De trap kraakte onheilspellend toen ik erop naar boven liep. Het was vrijdagavond, het einde van een lange week en ik was helemaal klaar om mijn bed in te kruipen en er nooit meer uit te komen. Bubbel en ik hadden elkaar niet meer gesproken, Meg probeerde ons tevergeefs op te sluiten in lege lokalen om het goed te maken en Iwan was gewoon nergens te bekennen.
Ik was boos en gefrustreerd. Het leek allemaal zo goed te gaan, en nu in één keer tegelijk ging alles fout, gelukkig was het weer goed tussen Davy en mij want anders had ik het helemaal niet zien zitten.
Ik opende mijn slaapkamer deur en ramde het meteen weer dicht.
Niet waar. Niet te geloven.
Ik keek op mijn mobiel, half twaalf 's avonds. Ik had vast waanbeelden, het was al laat.
Ik legde mijn hand weer op de deurklink en opende de deur, heel langzaam. Toen het open was keek ik heel voorzichtig om het randje en het was er nog steeds.
"Iwan?" fluisterde ik.
"Ja?" fluisterde iemand kwetsbaar terug. Hij wist dat ik ging flippen. Dat was het moment dat ik het verloor.
"Wat ben jij een lul!" gilde ik, zachtjes genoeg om mijn ouders niet lastig te vallen. "Wat doe je hier! Het is niet normaal om zomaar slaapkamers in te sluipen! Hoe kom je hier überhaupt? Vieze vuile-," ik stapte mijn eigen kamer in en sloot de deur zachtjes, "je bent gek!" siste ik en toen ging ik met mijn armen gekruist tegen de deur staan. Ik was kwaad, eerst van de aardbol verdwijnen en dan zomaar ineens mijn kamer insluipen?
Hij opende zijn mond en sloot het weer. Het was donker in mijn kamer en zag hem alleen in een soort zwart wit, dus ik klikte het licht aan.
Iwan zag er moe uit, hij was bleek en had wallen onder zijn ogen. Die zag ik zelfs vanaf de andere kant van de kamer. Zijn kleding was verfrommeld en het leek erop dat hij ze al een paar dagen aan had gehad. Hij keek verslagen, moe, radeloos. Hij zat in kleermakerszit op mijn bed en beet op zijn nagels.
Ik had zin om naar hem toe te lopen, zijn handen vast te pakken en heel veel dekens over ons heen te gooien.
Toch was ik nog steeds heel boos.
Ietsje minder nu, maar nog steeds heel boos.
"Het spijt me, Finn," zei hij met gefronste wenkbrauwen. Ik keek hem ongeduldig aan.
"Oké, maar met alleen spijt los je niks op!" tierde ik weer, maar nu wel iets aardiger.
Het was even stil. "Wat wil je dan dat ik doe? Het spijt me dat ik je zo in de steek liet en het spijt me dat ik als een soort dakloze je kamer ben ingeslopen, maar ik kan nu even nergens anders heen!"
Nu was ik even stil, Iwan zag eruit alsof hij elk moment in tranen kon uitbarsten. Ik liep naar hem toe en zakte naast hem neer.
"Hoe bedoel je?"
"Ik kan nu gewoon even niet thuis zijn en ik- jij was het eerste waar ik aan dacht toen ik een plek zocht om even te blijven."
Er ging van alles door mijn hoofd, mijn ouders wisten niet wie Iwan was, die gaan zich rot schrikken als ze hier ineens een loge vinden morgenochtend. En waarom bij mij? Hij heeft vast allerlei andere vrienden en familie. En waarom kon hij in hemelsnaam niet naar huis?
Ik stond op en trok Iwan aan zijn hand overeind.
***
"Oké," klonk het opgewekt toen we mijn ouders hadden gevraagd of Iwan vannacht kon blijven. Mijn ouders vonden Iwan leuk. Mijn ma wilde wel het nummer van zijn ouders en we kregen een ondervraging over hoe we elkaar kenden maar dat was het.
JE LEEST
Chaos [BxB] #Netties2017
Teen FictionAls Finn op een avond zijn beste vriend Bubbel meesleept naar een club in Amsterdam, ontmoet hij Iwan. Iwan is vreemd, ondoorgrondelijk en altijd opzoek naar gedoe, maar Finn kan hem niet loslaten. Want deze jongen is Anders. Anders met een hoofd...