Hoofdstuk 2

3.6K 71 4
                                    

Hoe kon ik zo stom zijn het te vertellen? Ik zag hoe mijn vriendin me aankeek, alsof ik zelf van het 'Duistere soort' was.

''Ik weet het was hartstikke stom! Ik had hem moeten doden! Dat weet ik! Kijk me alsjeblieft niet meer zo aan,'' zei ik. Ze probeerde het wel, maar nog bleef ze me met afschuw en verwarring aankijken.          

''Waarom? Waarom liet je hem jou überhaupt zoenen? Waarom doodde je hem niet gewoon meteen, zoals je altijd doet? Ik dacht dat niks jou ervan zou weerhouden je dierbaren te beschermen...'' Ze raakte een gevoelige snaar bij mij. Ik werd een beetje woedend. Ik wilde ook mijn dierbaren beschermen, niks dat mij daar van af zou houden! Behalve dan een ontzettend knappe jongen dan, blijkbaar....

''Het was absoluut niet de bedoeling, maar door wat hij zei, ik was...'' Ik zocht naar de juiste woorden, ''ik was totaal overrompeld. Dat kun je je toch wel voorstellen?'' Ik zag dat ze merkte dat ik boos werd, maar ze probeerde reeël te blijven. In wat voor opzicht dan ook, in haar ogen had ik net zo goed onschuldige mensen kunnen doden, dat zou ze net zo erg vinden. Voor sommige van onze soort was dat dus ook. Alsof ik nooit onzeker ben! Alsof ik nooit twijfel, alles zeker weet. Ik ben ook maar gewoon een persoon, iemand die ook fouten kan maken! Ik zei dat niet tegen Maylene, maar ik gokte dat ze dat al wel aan mijn blik had kunnen zien. Opeens hoorde ik een klop op de deur. Ik keek Maylene nog even aan, en liep toen naar de deur, en deed die behoedzaam open. Het was Raoul. Onze vriend.

''Hey, ik hoorde jullie, nou ja, een soort van dan. Ik kon er alleen maar uit op maken dat er iets is. Dus ik dacht: laat ik eens even kijken.'' Hij zei het op een luchtige toon, maar ik wist dat hij het wel meende. Maylene en ik hadden zelden een ruzie of iets wat daar dan ook op leek, en als dat dan wel gebeurde, dan was het ook serieus. Ik liet Raoul binnen, en een onaangename stilte volgde. ''So.. what's happening?'' zei hij. Maylene, noch ik, zeiden wat. Raoul fronsde een beetje. Ik wilde dus echt niet dat Raoul het ook te weten zou komen. Straks wist iedereen het, dan had ik dus echt een probleem. Misschien werd ik dan zelfs wel uit mijn functie gehaald. Dat wilde ik al helemaal niet. Toen Raoul niet naar mij keek, gaf ik een waarschuwende blik naar Maylene, en ze knikte haast onzichtbaar. Ze begreep het. Nu nog verzinnen wat we gingen zeggen tegen Raoul. Ik vond dat ik het zo dicht mogelijk bij de waarheid moest houden. Hij was een van mijn beste vrienden, en liegen tegen hem vond ik verschrikkelijk.

''Nou, ik was op onderzoek uit, beetje kijken of de omgeving veilig is en zo,'' begon ik. Raoul keek me aan en knikte. ''En ik ging op een beetje afgelegen plek kijken, en ik merkte dat ik werd bespied.'' Ik zag dat Maylene verward keek. Waarschijnlijk dacht ze dat ik het toch ging vertellen, terwijl ik net haar een waarschuwende blik had toegeworpen. ''En toen,'' ging ik verder, ''bedacht ik waar diegene zich kon verbergen, nadat ik een aantal keren had geroepen dat hij tevoorschijn moest komen. De lafaard, dat deed hij dus niet. Ik vermoedde dat hij op het dak zat, en dat had ik bij het juiste eind. Hij was van onze vijandige soort, de vampier, zoals de mens hen noemt dus. Maar hij beweerde dat hij niet zo was als de rest van zijn soort, dat hij anders was. Goed... zeg maar. Ik geloofde hem niet.'' Ik twijfelde over wat ik nu moest vertellen. Had ik hem laten ontsnappen, of zou ik toch vertellen dat ik hem niet kon doden? Ik ging voor het laten ontsnappen, dat was iets minder erg. ''Na een tijd vechten ontsnapte hij. Voor het eerst in mijn leven is er een vampier aan mij ontsnapt! Dat is echt beschamend.'' Half nog niet zo beschamend als wat er écht was gebeurd, dacht ik er achter aan.

''Ik snap dat dat vervelend is, maar hadden jullie daar nou ruzie om?'' Raoul keek een beetje niet-begrijpend naar Maylene en mij.           

 ''Nee, ik was een beetje boos omdat ze zo laat terug was gekomen. Ze is er nog maar net, zie je. En ik was behoorlijk bezorgd geworden, en toen ze dat zei, werd ik een beetje boos, voornamelijk omdat ik gewoon bang was dat er iets gebeurd was,'' zei Maylene. Ik schonk haar een dankbare blik. Zei schonk mij een blik die ik ook begreep, 'je staat bij me in het krijt' betekende die blik. Ze had gelijk. Maar goed, Raoul geloofde ons en hij ging weer terug naar Max, onze andere goede vriend en Raoul's kamergenoot. Morgen zouden we gaan shoppen en gingen we naar een party van een goede vriend van Max. Maylene vroeg nergens meer naar toen Raoul onze kamer weer uit was, waarschijnlijk nam ze genoegen met wat ik haar verteld had, en zag ze hoe uitgeput ik was. Ik nam nog snel een douche, en ging toen direct mijn bed in. Binnen een paar minuten was ik vertrokken.

Een onmogelijke liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu