37) naar nieuwe wateren.

46 5 0
                                    

Martijn werd wakker. Hij lag in een bed, onder dekens. Maar hij wist onmiddellijk dat dit niet zijn eigen bed was.

Hij had het veel te warm. Hij sloeg de deken van zich af en liet zijn benen over de rand van het bed hangen. Toen hij een beetje kracht zette om overeind te komen trok hij terug. Hij droeg nog steeds zijn verscheurde broek.

Om zijn been zat een wit verband. Helemaal van boven tot onder en het knelde. Een kleine bloedvlek was doorgesijpeld.

Het schip. De oorlog.
Dat was het geweest.

Martijn bleef op de rand van het bed zitten. Hij ging schuin zitten en trok zich aan het bed overeind. Hij hinkelde naar de deur.

Niet elegant of aangenaam. Maar het ging en hij liep niet op dat been. Kon niemand boos over zijn.

Hij duwde de deur open. Op de gang was niemand, maar licht scheen naar binnen. Had hij geslapen of niet?

Hij hinkelde langs de muur verder.
In de verte hoorde Martijn stemmen. Ze klonken wat gedempt. Hij hoorde hoe ze de hoek gingen om komen. Voor de zekerheid bleef hij even staan.

De twee mannen die de hoek omsloegen herkenden Martijn direct. Toen hijzelf eindelijk opkeek zag hij de dokter en Constantijn. In zijn handen hield de dokter een paar krukken.

"Ah Martijn. Bed al uit?"
Constantijn was een vrolijke volkse man, en hoewel hij Martijn nog maar net had leren kennen, sprak hij tegen hem alsof hij een oude bekende was.

"Ja" mompelde Martijn kort. Hij dacht even dat hij iets fout had gedaan.
"Mooi. Als je hier toch bent en recht staat, kan je meteen deze krukken proberen."

Het viel Martijn nu pas op dat de dokter een zuidelijk accent had. Hij gokte misschien van net over Zeeland. Of misschien uit Antwerpen. Gevlucht voor de Spanjaarden in ieder geval.

"Martijn?"
"Ja!"
Zijn stem klonk luid. De dokter gaf hem de krukken.
"Dit gaat beter zijn."

Martijn kwam van de muur af en nam de krukken aan. Verder hinkelen zag er toch iets beter uit nu.

"Waar is de kapitein?"
"Johannes? Die is bij Willem van alles aan't regelen. Die moet even zijn aandacht erbij houden en dan komt ie wel als ie klaar is."

"Gaat het over geld?"
Die vraag zagen ze even niet komen.
"Waarschijnlijk. Onder andere."
"En een koers?"

De twee keken elkaar aan.
"Ik weet van geen koers."
"Als we maar in de Kaap stoppen."
"Euh, vast wel."

Martijn liep met de twee mannen mee.
"Waar gaan we naartoe?"
De dokter antwoordde eerst, "ik terug naar mijn vertrekken. Constantijn?"
"Ik denk dat ik eens ga horen hoe het met de Hollandia gesteld is. Dat is misschien beter dan dat Willem dat doet."

"Ik ga mee!"
Constantijn knikte.
"Goed, dan zullen we zo gaan. Heb je spullen die mee moeten?"
"Nee, alles ligt nog op de parel. Maar een broek is misschien handig."

Iedereen moest lachen. Dat was misschien wel even waar.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu