10) Overleg.

98 7 0
                                    

Het waren drie soldaten die hem kwamen ophalen. Eentje deed de deur open en liet de andere twee binnen. Zelf bleef hij behoedzaam in de deuropening staan.

De kapitein liet zich zonder veel verzet meevoeren. Hij kent de weg hier niet dus moet hij zich er maar uit praten.
Stel je voor, als hij ontsnapt heeft hij weer wat spectaculairs op zijn naam geschreven.

Het fort, zeg maar fortje, had te veel soldaten rondlopen dan zijn eigenlijke capaciteit is. Dat kon hij zo wel zien. Een ontzettend machtsvertoon hing daar, ofwel hadden ze een excentrieke leider.

Er werd geklopt op de deur van een lokaaltje. De kapitein zelf deed open en Johannes werd naar binnen geduwd.
"Ik kan zelf ook wel lopen hoor."
Maar met zijn Nederlands werd er enkel gelachen.

De gezagvoerder van het fort had een overduidelijke Britse jas aan. Rood, witte boorden, en nog meer van die typische dingen. Er had nog in het groot 'God Save the King' op geborduurd kunnen zijn maar zijn buik is niet dik genoeg.

Hij mocht gaan zitten. Een van de soldaten bewaakte de deur, de andere bleef naast hem staan, de derde hield de punt van zijn bajonet dreigend tussen de schouderbladen van Johannes.

"U wenste mij te spreken..."
Wel die zag er al niet uit of hij zin had om te praten. Hij hield zich van de domme. Hij wist zelf ook dat hij niet volledig onschuldig was maar hij heeft nooit naar eigen goeddunkt gehandeld. Alles was in opdracht. Of van de V.O.C. of van de prins.

Johannes knikte dat hij dat wilde maar deed verder of hij er niets van verstond.

"Dit werkt zo niet. Soldaat. Haal de tolk. Met al dat Hollands gespuis hier."

Een tolk werd al wat interessanter. Alleen moest hij zich stevig inhouden in verband met dat laatste.
De soldaat vertrok en niet veel later stond hij er opnieuw. Met een andere man. Hij droeg kleding van de burgerij en was erg groot. Bijna net zo groot als hijzelf. En, om eerlijk te zijn, hij had een erg Hollandse 'kop'.

De tolk ging naast hem zitten op de andere stoel.
"Vraag wat de piraat te vertellen heeft."
Johannes wist het onmiddellijk. Die tolk is een Nederlander. Hij gokte op een Hollands accent.

"Ik wil weten waarom u mij, een respectabele Nederlandse burger gevangen neemt."
De tolk vertaalde.

"Ons werd de opdracht gegeven om de gevaarlijke kapitein, Johannes Mulder, zoon van Cornelis Mulder, W.I.C. piraat op te pakken. Er is geen enkel tegen bewijs dat u iemand anders bent."

Johannes was uit zijn lood geslagen. Die man wist veel over hem. Bijzonder veel.

"U lijkt mijn vader te kennen."
"Ik geloof het wel ja."
Johannes durfde het niet te geloven.
"Ik ben niet de enige Engelsman die gevaren heeft kapitein. Wij hebben het schip van uw vader aangetroffen bij een routine controle, op drift. Met zijn ongeschonden passagiers lijst. Ik moet zeggen, de Nederlandse W.I.C. is erg ordelijk. We hebben iedereen zo ongeveer kunnen identificeren. Op één iemand na. U was weg."

"Dus ze hebben iedereen er vermoord en het schip er achtergelaten?"
"Dat lijkt erop. De lading was weg, de bemanning dood op dek. Enkel een heel aantal documenten uit de boekhouding was er nog."

Johannes duizelde van wat hij nu hoorde.
"Het toeval echter is dat ik uw naam opnieuw tegenkwam in enkele aanklachten. Ik heb me onmiddellijk op de zaak gesmeten. Johannes 'Jan' Mulder. Dat is al meteen uw eerste beschuldiging. Het doden van Britse burgers."

Hij trok een scheef gezicht.

"U wordt onder andere beschuldigd van diefstal in verschillende havens, hier en in Batavia om maar een voorbeeld te noemen. U wordt ervan verdacht moord te hebben gepleegd op Britse soldaten, brandstichting en brandschatting op andere schepen, het roven van lading en het bombarderen van een Brits fort. Ik kan nog even doorgaan met de lijst maar ik zie aan uw gezicht dat dat niet meer hoeft."

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu