Hoofdstuk 21 - part 1 -

1.8K 40 5
                                    

Niks kunnen doen, dat gaat vervelen, zo erg dat je gewoon er helemaal gek van wordt. Sommigen zouden dit gevoel denk ik wel kunnen begrijpen, maar ook net zo erg als ik het nu had? Dat denk ik dan eigenlijk weer niet, want ik had letterlijk zin om mijn haar uit mijn hoofd te trekken, te gillen, onophoudelijk met mijn hoofd te knikken, zo erg was het. Volgens mij bedoelden ze dit met helemaal doorslaan, echt gek worden. Voor zover ik wist, was het weer vijf dagen verder nadat ik even naar buiten had gemogen, dat kwartiertje van een klein beetje vrijheid. Het moment dat ik nog steeds koester, waar ik me aan vastklamp, zodat ik niet totaal doorsla, zodat ik me herinner dat ik nog een kans maakte.

Robert en ik hadden na die keer eigenlijk niet meer gepraat tegen elkaar, een begroeting en een knikje wel maar verder niet. Theresa was nog niet weer gekomen, waarschijnlijk had ze het te druk en was er niks bijzonders aan de hand. Raoul was ook nog niet gekomen, en ik vroeg me af of hij überhaupt nog kwam. Maylene was ook nog niet weer gekomen, ik miste haar. Kon ik haar maar bereiken, had ik maar een mobieltje! Maar volgens mij mocht ik me al gelukkig prijzen met dat ik nog fatsoenlijke kleding kreeg en eten en drinken. Al werden de bewakers al wel wat vriendelijker naar mij, ik klaagte niet tegen hun, stribbelde niet tegen en at en dronk alles gewoon, in plaats van dat ik delen van mijn eten naar hun hoofden mikte, zoals Theresa mij verteld had dat dat wel eens gebeurd was. Ik maakte geen lawaai, ik was gewoon rustig en stil. Volgens mij waardeerden de bewakers dat wel. Maar toch, het veranderde niet mijn situatie, ik zat nog steeds in deze verschrikkelijke cel, had nog steeds niks om te doen. Ik had ondertussen al zo veel plannen geprobeerd te bedenken om mij vrij te krijgen, om Dave hier te kunnen krijgen, maar ik kon gewoon niks bedenken. Ik wilde dat ik een papiertje had en een pen, dan kon ik alles opschrijven en zo misschien met allerlei kleine plannetjes een groot en goed plan bedenken. Maar ik had geen papiertje en geen pen, dus moest ik alles maar in gedachten houden, en mijn hoofd was nu een chaos, ik wist de helft van mijn plannetjes al niet eens meer, dus dat schoot gewoon niet op. Hopelijk had May wel een goed plan kunnen bedenken. 

Eigenlijk moest ik ook al heel lang naar de wc, maar ik had nog niet echt zin, je weet wel, je moet wel maar je hebt geen zin om op te staan en naar de wc te gaan, tot dat je het uiteindelijk echt niet meer op kan houden. Dat had ik nu dus.

''Uh, is daar iemand? Want ik moet naar de wc!'' riep ik dan toch maar. Ik hoorde boven wat gemompel en daarna kwam Robert naar beneden.

''Sorry, we konden je niet verstaan, wat zei je?'' vroeg hij.

''Ik moet naar de wc,'' antwoordde ik.

''Oh, oké, is goed.'' Hij opende mijn cel en ik liep eruit, en liep daarna met hem achter mij de trap op, richting de wc's. Ze hadden de wc's zo waar laatst schoongemaakt. Het was al een hele verbetering, waarschijnlijk had Theresa er wat van gezegd nadat ik volgens mij wel voor de honderdste keer erover had gezeurd. Hopelijk zouden ze de wc's nu wat vaker schoonmaken.

Terwijl ik op de wc zat, hoorde ik dat er iemand binnenkwam, en dat er een gesprek volgde. Ik kon het alleen niet heel goed meekrijgen, ik begreep alleen dat het volgens mij over mij ging.

''... een goed idee denk ik als ze nette kleding zal dragen, het is wel zeer uitzonderlijk bezoek.'' Ik kende de stem niet, het was wel een man, het was namelijk een zware stem.

''Hmm, ja, dat lijkt mij ook wel verstandig. Weet u of er in haar oude kamer zich formele kleding bevindt?'' vroeg Robert volgens mij.

''Nee, dat kan ik u niet zeggen. Misschien dat ze dat zelf weet,'' antwoordde de andere man. Daarna trok ik de wc door, en waste ik mijn handen en deed de deur weer open, en inderdaad er stond een wat oudere man, ik denk ergens in de vijftig, en Robert stond naast hem, allebei kijkend naar mij. Was er soms iets belangrijks met mij nu of zo? 

''Hallo, ik ben Rosa,'' stelde ik mezelf voor terwijl ik met een uitgestoken hand naar de vreemde man liep. Hij knikte en schudde mij de hand.

''Ja, dat dacht ik al, ik ben Frederick van Wyck,'' antwoordde hij.

''Aangenaam,'' glimlachte ik naar hem. Weer een knikje. Frederick kwam nogal zenuwachtig over op mij. Jemig, ik bijt niet!

''Wel, waarvoor bent u hier gekomen, meneer?'' vroeg ik. Als hij een of ander belangrijke persoon was, om te kijken hoe ik was, dan kon ik me beter net gedragen. 

''Nou, er is bezoek voor u,'' begon hij, ''maar niet zomaar bezoek.'' Oh, speciaal bezoek? Wie dan? En waarom voor mij?

''Oh, oké, en wie is het dan, als ik vragen mag?'' vroeg ik.

''Deze personen willen niet dat ik dat al zeg, bang dat je dan misschien niet zal komen,'' antwoordde hij nog altijd zenuwachtig. Was hij soms zenuwachtig vanwege de personen die mij wilden bezoeken?

''Wacht, ik moet naar hun komen? Het is toch bezoek? Ik mag mijn cel toch niet verlaten? Zij moeten als bezoekers toch naar mij toekomen?'' Dit verwarde mij enorm, wie waren er dan zo bijzonder dat ik mijn cel mocht verlaten en naar hun moest komen, terwijl zij toch voor mij komen, en dan in principe toch naar mij moeten komen?

''Zoals ik al zei, het is niet zomaar een bezoekje,'' herhaalde Frederick alleen maar.

************************************************

Hey, hier een klein stukje van hoofdstuk 21! Het volgende deel komt zodra ik terug ben, maar ik wilde het toch uploaden voor mijn fantastische lezers! 

Dus ik hoop dat jullie het niet erg vinden en dat jullie dit stukje oké vinden, en please vote or comment! 

Everyone, enjoy your vacation! Xx me.

Een onmogelijke liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu