22) Voorbereidingen.

80 5 1
                                    

Het volledige schip werd tot in het kleinste hoekje geschouwd. De man met de gevederde hoed, Willem en nog iemand, net iets minder uitgedost dan de andere twee waren de controleurs.

Op het einde van de toer kwam de altijd geordende kapiteinshut. De man met de pluimen hoed naam het woord.
"Kapitein, ik neem aan dat u weet wat we gaan zeggen?"
De kapitein knikte.

Hij bood iedereen een stoel aan. Martijn wachtte naast de deur. Er werd wijn geschonken en papieren op tafel gelegd. Er was een gespannen sfeer.

De derde man stond recht, ontrolde en papier en sprak een beetje triest maar bloedserieus de volgende woorden:

"Deze brief, opgesteld en ondertekend op de 27e dag van de maand mei door Zijne Majesteit Prins Willem van Oranje Nassau.

Gezien de gebeurtenissen omtrent de illegale arrestatie van Johannes Corneliszoon Mulder en de daarop volgende vrijlating opgeëist door zijn aangenomen zoon Martijn Johanneszoon Mulder en secretaris en kapitein in dienst van de Vereenigde Oost Indische Compagnie Cornelis Van Dam,

verklaart de Engelse West Indische Compagnie de oorlog aan de Vereenigde Oost Indische Compagnie en is er een prijs van 170 Britste Pond op het hoofd gezet van Cornelis Van Dam indien hij levend gevat kan worden.

Daarbij is er officieel bevel om het admiraalsschip De Parel Van Holland, een Nederlandse driemaster Oost Indievaarder tot zinken te brengen. Op haar kapitein, Johannes Corneliszoon Mulder is eveneens een prijs gezet. Deze bedraagt naar laatst vernomen bronnen 370 Britse Pond.

Zijn aangenomen zoon Martijn Johanneszoon Mulder is veroordeeld tot de strop wegens piraterij en het helpen ontsnappen van een gevangene.

Laat al onze schepen in dienst staan van de bescherming van deze mannen. Het bevel over het admiraalsschip De Parel Van Holland wordt over gedragen aan admiraal Jan Janszoon Tulp. De Nederlandse vloot is reeds op weg.
De Wilhelmus, onder gezag van Cornelis Van Dam wordt uit haar functie ontheven.

Van Cornelis Van Dam, Johannes Cornelis zoon Mulder en Martijn Johanneszoon Mulder wordt verzocht zich in veiligheid te begeven op Javaans vasteland. De Engelse Oorlogsvloot is reeds onderweg.
Hijst de vlag van de Zeven Verenigde Provinciën van het Koninkrijk der Nederlanden hoog en vecht voor God en Vaderland.

Dat Oranje moge zegevieren.

Prins Willem Van Oranje Nassau.
Directeur Johan Claeszoon van de Vereenigde Oost Indische Compagnie.
Kapitein Willem Rembrandtszoon, die u deze brief voorleest. "

Martijn was uit zijn lood geslagen.
Een oorlogsverklaring. Onwaarschijnlijk en nu zo reëel. Dit is iets anders dan niets vermoedende mannen aanvallen. Dit is oorlog. Een prijs op hun hoofd, de strop onder de zijne.

De kapitein zuchtte verslagen.
"Eigenlijk wisten we wel dat het daarop zou uitdraaien. Wat doet Cornelis nu?"

De admiraal sprak.
"Hij is terug naar Batavia. Voorraden regelen, manschappen op de been brengen en zoveel mogelijk Nederlanders verwittigen. Daarna blijft de Wilhelmus verplicht aan wal."

"En de Parel?" vroeg Martijn voorzichtig.
De kapitein antwoordde voor de admiraal.
"De Hollandia komt onder het bevel van admiraal Janszoon Tulp. Wij worden naar wal gestuurd om daar in veiligheid te wachten tot de Engelsen of Nederlanden zich over geven."

"Ik merk dat je gesteld bent op het schip knul. Maar de Prins beveelt. Ze is gebouwd als Admiraalsschip. En dat wil zeggen dat ze als eerste op de vijand afgaat. En laten we bidden tot God dat ze zo min mogelijk lijdt onder het kanonnen vuur."

Hij sprak over de Parel alsof het zijn dochter was.
"Ik wist niet dat dit een admiraalsschip is!"
De kapitein sprak Martijn ontspannen toe.

"Je weet dat de Parel van een nieuw model was en dat het groter en sneller en mooier is dan al de rest is. Het is gebouwd in een reeks die een vloot zou worden. En ze zijn begonnen met het admiraalsschip. Niet alle schepen krijgen al de tierelantijnen die de Parel heeft met een reden. Grote heersers dienen dit schip te varen.

En nu heeft ze het geluk in handen te zijn van een kaper, anders had ze al erger te verduren gekregen. En nu zal ze voor het eerst gebruikt worden waar ze officieel ook gebouwd werd. Zie het als het lot Martijn. Niets blijft eeuwig bestaan. Wij ook niet."

Willem stond recht.
"Ik heb gisteren al een brief ontvangen van de WIC. De koopvaardij rond Java ligt stil. VOC schepen mogen de haven niet uit voor handel maar treden op als oorlogsschepen. WIC schepen zijn onderweg naar hier maar zijn in een sterke minderheid aangezien de meeste van hen nu bij Amerikaans grondgebied zijn wegens slavenhandel.

Het is wachten op de oorlogsvloot, laten we hopen dat die hier eerder is dan de Engelse."

"Ligt de hele handel plat?" vroeg de kapitein
"Op mijn bevel wel ja, geen enkel koopvaardij schip is nog op weg naar Java. De haven van Batavia dient enkel nog voor Nederlandse groot schepen, kleine handelaren ontvluchten de haven al."

In principe had de WIC hier niets mee te maken. Hun mikpunt is ook niet Batavia maar het westen, Amerika. Daar waar slaven gegeerd goed zijn. Maar Willem nam een rol op zich, het strategische deel. De haven, want dat doet de WIC, meevechten het moet. En dat is exact wat Willem plant, de haven beschermen.  Als de Engelsen die veroveren is het gedaan met de Nederlanden.

---

Foto: Slag bij Kijkduin door Willem Van de Velde De Oude. Tafereel van een zeeslag door Oost Indievaarders.

Oorlog om de Parel - BOEK 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu