Nog geen twintig minuten nadat Fenna de slaapkamer verliet, gaat Everts telefoon. 'Fenna Kremer' staat op zijn display weergeven. Twijfelend kijkt hij naar de oplichtende letters. Haar reactie net heeft hem verward en gekwetst, had hij de signalen dan echt zo fout opgevangen? Eigenlijk heeft hij even geen behoefte om met haar te praten, dus hij laat de telefoon overgaan zonder op te nemen. Hij wacht tot het geluid stopt, en laat zich dan terug in bed vallen, om gelijk weer overeind te komen als zijn telefoon opnieuw gaat. Weer Fenna. Nu begint hij toch ook een beetje bezorgd te worden, en hij vervloekt zichzelf dat hij dat niet eerder heeft gevoeld. Met deze zaak, met alles wat er speelt, hij had haar niet moeten laten gaan, wat nou als er iets met haar is gebeurd? "Fen?" Hij neemt snel op. "Alles oké?" Het is even stil aan de andere kant van de lijn, hij hoort alleen een gejaagde ademhaling. "Evert," Fenna's stem trilt, "kan je komen? Nu?" Hij twijfelt geen seconde als hij hoort hoe breekbaar haar stem klinkt. "Natuurlijk. Kan je uitleggen wat er aan de hand is?"
Een kwartier later loopt Evert Fenna's appartement binnen. Overal staan dieprode rozen, zoals ze al aan hem omschreven had. Het zou een prachtig romantisch gebaar zijn, als Fenna een vriend had gehad. Nu is het intimiderend en provocerend. Iemand is in haar appartement geweest, en heeft de tijd genomen om haar duidelijk te maken dat hij hier binnen kon dringen en kon doen wat hij wilde. Evert vindt Fenna in de woonkamer, starend naar een hele grote bos van de rozen, netjes in een grote vaas gezet. Ernaast ligt een kaartje, en als Evert de woorden leest snapt hij haar paniek nog beter. Dit is nog maar het begin, Fenna. Langzaam verlegt hij zijn blik naar zijn partner. Ze kijkt hem aan, wanhoop en angst in haar ogen. "Ik... Ik weet niet w-wat ik moet." Haar stem breekt, en tranen beginnen over haar wangen te stromen. Evert trekt haar gelijk in een omhelzing, hij weet niet wat hij anders zou moeten. Fenna huilt nooit, dit hoort niet.
Fenna's tranen blijven maar komen. Ze haat het, ze vindt het vreselijk als mensen haar zien huilen, ook al is het Evert. Ze wil laten zien dat ze sterk is, en de tranen helpen daar niet bij, dit moet stoppen. Maar tegelijkertijd voelt ze zich zo ontzettend slecht, en vindt ze het heel fijn om even vastgehouden te worden. "Het gaat wel." Mompelt ze na een tijdje, en ze probeert zich van Evert los te maken. Hij houdt haar echter stevig vast. "Het gaat niet," gaat hij zacht tegen haar in, "en dat is oké." Hij drukt een zachte kus in haar haren. Fenna maakt zich langzaam van hem los. Ze legt haar hand tegen zijn gezicht, en kijkt in zijn blauwe ogen. Dan gaat ze op haar tenen staan, en drukt ze haar lippen tegen de zijne. Heel even staat hij als verstijfd, dan slaat hij zijn armen om haar middel en beantwoordt hij de kus.
"Fen..." Als Evert uiteindelijk de kus verbreekt, legt hij beide handen tegen haar gezicht. Met zijn duimen wrijft hij de restjes tranen van haar wangen, terwijl hij nadenkt over wat hij wil zeggen. Want dit, met Fenna, is wat hij wil, maar na haar reactie van eerder die ochtend snapt hij deze kus niet. Voor hij echter iets kan zeggen, horen ze een tweetal voetstappen naderen. "Fenna? Evert?" Brams stem klinkt door het appartement. Gelijk maakt Fenna zich los van Evert. "Ja, woonkamer!" Roept ze terug. Liselotte en Bram komen binnenlopen, en kijken naar het blonde duo. "Wat een teringzooi," zucht Bram, kijkend naar de rozen overal. Liselotte haalt haar schouders op. "Ik vind het wel mooi," zegt ze, zonder na te denken. "Ik bedoel... Nee-eh," haar wangen worden rood als ze zich de betekenis van haar woorden realiseert, "nu niet... Niet zo. Maar..." Bram kijkt naar zijn stotterende collega, en verlegt zijn blik dan naar Fenna. "We hebben de voordeur dichtgedaan, lijkt me beter nu we allemaal binnen zijn." Verandert hij het onderwerp snel. Fenna glimlacht naar hem.
"Ik heb niks aangeraakt," Fenna kijkt Liselotte aan, "ik denk niet dat hij vingerafdrukken heeft achtergelaten... Maar toch." Bram kijkt zijn collega bewonderend aan, "dat je daar helder genoeg voor was, top, Fen." Ze haalt haar schouders op. "Willen jullie koffie?" Als haar collega's bevestigend antwoorden, loopt ze naar de keuken, gevolgd door Evert. "Wat was dat, net? Die kus?" Vraagt hij, zodra ze buiten gehoorsafstand van de anderen zijn. Fenna bijt op haar lip. "Ik-ik... wil dit. Maar er spelen zo veel dingen. Kunnen we het hier later over hebben?" Evert knikt, met een klein glimlachje op zijn gezicht.
JE LEEST
De Oplossing
FanfictionPuzzelen met letters, raadsels in de levens van de rechercheurs en problemen die onoplosbaar lijken. Is het team sterk genoeg om de oplossing te vinden?