Ik merkte dat ik in de gaten werd gehouden. Ik kon mijn bespieder alleen niet zien. Ik keek alle kanten op, maar ook al was mijn zicht nog zo goed, doordat het donker was kon ik die persoon niet zien.
Verdomme. Ik was niet bang, ik was opgeleid om mezelf en mijn dierbaren te beschermen. Hiervoor had ik getraind, hiervoor was ik gemaakt.
''Oké, waar zit je? Laat je zien!'' riep ik. Geen antwoord. Niemand die zich liet zien. Ik pakte mijn mes onder mijn jas vandaan, een speciaal mes, bedoelt om speciale 'mensen' mee te doden.
''Ik weet dat je daar zit, laat je zien!'' Nog steeds geen antwoord. Als ik ergens niet tegen kon.. dan is dat dit wel. Ik luisterde, maar ik hoorde geen geschuifel van voeten. Dus dan stond hij waarschijnlijk stil, of hij was heel erg stil. Ik begon na te denken, maar zorgde er wel voor dat ik volkomen scherp bleef. Één klein foutje, en dan was het voorbij. Dan kon het al mijn dood zijn. En dat was niet de bedoeling. Ik dacht na over waar hij zich kon verstoppen. Ik keek nog een keer rond. Er waren een paar plekken waar hij zich kon verstoppen. Achter het gebouw, waar het nog donkerder was dan hier, aangezien achter mij nog een lantaarn stond, die amper licht gaf en waar je dus ook niks aan had. Een normaal mens zou niet eens het verschil hebben gezien tussen hier en achter het gebouw. Maar hij kon zich ook op het gebouw verstoppen, wat in mijn nadeel kon werken, aangezien hij dan op me kon springen en me gemakkelijker op de grond kon vast pinnen. En dan was er nog de mogelijkheid dat hij zich achter de bomen verborg, maar ik vermoedde dat hij toch op het dak was. Het dak was niet heel hoog, twee meter vijftig of zo. Probleem alleen was dat er geen mogelijkheid was om op het dak te komen. Niet vanaf deze kant, tenminste. Op mijn hoede liep ik om de hoek van het gebouw, en gelukkig stond hij niet hier. Aan deze kant was er alleen een regenpijp, maar voor mij was dat genoeg. Ik klom zo geruisloos als mogelijk omhoog, en trok me uiteindelijk op aan de rand.
En stond oog in oog met mijn bespieder. Hij was lang, echt lang. Ik gokte op zo'n twee meter. Ik was ongeveer één meter vijfenzeventig, dus moest ik mijn hoofd opheffen om hem aan te kijken. Hij was ook nog redelijk jong, iets van negentien, en ontzettend knap.
Waarom moest ik nou zo'n knappe jongen uitschakelen?
Ik nam meteen de aanvalshouding aan. Ik had verwacht dat hij hetzelfde zou doen, maar in plaats daarvan keek hij me alleen maar met een geamuseerd lachje aan, waardoor hij nog aantrekkelijker werd. Ik moest mezelf voorhouden dat hij verkeerd was.
''Ik ben hier niet om te vechten, of wat dan ook van wat je waarschijnlijk verwacht,'' zei hij. Dat verbaasde me.
''Ik geloof je niet. Jullie zijn altijd uit op het moorden van mijn soort. Dus waarom jij niet, als je de waarheid zegt?'' Ik was verward, een beetje, maar ik bedacht ook dat dat waarschijnlijk ook zijn bedoeling was, zodat hij me gemakkelijk kon doden.
''Jullie denken dat wij een gewetenloos ras zijn, maar jullie vergissen je. Een soort van dan. We zijn niet allemaal zo. Ik ben niet zo.''
''Ja ja, het zal wel. Vertel nou maar waarom je me bespiedde, dan kan ik hier sneller een eind aan maken.'' Mijn geduld raakte op, geduld was namelijk niet echt mijn beste eigenschap.
''Ik probeer me aan te sluiten bij jullie. Ik haat mijn eigen ras. Ze zijn verschrikelijk, de meesten dan. Er zijn er wel meer die weg willen, maar die durven dat niet te zeggen, omdat je dan gestraft wordt.'' Aan de ene kant was ik met stomheid geslagen. Een wezen dat op ons leek, alleen van de buitenkant dan, maar dan zo slecht als de duivel, verdorven, en het ergste nog wel, ze leefden niet echt. Ze waren onsterfelijk, en hadden dus ook geen kloppend hart. Ze waren verkeerd. Wij moesten ze uitschakelen, om ons soort te beschermen.
''Ik geloof je niet. Je bent waarschijnlijk een spion van jouw soort, om een zwakke plek van ons te vinden, zodat het simpeler wordt om ons uit te roeien. Want dat is wat jullie doen!''
JE LEEST
Een onmogelijke liefde
FantasyOntmoet Rosa, een jonge, sterke en zelfverzekerde meid, maar niet zoals wij. Ze is opgeleid om de Duisteren te vermoorden, en haar soort te beschermen. Ze is een vechtster, een beschermster, en zal haar eigen leven geven om haar dierbaren te bescher...