17) Kalme zee.

111 8 0
                                    

Het water was kalm. Regen was in de verste verte niet te herkennen en ook het scheepvaart verkeer leek miniem.
Enkel de kapitein speurde regelmatig de horizon achter hun af.

"Cor zit achter ons" zei hij dan. "Misschien maar met een paar uur achterstand als ze al hun zeilen bijzetten. Hij heeft twee snelle fregatten en die Oost Indievaarder is zeker niet van slechte kwaliteit. Gelukkig heeft hij er rekening mee gehouden dat wij snel weg zouden gaan."

Martijn staarde naar hun kielzog. Het was met het blote oog amper te zien. De kapitein gaf hem zijn verrekijker. "Hier, probeer maar."

Martijn kneep zijn linker oog dicht en keek met zijn rechteroog door de lens.
"Zoek bij de rechterkant van onze spiegel. Hij vaart langs ons heen. Hij heeft meer vracht aan boord waarschijnlijk. Martijn, kijk eens op de kaart hoe diep het hier ongeveer is."

Martijn liet de ver verwijderde masten van de fregatten verdwijnen aan zijn zicht en keek op de kaart. "Hier is het een veertigtal meter diep door zandbanken. Als hij bakboord van ons vaart is het er veel en veel dieper."
"Meer stroming dus" mompelde de kapitein. Hij draaide het roer enkele steken.

"Vijf steken bakboord!" brulde hij.
De mannen aan dek deden de nodige aanpassingen. Het schip draaide snel en sierlijk naar bakboord. Martijn merkte niet veel van de stroming maar de kapitein had een tevreden uitdrukking.

De Afrikaanse oost kust was best dichtbij. Hij wist wel dat dat niet zou duren wegens de vorm van het continent maar nu kon hij met de verrekijker die hij nog steeds vast had naar de kust kijken.

Stranden met houten vissers bootjes zag hij het meest. Mannen die de branding trotseerden met kleine houten bootjes.
"Straffe mannen hoor Martijn. Ze varen de levensgevaarlijke branding op met mankracht."

Achter de stranden lagen stukken oerwoud, bos, rotspartijen of veldjes met een dorp.
Ongeschonden door westerse handen. Voor nu nog. Het binnenland is onbekend terrein. De kust is al lang verkend door avonturiers, kaarten tekenaars, handelaars en anderen die een reden hadden om de kust op te zoeken.

Maar het binnen land kent nog niemand. Mensen met een huidskleur zo zwart als hij zich kan inbeelden die een leven leiden dat geen enkele blanke niet kent. Maar dat duurt niet lang meer. Dra zal het binnenland verkent worden. Met het nodige geweld. Zo gaat het altijd in de geschiedenis.

"Droom je?"
"Ik was gewoon aan het denken aan kolonisten die hier naartoe zullen komen en het land met geweld zullen komen bezetten."
"Nogmaals Martijn. Dat is politiek. Focus liever op de reis. Ooit ga je het toch zelf moeten doen als je hier aan boord wil blijven."

De kapitein stapte op zij, liet het roer open. "Vooruit Martijn. Jouw beurt."
Zodra Martijn het handvat vast had draaide Johannes zich terug naar voor.
"Ik ga zo weinig mogelijk zeggen. Probeer zelf aan te voelen wat de wind en het water doen."

Martijn ging wat dichter bij het roer staan. "Telkens jij een aantal steken draait moet je dat naar de bemanning roepen. Zij zullen de zeilen bijstellen. Als je dat niet altijd doet is dat geen ramp maar bij een grote bocht is dat noodzakelijk. Anders kunnen de ra's afbreken en in het ergste geval de mast. Nu spreek ik wel over storm weer."

Martijn probeerde het roer wat naar bakboord te draaien maar de kapitein hield het roer stevig vast. Het is dus niet de bedoeling om naar bakboord te zwenken.

"Fout" grapte de kapitein. Martijn schrok een beetje. Hij was diep gefocust en verwachte niet dat de kapitein nu iets zou zeggen.
"Nee hoor Martijn je bent goed bezig. Maar houdt het roer stevig vast. Als het stormt mag je geen millimeter van deze plaats wijken. Geen golf is je te groot, geen rukwind te hard."

Martijn draaide het roer twee steken bakboord. "Goed zo."

"Wat moeten wij precies in Batavia gaan doen?"
"Je ouders insinueerden het al. De Engelsen nemen de hand over in de kaap. Die haven verliezen is een belangrijk punt dat wegvalt maar niet heel dramatisch, havens zijn er genoeg. Maar Nederlands Indië mag absoluut niet in Engelse handen vallen. Dan is Nederland verloren. Daarom gaan wij de haven bewaken van Engelse oorlogsschepen. Geen enkele mag er in. Handel mag gevoerd worden, die schepen mogen aanmeren. Maar de anderen niet.

Opdracht van de prins, in samenwerking met de W.I.C. die voeren ook oorlog naast hun slaven handel."

"Kan dat echt dat we Indië kwijt raken?"
"Kunnen, bah, alles kan denk ik. Ook Indië verliezen. Maar niet zonder ervoor gevochten te hebben. Ik heb nog liever dat die Indiërs de onafhankelijkheid uitroepen dan dat het naar de Engelsen gaat."

"Hoe is Indië?"
"Warm. Dat kan ik je met zekerheid zeggen warm. En het regent er nooit lang. Onze koffie en onze kruiden komen er vandaan en die worden vanuit Nederland overal doorverkocht. En tussen ons gezegd en gezwegen, daar wordt goed voor betaald."

Geld. Uiteraard draait het uiteindelijk allemaal over geld. En misschien ook geschiedenis schrijven. Je stempel duwen op alles wat maar kan.

"Weet je" de kapitein was blijven doorpraten "als we daar aankomen zul je meer schepen zoals de zien. Het worden tenslotte Oost Indievaarders genoemd met een reden. Gigantische driemasters. Getooid met vlaggen en saluutschoten die voor de kust gelost worden.

Karren met goederen die af en aan komen. De plaats waar grootmachten pochen met de beste en grootste schepen, extravagantie wordt niet gevreesd. En daarachter rijst velden met palmbomen op de achtergrond. Koffie velden.
Ik zou bijna zeggen dat ik het gemist heb."

Foto: De Zeven Provinciën

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu