Hoofdstuk 30

521 28 13
                                    

De dagen erna was ik voornamelijk erg stil. Ik antwoordde wanneer dat van me verwacht werd, maar verder zei ik erg weinig, en deed verder ook eigenlijk niks. Ik deed zelfs niet moeilijk bij mijn lessen, wat mijn lerares erg tevreden stelde. Maar iedereen kon wel aan mij merken dat ik de afgelopen dagen meer een zombie was, dan de Rosa die ze kenden. Ik wist dat iedereen bezorgd om me was, maar ik had geen behoefte aan medelijden van de anderen. Ik had gewoon veel liever dat ze me allemaal met rust zouden laten. De enige die ik nog wel graag bij me had, was mijn broertje. Zijn vrolijkheid maakte mij toch nog ergens een beetje opgevrolijkt, al was het dan maar voor korte duur. Op een gegeven moment, toen ik hem naar zijn bed bracht en hem nog even wilde voorlezen, vroeg hij aan mij of hij mocht weten wat er aan de hand was. Wat mij zo verdrietig gemaakt had.

''Jij kunt wel een geheimpje bewaren, toch?'' vroeg ik hem.

''Ik zwijg als het graf!'' antwoordde hij. Dus ik vertelde hem wat er aan de hand was, wat er toentertijd allemaal gebeurd was, en wat Dave me laatst vertelde. Ik vocht tegen de tranen terwijl ik het mijn kleine broertje vluchtig vertelde, en ik vond het zo lief hoe aandachtig hij naar mij luisterde. 

''Ik vind hem een ontzettend domme jongen,'' zei hij, toen ik klaar was, ''een meisje als jij vindt hij nooit meer weer. Hij weet niet wat hij gedaan heeft, hij zal spijt krijgen, geloof mij maar!''

''Dat is erg lief van je dat je dat zegt, maar ik ben bang dat hij er geen spijt van zal krijgen, lieverd. Ik denk dat het helaas over en uit is. Ik zal het maar moeten accepteren, ook al vind ik dat nu nog te moeilijk om te doen,'' zei ik.

''Het komt wel goed! En anders mag je altijd bij mij huilen hoor, maakt mij niks uit. Ik zal je troosten.''

''Wat ben je toch een ontzettende schat, weet je dat?'' zei ik en gaf hem een kus op zijn kruin.

''Dat weet ik.'' Ik moest lachen om zijn opmerking, waarna ik het boekje opensloeg waaruit hij wilde dat ik hem voorlas. Maar nu wilde hij toch liever proberen om het aan mij voor te lezen, al dan wel met een beetje hulp van mij, als hij niet wist hoe hij bepaalde dingen moest zeggen. Dus hielp ik hem terwijl hij zijn best deed om deze keer mij voor te lezen. Hij begon langzamerhand al steeds beter te kunnen lezen, en ik was blij om te zien dat hij zo snel vooruitgang boekte. 

Nadat hij mij een kwartiertje voorgelezen had, stopte ik hem in bed en wenste ik hem weltrusten toe, waarna hij zijn ogen sloot en ik zijn lampje op zijn nachtkastje uit deed.

''Slaap lekker,'' hoorde ik nog zachtjes vanuit het donker als antwoord. 

Nadat ik zijn kamer verlaten had, voelde ik gelijk het effect dat mijn kleine broertje op me had, afnemen. Ik merkte dat ik weer in de sleur kwam waar ik de afgelopen dagen al de hele tijd ingezeten had. Toch had het wel een beetje geholpen om er met iemand over te kunnen praten, al was het dan mijn kleine broertje. 

Ik liep regelrecht naar mijn eigen kamer, ik had er geen behoefte meer aan om iemand te spreken vanavond, ook al was het nog redelijk vroeg in de avond. Ik keek op de klok die hier in de gang aan de muur hing, het was pas net kwart over zeven. Maar ik wilde gewoon alleen op mijn kamer zitten en zinloos naar de televisie kijken. Ik wilde mijn nette kleren verruilen voor mijn versleten lievelings joggingbroek en mijn heerlijk comfortabele sweater, ook al was hij zeker een maat te groot, misschien wel twee. Maar daardoor was hij juist zo comfortabel voor avonden waarop je geen zin meer had om iets te doen, en het je niet meer uitmaakte hoe je eruit zag. 

Dus eenmaal op mijn kamer was dat ook het eerste wat ik deed. Ik gooide mijn kleren die ik de hele dag al gedragen had, in een hoekje en pakte mijn joggingbroek van mijn bed af en zocht de sweater ergens tussen mijn nog altijd redelijk bescheiden hoeveelheid aan kleding in mijn kledingkast. Daarna plofte ik neer op mijn bed, drukte met de afstandsbediening mijn televisie aan, en zapte rond allerlei kanalen tot ik bij een film kwam die mij wel leuk leek. Het bleek een komedie te zijn, iets waar ik altijd al wel van gehouden had, maar wat nu eigenlijk ook wel even goed uitkwam. Een beetje lachen na alles kon geen kwaad.

Een onmogelijke liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu