17

1K 76 32
                                    

Het kerstbal-gebeuren was inmiddels over een week en Iwan was nog steeds nergens te bekennen. Vrij zorgelijk, want ik miste hem. Ik miste zijn rode krulletjes, de sigaretten en energiedrankjes die hij altijd bij zich had maar nooit tot zich zou nemen. Ik miste dat litteken en zijn verhalen. Ik miste dat ik hem niet kon uitlachen om zijn leeftijd of dat ik altijd omhoog moest kijken als ik met hem in gesprek was.

Niet dat iemand dat hoefde te weten.

Ik wist gewoon niet waar hij was en dat vond ik vervelend. Hij reageerde ook niet op mijn berichtjes, maar hij las ze wel. En hij kon toch niet weggaan voor hij me vertelde wat aerodynamisch betekende?

Ergerlijk.

Ik zat in mijn kamer op mijn stoel bij het raam. Ik had mijn knieën omhooggetrokken en had mijn armen erom heen geslagen, terwijl ik met mijn kin op mijn knieën rustte. Mijn voeten zaten in twee lichtblauwe sokken en ik droeg een zwarte joggingbroek met een grijze shirt. Mijn haren waren nog nat van het douchen en ik was me mentaal aan het voorbereiden op mijn oppasklus.

Af en toe gingen de buren weg en moest ik op mijn buurmeisje passen, net zoals vandaag en ze was een kreng.

Ik keek op de klok die boven mijn deur hing en zuchtte, het was tijd om te gaan.

Ik stampte de trap af en schoof snel in mijn schoenen. Ik deed geen jas aan want de buren waren veel te dichtbij voor die moeite. Eigenlijk had ik er al spijt van zodra ik de deur opende en de koude winterwind in mijn gezicht sloeg, maar ik was een vent, ik zette gewoon door.

Natuurlijk werd er een half uur over gedaan voor iemand de deur opende en waren mijn vingers er inmiddels al afgevroren.

"Dag, Arvin!" mevrouw Tyde deed open. Ze dat klonk enorm geforceerd en ik had er al het begrip voor, ze moest me betalen straks en ze wist hoe waardeloos ik was. Ik had nooit begrepen waarom ik deze oppasklus altijd kreeg in de eerste plaats, ik had er een hekel aan.

"Kom binnen, man," zei meneer Tyde. Meneer Tyde was een lange man met bruin haar en dikke wenkbrauwen, net als zijn satansdochter.

De satansdochter zat trouwens achter hem op de bank, in de woonkamer. Haar korte bruine haren zaten vastgebonden in zo een grote roze boog, volgens Meg heette die dingen haarbanden of zo. Ik was een jongen, ik had echt geen idee wat het waren en hoe het werkte. Haar naam was Ashlee, niet Ashley, nee Ashlee. Je spreekt het dus niet uit als Asj-lie, maar letterlijk Asj-lee. Waren we het eens over de verschrikkelijke uitspraak? Ik bedoelde, wie noemde zijn kind nou zo?

Hoe dan ook. Zodra meneer en mevrouw Tyde het huis uit waren stapte ik de woonkamer in en draaide Ashlee zich naar me toe.

"Hoi, Finn," lachte ze en ze stond op van de bank, "knuffel?"

Die duistere blik herkende ik direct.

"Nou, nee, beda-"

Ze sloeg haar armen stevig om mijn bovenbeen heen en drukte zichzelf volledig tegen me aan.

'Nee, Ash-"

Ze drukte zich nog steviger tegen me aan, ik probeerde haar van me af te duwen maar het werkte niet. Ik kreeg het benauwd van zo veel lichamelijk contact en probeerde haar nu met wat meer geweld weg te duwen, maar ze bleef plakken. Ze liet gewoonweg niet los. Ze was veel te sterk voor een vijfjarige.

"Wat nou als ik een film opzet?" ze keek omhoog en keek sceptisch, "ik pak er een, oké?"

"Oké," en gelukkig liet ze me los. Ik draaide me om en probeerde zonder te rennen naar de andere kant van de kamer te gaan, waar een grote kast met films stond.

Die momenten dat ik niét naar haar keek en ze dus als het ware in mijn blinde vlek zat, wist ze naar de hal te lopen en daar een oorverdovend gerinkel te veroorzaken, alsof er iets gevallen was.

Nee toch?

Jawel toch. Ze had een lamp omgegooid. Die mocht ik nu verklaren aan haar ouders én opruimen. Ze vertrouwden me toch al niet, misschien hoefde ik hierna niet meer op te passen. Dan was het dus wel goed.

Met een zucht liep ik naar de trapkast om een stofzuiger te zoeken, ik ging Ashlee niet eens verbeteren op haar fout, het was niet zo dat het iets zou uithalen.

Ik pakte eerst de stam van de lamp op en toen begon ik de scherven op te zuigen. Misschien was het stofzuigen over het algemeen toch geen goed idee geweest, want door de herrie kon ik niet horen dat Ashlee naar de koelkast geslopen was en daar nu mijn eten aan het opeten was. Haar ouders hadden wat eten voor me achter gelaten, maar dat kon ik nu ook wel schudden.

Ashlee zat op de grond van de keuken en had een stukje cake in haar handen, slagroom overal. Ik liet me naast haar zakken en graaide ook een stuk verfrommelde cake uit het pak. Met mijn vrije hand wriemelde ik mijn telefoon uit mijn broekzak en tikte onhandig op het belicoontje van Meg, ze moest me komen redden.

***

"Ik scheld liever niet hiermee, maar Jezus Christus wat een klerebende."

Meg was langsgekomen en trof Ashlee en mij in deze zooi aan. In het kwartiertje dat ze onderweg was, hadden Ashlee en ik ook nog een pak melk opengetrokken en die misschien wel misschien niet per ongeluk omgegooid, zodat er een mix van cake en melk over de stenen keukenvloer lag.

Ik keek Meg zo zielig mogelijk aan.

Meg keek op de klok en toen naar Ashlee.

"Bedtijd," ze nam het kind bij de hand en sleepte haar mee naar boven. Stromend water liet me weten dat Meg besloten had haar eerst onder de douche te stoppen, uitermate verstandig.

Ondertussen aanschouwde ik de keukenvloer en begon naar een dweil te zoeken, om de zooi op te dweilen. Dat duurde lang genoeg, want tegen de tijd dat ik klaar was kwam Meg naar beneden en vertelde me ze dat Ashlee sliep.

"Je bent een ramp, Finnie," kreunde ze en ze liet zich achterover op de bank vallen. "Schenk me een glas cola in."

Goede vriend die ik was, deed dat ook nog, alhoewel ze het natuurlijk wel een beetje verdiende. Ik schonk voor ons beiden een glas cola in, pakte een zak chips en zette de televisie aan.

Een tijdje keken we een of ander programma en aten we onze chips in vrede, tot Meg begon te praten.

"Hoe zit het nou met Davy?" begon Meg, "heb je al met hem gesproken?"

"Nou nee, niet echt. We hebben vakantie over een week, ik probeer hem gewoon zo lang nog te ontwijken."

"Is dat niet een beetje hard?"

"Ik weet het niet, ik zie wel."

Er viel even een stilte.

"Weet je, Finn," ze gebruikte mijn échte naam deze keer, dat kon haast niet goed gaan, "ik vind het knap dat je het me verteld hebt."

Ik mompelde iets onverstaanbaars, gewoon als teken dat ik haar gehoord had. Ik bedoel wat moest ik hier op zeggen?

"Ik wil jou ook iets vertellen."

Ik keek opzij en staarde in haar ogen. Het was al donker buiten en door de lampen in huis vielen er vreemde schaduwen over haar gezicht, waardoor ik niet precies wist of ze daadwerkelijk zo paniekerig keek, of dat het alleen door het licht kwam.

"Weet je wat a-romantisch is?" fluisterde ze.

Ik schudde mijn hoofd, ik dacht dat ik er misschien wel eens van gehoord had, maar straks had ik het fout.

"Dat is dat je zeg maar, geen romantische gevoelens kan voelen voor iemand anders?" ze zei het zelf ook een beetje vragend.

"Wel voor je-"

"Nee, ook niet voor jezelf, piemelhoofd."

Chaos [BxB] #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu