18) Nederlands Indië

93 5 0
                                    

"Martijn" fluisterde de kapitein.
Voorzichtig deed hij zijn ogen open. In de kajuit was het op de olielamp na donker. De kapitein had zijn trouwe, koperen lamp aangestoken en op het bureau gezet.

"Hoe laat is het?"
"Rond twee uur. Als je de haven wilt zien mag je opstaan."
Hij wilde het eerste beeld van Batavia bij nacht best van op zee zien.
Martijn zette zich overeind op bed en trok zijn schoenen aan. Zijn deken sloeg hij om.

De kapitein nam de olielamp en opende de deur van de kajuit. Aan de horizon brandde een vuurtoren. Overal waren lichtjes aan de kust en er lagen aan de masten te zien grote schepen, maar vooral veel.

De derde, nu tweede stuurman stond aan het roer. Hij manoeuvreerde het schip zachtjes op de haven af. Martijn hield van het uitzicht. "Het is prachtig" mompelde hij slaapdronken.
"Wacht tot je het binnenland ziet."

De stuurman meerde aan en alles verliep rustig en stil. "Morgen regelen we alles wel."

De kapitein liep weer naar binnen. Martijn trok direct zijn schoenen weer uit. "Ik ga weer naar bed kapitein. Ik ben veel te moe."

De deining op zee was heerlijk. Martijn had goed en diep geslapen. Het was niet te warm en er was weinig geluid geweest. De reis naar Indië is voortreffelijk verlopen. De droom van een zeevaarder die net zo'n delicate schepen vaart als koopvaardijschepen.

Als een blok viel hij weer in slaap. Zijn bed was nog heerlijk warm. Hij had een voorgevoel dat het in Batavia allemaal wel beschaafd en vlot zou verlopen.

De volgende ochtend werd hij wakker door de scheepsklok. Sam, dat er ontbijt is.

Martijn fristte zich snel op. Het is warm in de kajuit. Dat was het eerste dat jij voelde. De warmte in Afrika id anders warm dan hier. Hier is het pakkender. Vochtiger.

Op dek werd er voor iedereen brood uitgedeeld. Martijn kreeg zijn deel. Hij besloot op dek te blijven.
"Sam." het was al te lang geleden dat ze tegen elkaar gepraat hadden.

"Ben jij al vaak hier geweest?"
"Twee keer. Als ik niet te vaak gedronken heb om fout te tellen..."
"Je drinkt veel te veel. Da's ongezond."
"Varen is ook ongezond knul. Daar sterf je sneller van dan een vertrouwde fles alcool."

Martijn kon duidelijk zien dat Sam opnieuw ofwel nog steeds dronken is. Ofwel een stevige kater heeft. Alhoewel. Hij had eens gehoord dat je immuun kan worden voor katers.

Sam stopte de conversatie door zich vol te proppen met brood. Nu het nog vers was ten minste. Martijn keek dan maar over de reling. De haven was erg open. Het was geen dichte bebouwing die grijzig rot gekleurd was. De gebouwen waren nieuw, hadden lichte kleuren en stonden onafhankelijk van elkaar.

De zon scheen en er was weinig bewolking. Meeuwen vlogen in kleine getale rond. Bovenal was de haven groen. Bomen in de verte, weilanden, tot zelfs voortuintjes.

De belangrijke gebouwen hadden bieden opgehangen waarop hun functie in het nederlands was opgeschreven. Restaurant, hotel, de koopvaardij, schutters en huizen en boerderijen.

Dit is dus Batavia. De trots van Nederland. Om hun hen lagen verschillende grote schepen. Engelsen, Spanjaarden, Zweden, Fransen en uiteraard, uiteraard Nederlanders. En o wat pronken ze met hun macht. Vlaggen in de driekleur, oranje vaandels, als openbare gebouwen in het Nederlands, de schepen zoveel mogelijk versierd en opgetuigd.

De vrouwen droegen een weide variatie aan kleding. Nederlandse vrouwen droegen veelal blauw of kleuren die al tegen groen aanliepen. Enkele vrouwen probeerden al wat meer gele kleuren met bijvoorbeeld een rood schort. Spaanse vrouwen droegen kleur.

Alhoewel de Spanjaarden en Fransen wel in de minderheid zijn. Allen dragen ze kapsels die er moeilijker uitzien dan een scheepsknoop.

De mannen zijn wel relatief het zelfde gekleed. Bijna alleen gaan ze resoluut van blauw tot zwart. De Nederlanders dragen een kanten kraag. De Engelsen dragen jassen met slip. Allen dragen ze een kniebroek met kousen onder. Zware schoenen die zo hard mogelijk dienen te blinken evenals de gespen die er zo kostbaar mogelijk moet uitzien.

Werklui en matrozen gaan al met naar bruin. Sjofele, stof kleurige materialen. Comfortabel, aangenaam, simpel. Martijn draagt het ook. Een comfortabele broek met een los wit hemd.

De straten zijn geplaveid. Paarden doen er het transport. Wagens, karren, persoonlijk vervoer. Tussen de schepen liggen ontelbare kleine bootjes. Roeiboten, wat zeilbootjes, tot Oost Indië vaarders tot jonken en sampans uit verder oostelijk Azië.

De bevolking die van die landen komt draagt wel kleur. Mannen die lichtpaarse jassen dragen had Martijn nog nooit gezien. Jassen met nauw aansluitende mouwen en oosterse knopen en kragen. Op hun hoofd hadden ze doelen gewikkeld. Ze droegen platte schoenen die en beetje en puntige tip hadden. Hun huidskleur had Martijn nog nooit gezien. Wat bronskleurig.

Dit had hij zich nooit kunnen voorstellen.
De kapitein kwam weer aan boord. Blijkbaar was hij weg gegaan.

Hij droeg en papieren park over zijn arm en een knapzak.
"Mannen! Loon voor iedereen, om de beurt af te halen in mijn kajuit!"

Applaus en groep steeg op. Hard werk dat beloond wordt. Met klinkende geldstukken die weldra uit de knapzak te voorschijn zouden komen.

De kapitein ging de kajuit in. Martijn haastte zich om er bij te kunnen alvorens iedereen stond te drummen om naar binnen te gaan.

De kapitein zette zich aan zijn bureau -waar nog steeds de olielamp stond te branden- en naam en stapel papieren.

Iedere matroos die aan de tafel kwam moest zijn naam zeggen. De kapitein keek dan op zijn contract wanneer die aan boord was gekomen en aan de hand daarvan telde hij de geldstukken. Hoe langer in dienst, hoe meer geld. Varen blijft gevaarlijk werk.
Martijn nam een geldstuk.

"Welke zijn dat?"
"Gulden. Nederland is de Carolussen aan het vervangen. Een eigen, nieuwe munt. Ik ben er helemaal voor. En hoofdstuk over de Spaanse bezetting die we achter kunnen laten."

Gulden. Klinkt leuk.
Hij zou munten moeten verzamelen. Van overal wat hij is geweest. Dat zou iets zijn.

Foto: de officiële vlag van De Nederlanden zoals die er nu uitziet.
Een rood wit lichtblauwe vlag met een oranje vaandel erboven.
Het rode deel van de vlag was trouwens ooit oranje gekleurd maar is door de tijd rood geworden.

Rood wit donkerblauw is de vlag van Luxemburg (voor wie dat ooit verward over moest zijn.)
Ik kende eerder de kleurvolgorde van de vlag van Nederland dan van België. Een beetje een schande was dat voor iemand die officieel een Belg moet voorstellen.
Te Nederlands volgens sommigen 😊😇

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu