel."

Als de bliksem gingen ze naar binnen. Het was er heerlijk koel. Martijn keek om zich heen. Hij vond het belachelijk dat hij in de armen van de kapitein lag. Maar hij verbaasde zich erover dat de kapitein hem zo lang kon houden en op de koop toe zo snel met hem in zijn armen kon lopen.

Mensen kwamen toegelopen. Ze waren in kostuum, belangrijk dus. Cor stond er ergens tussen die mee keek en vervolgens achter de kapitein aanliep. Hoewel de dikkerd niet bepaald conditie had.

Willem kwam de deur van zijn kantoor uit, afkomend op het lawaai.

"Wat is er gaande? Oh! kapitein!"

"Geen onzin Willem, roep je dokter. Martijn z'n been moet verzorgd worden of hij is het straks nog kwijt."

Hij knikte en liep de gang verder door en brulde om zijn lijfarts.

"Oh Willem! Trouwens! We hebben gewonnen!"
'Serieus?' dacht martijn.
'Dat weet ie nu, dit moment zo?'

Willem kwam terug met een man in iets minder praal op zijn kostuum dan de meeste andere en hij droeg een grote bruine leren tas in zijn armen.

"De dokter!"

Ze liepen door naar een vertrek waar een bed in stond. Martijn kende de weg en kamers in dit immense gebouw niet. Maar er was blijkbaar met veel, misschien wel alles rekening gehouden. De kapitein legde, gooide Martijn bijna het bed. Hij schudde met zijn armen om het bloed te laten doorstromen. Martijn wilde recht gaan zitten maar de dokter dacht daar meteen anders over.

"Blijven liggen knul."
"Martijn" mopperde hij

De man had martijn al tegen de matras geduwd. De kapitein trok een van zijn vele messen en gaf die, met het gevest naar de dokter gericht aan hem. De man nam het aan en begon er Martijns broek kapot mee te snijden.

Martijn trok een pijnlijk gezicht van al het getrek aan zijn been.

Bij het zicht op zijn been begonnen Willem en de kapitein al meteen te vloeken. Een grote splinter van de romp had zich in zijn been geboord.

"Knul, dit gaat pijn doen, maar het komt goed, je hebt geluk."

De man boog over zijn tas. Rommelde erin en eruit kwam een fles alcohol. Martijns ogen werden zo groot als schoteltjes. De dokter trok de dop er af met zijn tanden, legde een doek onder de wonde van Martijn en goot de inhoud van de fles over de wonde heen.

Martijn vloekte in alle talen die hij kende. Het brandde.

"Dit maakt de wonde schoon."
De dop werd terug geduwd. Een tang kwam tevoorschijn en voor Martijn het goed en wel besefte werd er aan het hout getrokken. Het gaf onmiddellijk mee. Willem wende zijn blik af. Benson was de enige die het echt kon aanzien. Scheepsarts ervaring.

Alles werd zwart van de pijn.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu