Hoofdstuk 10

2.5K 30 3
                                    

Deze stad leek wel te ontploffen door alle geluiden die hier werden geproduceerd. Vergeleken met het bos, was het alsof je uit de bibliotheek kwam en dan direct de drukste en wildste disco ooit in ging. Alle geluiden in het bos waren in harmonie, je merkte ze niet echt op, want ze waren zo natuurlijk, rustgevend. Dit dus absoluut niet. Ik hoorde kleine kinderen schreeuwen, ze wilde dat ene speeltje hebben, dat ene actie-poppetje. Ik had nooit tegen schreeuwende kinderen gekund, dus ook nu ergerde ik me er een broertje dood aan. Nee is nee, zo was het vroeger voor mij, en als ik dan nog durfde te schreeuwen, te krijsen, tegen te spreken, dan kreeg ik gewoon simpelweg een draai om mijn oren. Dus wat begrepen die schreeuwlelijkerds dan niet aan nee? Of waren de ouders tegenwoordig gewoon niet meer zo streng als toen ik vijf jaar oud was? Dus zo'n elf jaar geleden, of zo? 

''Oh sorry,'' zei ik tegen een man waar ik tegen op was gebotst. Ik was zo in gedachten verzonken dat ik hem niet opgemerkt had en dus tegen hem aangelopen was. Ik kleurde een beetje, en de man keek mij alleen maar pissig aan, en liep toen hooghartig weg.

''Ik zei toch sorry, jemig,'' mompelde ik. Het was tegenwoordig ook nooit meer goed. Volgens mij moest je voor je excuses tegenwoordig een hele ''Het spijt me heel erg''-surprise houden, maar dat was ik dus mooi niet van plan. Ik moest het ook doen met een 'sorry' als iemand tegen mij opliep, als die persoon al sorry zei. Sommigen waren tegenwoordig al zo arrogant dat ze niks zeiden, maar je gewoon botweg helemaal omver duwden. Moesten ze bij mij niet proberen, want dan zouden ze zien dat ze zich goed in mij vergist hadden. 

''Zullen we even wat gaan drinken?'' stelde Dave plotseling voor. Ik had eigenlijk niet zo aan drinken of eten zitten denken, maar ik merkte nu opeens, nu ik eraan dacht, dat ik best wel dorst had, het enige wat we vandaag gedronken hadden, was een glaasje water, en dat was al wel weer zo'n drie, vier uur geleden. 

''Goed plan,'' zei ik. Dus liepen we naar de dichtsbijzijnde snackbar, waar Dave en ik allebei een flesje cola bestelden, en ik gooide wat geld in een zelfbedienings-apparaat, of hoe zo'n ding ook heette, en pakte een frikandel. Dave had hetzelfde gedaan, alleen nam hij een kroket. Daarna gingen we bij een tafeltje op een oude, redelijk versleten bankje zitten, met nep leer. Dat nep leer was dus al behoorlijk versleten, en het leek mij ook best wel uitgedroogd. Ik vroeg me af waarom ze het nooit vernieuwd hadden, zodat het er weer wat aansprakelijker uitzag hier, maar dat zal dan wel aan het geld liggen, of het was gewoon hulpeloos om steeds alles hier te vernieuwen, omdat alles toch wel weer snel zou verslijten. 
Ik beet kleine stukjes van mijn frikandel af, hij was me nog net iets te warm om gewone happen eruit te nemen. Dave leek nog even te wachten met zijn kroket, leek mij ook wel verstandig met een kroket, anders had je zo je tong verbrand aan die substantie die daarin zat. Hij had zijn flesje cola geopend, en dronk met grote teugen. Doordat ik daar naar zat te kijken, kreeg ik zo'n dorst die je gewoon niet meer kon negeren, en legde mijn frikandel in een servetje op de tafel, en pakte snel mijn flesje, opende het, en dronk het zalige, zoete, koolzuurhoudende drankje met als het even kon, nog grotere teugen als Dave. Hij keek mij verwonderend aan, alsof het er heel komisch uitzag. Volgens mij zag het er inderdaad ook heel komisch uit, maar dat maakte mij helemaal niks uit. Ik had verschrikkelijke dorst, iedereen zou zo drinken met zo'n dorst als ik nu had. Daar was niks raars aan.
Dave begon met zijn kroket, maar dat was toch nog een vergissing, want met de eerste hap ging het al mis. Hij trok de kroket terug, uit zijn mond, en probeerde het open gebeten kroketje te redden op het servetje, wat ternauwernood lukte. Ik schoot in de lach. 

''Toch nog iets te warm voor de grote jongen?'' pestte ik hem. Hij keek mij gespeeld kwaad aan.

''Dat ding is onnatuurlijk heet, levensgevaarlijk gewoon,'' zei hij, terwijl hij in de lach schoot, omdat ik erg aan het lachen was. Ik pakte weer mijn frikandel, nog steeds lachend, en probeerde weer een hap eruit te nemen. Maar toen ik een hap wilde nemen, keek Dave mij zo grappig aan dat ik weer in de lach schoot, waardoor mijn kin tegen de frikandel kwam, en die ging wiebelen, en ik moest nog erger lachen. De vrouw achter de kassa keek mij aan alsof ik een gek was, maar ach, alsof zij nog nooit de slappe lach had gehad. Dave moest ook weer lachen, maar lang zo erg nog niet als ik. Gelukkig maar, want anders zouden we misschien tot de orde zijn geroepen door de vrouw achter de kassa. Ze was overigens best slank voor iemand die in een snackbar werkte. Ik was er gewend aan geraakt dat mensen die in een snackbar werkten, altijd dik waren, in ieder geval hadden de vrouwen altijd een dikke kont, en de mannen een dikke buik. Misschien werkte ze nog maar net hier, of ze was geen fan van junk food. 
Uiteindelijk was ik wel weer uitgelachen, en kon ik weer verder met mijn frikandel. Hij begon al redelijk af te koelen, dus schranste ik hem bijna naar binnen. Dave at nu ook vlotter van zijn kroket, waarschijnlijk was dat ding dus nu eindelijk voldoende voor hem afgekoeld. Nadat ik mijn frikandel op had, dronk ik mijn flesje cola helemaal leeg, en Dave volgde mijn voorbeeld. Daarna stonden we op en gooiden onze servetjes en flesjes in de prullenbak.

Een onmogelijke liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu