Hoofdstuk 18

2.2K 40 10
                                    

Heeeyyy,

Hier dan -eindelijk- weer een hoofdstuk!
Sorry dat het zo lang duurde, maar ik had het druk, en toen had ik opeens barstende koppijn, dagen achter elkaar (nu ik dit schrijf, 6e dag). Mocht daarom niet meer achter de pc, mijn mobiel, etc. Ik kon me ook nergens op concentreren (gaat nu ook moeilijk). Het is al wat beter, en ik word gek, want ik WIL schrijven :3. Dus ik zal mijn best doen, maar het kan maar zo zijn dat jullie dit pas lezen als het alweer een week later is of zo. Vandaag is dag 7 met koppijn. 16 juni. Nou ja. Enjoy!

************************************************

Ik lag, keek naar het plafond boven me, terwijl mijn ogen steeds dichtvielen en ik ze weer opende. De vrouwelijke bewaakster was nog niet weer gekomen. Waarschijnlijk had ze niet meer de opdracht gekregen om iemand hier te verlossen, en zomaar een bezoekje aan mij zou wel heel verdacht zijn. Dus was er tot nu toe alleen nog maar de man met het eten langsgekomen  Er was altijd precies dezelfde man die mij eten bracht, maar ik had nog geen leuke bijnaam voor hem bedacht, zoals bij Spierbundel. Ik had er denk ik gewoon nog niet echt de behoefte aan, en ik wist gewoonweg niks te verzinnen.
Ik bleef maar kijken naar boven. In mijn hoofd spookten er miljarden gedachten, maar ze gingen allemaal dwars door elkaar heen, dus ik kon me op geen enkele concentreren. Ik keek nu naar een hoek van de cel, en zag daar een dikke, grote spin zitten.


''Gatver,'' mompelde ik. Ik hield niet van spinnen. Ik vond ze verschrikkelijk en ik vond ze onnodig.
Ik bleef maar naar mijn bezoeker kijken. Tja, hij zat er toch en weghalen was ik niet van plan.


''Jij kan tenminste hier nog weg, wanneer je maar wil,'' mompelde ik. Oké, nu was ik dus serieus jaloers op die spin. Maar ja, hij hoefde hier niet weg te kwijnen...

''Stomme spin, rot op.''  Kleine ruimtes in het donker maakten mij gek. Daarom ging ik denk ik ook jaloers tegen een spin zitten te praten, terwijl hij er waarschijnlijk toch niks van begreep, en als hij me al hoorde, verstond hij het niet. Oké, beetje dubbelop, maar pech gehad. Moesten ze me maar niet in zo'n cel stoppen. 
Ik zuchtte uiteindelijk maar. Ik had een nummer in mijn hoofd, het paste wel bij hoe ik me nu voelde. Verdrietig, alleen. Maar om het nou te gaan zingen...

''Never fall away...'' Kon de verleiding om het toch te zingen amper weerstaan, gewoonweg om iets te doen. Maar daar bleef het bij, want opeens hoorde ik weer voetstappen vanaf de trap. Volgens mij was het niet weer tijd voor mijn eten, want na een aantal dagen hier te hebben gezeten, had mijn maag zich een beetje aangepast op de tijden wanneer ik eten zou krijgen. Wanneer ik honger begon te krijgen, wist ik dat het niet lang meer zou duren voor ik te eten zou krijgen, maar ik had nu dus totaal nog geen honger. Dit was ook een lichte tred, niet die zware van de bewaker die mij altijd wat te eten bracht. 

''Rosa?'' vroeg iemand. Iemand die ik kende. Maar al te goed.

''Maylene! Hier ben ik, achterin!'' riep ik, blij dat ze hier was. Ik sprong op van het bed en liep naar de tralies toe. Maylene kwam net op me af.

''Rosa! Oh, wat ben ik blij om je te zien!'' Ik zag dat ze wilde huilen. Van blijdschap?

''Wat doe je hier, May?'' vroeg ik. Want hoe had ze het voor elkaar gekregen dat ze me mocht spreken?

''Nou, je mag bezoek hebben, schijnbaar. Maar alleen als je bezoek goedgekeurd wordt. Dus niet iedereen kan hier komen. Toen ik hoorde dat je bezocht mocht worden, op aanvraag, heb ik gelijk gevraagd of ik naar je toe mocht komen. Dus zei de vrouw van de administratie hierboven, dat ik vandaag, om half drie, mocht komen. Ik stond hier al te wachten vanaf tien voor drie, ik wilde er zeker van zijn dat ik echt op tijd was. Want ik heb maar een kwartier,'' antwoordde ze. Wow, dus ik mocht bezoek hebben? En de vrouw van de administratie?

''Wacht, hoe zag die vrouw eruit? Van de administratie?'' 

''Uh, niet zo op gelet. Sorry, hoezo?''

Een onmogelijke liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu