Blijkbaar, redde ik mezelf niet.
Ik liep door de schoolgangen, niet alleen, maar met de menigte. Redelijk veilig zou je denken dan, toch?
"Hé, Halter!" ik draaide me om bij het horen van mijn achternaam. "Kijk uit!"
Het was géén vriendschappelijke 'kijk uit', het was een 'ik ga nu mijn etui in je gezicht gooien-kijk uit'. Ik zag het blauwe voorwerp op me af vliegen en gooide mezelf aan de kant. Ik viel zijdelings op de grond en knalde met een enorme vaart mijn hoofd tegen de muur. Sommige mensen keken even om, maar de meesten liepen gewoon door.
Ik voelde een bonzende pijn in de zijkant van mijn hoofd en een lichtelijke misselijkheid opbouwen. Ik kreunde even en ging overeind tegen de muur zitten. Buster kwam op me af lopen. Waarom verbaasde me dat niks? Hij had een lolly in zijn mond en zijn tong was blauw.
"Sneller reageren, Halter," hij grijsde even en ik had zin om te kotsen bij het aanzicht van zijn ook blauwe tanden. "Volgende keer zijn het geen zachte voorwerpen die naar je hoofd geslingerd worden," en hij liep weg.
Dat voelde als een dreigement, een beetje een vreemd dreigement, maar het voelde als een dreigement. Met mijn bonzende hoofd bleef ik achter in de inmiddels lege gang. Ik wilde niet opstaan, bang om over te gaan geven. Het was een nachtmerrie om over te geven op school.
De vloer was koud tegen mijn blote handen en dat gaf enige troost. Met trillende vingers peuterde ik mijn telefoon uit mijn broekzak en begon na te denken over wat ik zou doen.
Lang hoefde ik niet na te denken, want toen kwam Davy de hoek om. Hij zag me zitten en begon te joggen, ik kon in zijn ogen lezen dat hij herhaaldelijk 'ik zei het toch' in zijn hoofd schreeuwde.
"Hé, Finn," hij knielde naast me en sprak zacht. "Wat's gebeurd?"
Ik probeerde de dikke mist in mijn hoofd weg te duwen. Het was alsof het kloppen van mijn hart in mijn hoofd was gaan zitten.
"Ik- uh, viel," begon ik, en Davy keek me afwachtend aan, "door Buster," vervolgde ik. Want dat was wat er was gebeurd en wat Davy wilde horen.
"Ik zei het toch," hij rolde met zijn ogen, "ik was door mevrouw Cloud hier heen gestuurd om nieuwe stiften voor het bord te halen," dat was waar ook, die werden hier bewaard. "Maar dat kan wel even wachten. Kan je staan?"
Hij haakte zijn ellenbogen onder mijn schouders en trok me omhoog, hij wachtte niet eens op een antwoord. Toch lukte het prima en ik stond. Hij sloeg zijn arm om me heen en liep met me de gang uit, naar de conciërge.
Het hokje van de conciërge was achter de receptie, dus hij loosde me de receptie langs en liep het hokje binnen. Er was niemand, wat mij, en Davy vast ook, niks verbaasde. Er waren altijd wel ergens relletjes op school, het toilet papier wat op was of er was een leerling met straf, hij was altijd weg. Dus we besloten gewoon te wachten, zo dringend was het nou ook weer niet.
Davy draaide rondjes op een draaistoel en ik zat boven op het bureau. Ik keek naar de afgesloten computer en de oneindige laatjes met velletjes papier. God mocht weten wat voor informatie hier allemaal te vinden was.
"Hé, Finn," het viel me wel eens op dat Davy vaak een gesprek begon met 'hé', "wat was er nou eigenlijk precies gebeurd?" hij stond op en kwam naast me op het bureau zitten, iets te dichtbij voor de 'no homo-normen', maar ik wist niet of de 'no homo-normen' ook golden voor daadwerkelijke homo's, dus reageerde ik er niet op.
Ik begon het verhaal uit te leggen, het was als je het zo navertelde, helemaal niet zo spannend. Dave deed gewoon alsof hij het heel spannend vond en bleef me de hele tijd aankijken. Ik kon je op een briefje nageven dat hij tegen het einde van mijn verhaal dichterbij zat dan voorheen.
JE LEEST
Chaos [BxB] #Netties2017
Teen FictionAls Finn op een avond zijn beste vriend Bubbel meesleept naar een club in Amsterdam, ontmoet hij Iwan. Iwan is vreemd, ondoorgrondelijk en altijd opzoek naar gedoe, maar Finn kan hem niet loslaten. Want deze jongen is Anders. Anders met een hoofd...