34) kanonsvuur

41 6 0
                                    

Martijn voelde hoe het regenen van houtspaanders ophield. Het had maar die ene luttele seconde geduurd. Maar in zijn gevoel duurde het wel een uur.

Ook leek het alsof de seingevers met hun fluitjes een uur in zijn oren hadden staan blazen. Adrenaline gierde door zijn lijf.

Hij kroop overeind. Houtspaanders en stof dropen van hem af. Zijn haar zag wit van het stof. Iedereen was weer rechtgestaan en met de kanonnen bezig. Drie man kwam echter niet overeind. De houtspaanders hadden zich diep in hun lichaam geboord.

Martijn moest zich stevig inspannen om zichzelf weer present te maken.
"Laten liggen! Vlug! Vuur de kanonnen!"

Degene die hun kanonnen nog niet helemaal in orde hadden duwden nog snel de kogel naar binnen en trokken de loop naar buiten. Wie dat laatste al gedaan had sleepten de drie doden aan de kant. Emmers bluswater hadden een deel van hun inhoud verloren en een plas trok om ze heen.

"Vuur!" schreeuwde Martijn de longen uit zijn lijf. Het lawaai was oorverdovend. Hij had alle idee van wat er boven en buiten gebeurde verloren. Toen de kanonnen hun last nog eens hadden uitgespuwd hief Martijn zijn hand op. Het gebeurde redelijk instinctief.

"Wachten!"

De mannen ademden even diep en uit. Nu kon dat even. De kanonnen werden weer binnen getrokken.

"Nieuwe kogels" beval Martijn. In stilte gingen een aantal naar het ruim om munitie bij te halen.

"Wachten" zei Martijn nog eens. De mannen klopten het stof van hun kleren en keken of ze gewond waren. Martijn keek zijn dek rond. Nog maar drie doden hier beneden.

Hij voelde hoe het schip zwenkte.

"We draaien" zei er eentje, en de anderen bevestigden dat zeer snel. Het was een trage en heel erg grote bocht. Martijn bleef omhoog kijken. De linie gleed waarschijnlijk om de Engelsen heen. Ofwel draaide men gewoon, oftewel sloot men de Engelsen in.

Het schip kraakte in de verte, ergens bovendeks, er werd heel zeker gedraaid.

Martijn kreeg door één van de schietgaten plots een zicht over zee, weg van Batavia.

"De W.I.C.!!!" riep hij.
De mannen vierden feest.

"Attentie!" riep Martijn. Niet dat ze opnieuw aan het kanon moesten gaan staan, wel dat ze hun aandacht moesten houden.

"OPGEPAST!" schreeuwde hij luider dan ooit. Het kwam van diep en klonk alsof hij een beest was geworden.

Vijf, zes, zeven kogels ramden het hout van de boeg kapot en baanden zich een weg naar binnen. Als het al niet meer kogels waren. Martijn duwde zichzelf achteruit tegen de trap maar viel. Buiten raasden meer kanonnen. Mannen vielen als poppen neer, met hun armen slap de lucht in.
Martijn greep naar zijn been.

"Herladen!" schreeuwde hij nog voor hij wist wat er aan de hand was of voor hij zelf überhaupt weer overeind was gekomen. De mannen kwamen als verdoofd overeind. Velen waren gewond tot zwaargewond. Een heel deel van hen bleef liggen. Zweetparels baanden zich een weg op de met stof beplakte voorhoofden.

Martijn voelde bloed over zijn been lopen. Zowel boven als buiten raasden de kanonnen aan sneltempo verder. De W.I.C. moest al begonnen zijn met vuren. Martijn had geen idee meer wat hij verder moest doen. Hij schreeuwde dat ze opnieuw moesten vuren.

De kanonnen van de Parel donderden weer. Martijn wilde dat het op hield. Al uren waren ze hier bezig en niemand kwam hem iets zeggen en hij kon niets zeggen. Hij wilde dat het ophield. Hij wilde niet dat de Hollandia beschadigd zou raken. Hij wilde niet dat er doden vielen. Hij wilde niet dat het nog zo lang duurde.

Maar het duurde lang.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu