Nog meer foto's op de glazen wand, en dit is de tweede serie waarop Fenna haar eigen appartement kan herkennen. Eerst het bloed, nu de rozen. De gebeurtenissen van die ochtend zijn een beetje wazig in haar hoofd. Eerst de kus van Evert, en haar pure paniek. Toen de rozen, en de angst die daarbij kwam. En toen die tweede kus, toen ze zich zo veilig voelde in zijn omhelzing. En nu... Nu weet ze het allemaal niet meer. Het lijkt wel alsof alle emoties nog steeds in haar lichaam rondrazen, en ze weet niet hoe ze tot rust moet komen. De enorme hoeveelheid koffie die ze heeft gedronken helpt daar ook niet bij. Dat had ze misschien ook wel kunnen verwachten, maar ze had gehoopt dat de cafeïne haar scherp zou kunnen krijgen.
Haar gedachten gaan terug naar de ontdekkingen die Liselotte in haar appartement had gedaan. Een hele lichte, modderige schoenafdruk bij de deur en een halve vingerafdruk op het papiertje met de angstaanjagende boodschap. Dat zijn goede dingen, die geven aanknopingspunten. Maar Fenna is in haar hoofd vooral bezig met de laatste ontdekking van haar collega. 'Er is niet ingebroken.' Had de forensisch rechercheur droog opgemerkt. Fenna's hart had even stilgestaan. Dat betekent dat de persoon die dit op zijn geweten heeft een sleutel van haar appartement heeft. En dat vindt ze ontzettend beangstigend. Is deze persoon binnen geweest toen ze nog niet bij Evert logeerde? Toen ze sliep, of op momenten dat ze niet thuis was? Ineens voelt de dader dichterbij dan ooit.
"Fen?" Bram gooit een stukje van de gum op zijn bureau naar haar hoofd. Ze schrikt op uit haar gedachten en kijkt hem verontwaardigd aan. "Wat?" Bijt ze hem toe. Hij geeft een hoofdknikje naar Liselotte, die uit haar laboratorium is gekomen, en een aantal papieren omhoog houdt. "De afdruk van de schoen was eigenlijk te vaag om echt iets uit af te leiden. Het gaat om een grote schoen, maat 43, maar meer kan ik er niet van maken." Haar collega's knikken. "En de vingerafdruk?" Vraagt Evert dan ongeduldig. "Die heeft geen match opgeleverd," antwoordt Liselotte rustig. Bram vloekt, Fenna laat haar hoofd verslagen in haar handen rusten. "Dan hebben we nog steeds niks." Mompelt ze.
Evert kijkt naar Fenna, die met de dag meer lijkt te breken. "Hé, dat is niet waar," probeert hij haar gerust te stellen, "we weten dat de dader niet bekend is bij justitie... Dus alles uit die dossiers daar valt af." Zegt hij, met een hoofdknikje naar de enorme stapel op de hoek van haar bureau. Fenna staat op, en schudt haar hoofd. "Nee, Evert," haar stem trilt als ze probeert haar emoties onder controle te houden, "het zou nog steeds familie kunnen zijn... Vrienden. We moeten die verdomde dossiers nog nauwkeuriger gaan lezen." Ze legt haar hoofd in haar nek en staart naar het plafond. "Godverdomme!" Vloekt ze dan, voor ze in de richting van de uitgang verdwijnt.
Bram, Liselotte en Evert kijken haar na. "Ze heeft gelijk." Zegt Liselotte zacht. Bram knikt, en zucht dan. "Moeten we haar achterna?" Vraagt hij zich af. Evert staat al op. "Ik ga wel." Mompelt hij, voor hij dezelfde kant oploopt als Fenna. Buiten miezert het, en Evert krijgt er gelijk kippenvel van. Hij ziet Fenna nog net de parkeerplaats aflopen, en hij sprint achter haar aan. "Fen! Hé, Fenna!" Even blijft ze staan, dan loopt ze door, harder dan net. Toch haalt Evert haar al snel in. "Laat me met rust." Bijt ze hem toe, zonder hem aan te kijken. "Nee." Antwoordt. "Wat maakt je zo van slag?" Vraagt hij dan zacht. Fenna haalt kort haar schouders op, en blijft zwijgend verder lopen. "Hé, Fen..." Evert kijkt haar van opzij aan. Ze heeft een verbeten blik op haar gezicht, maar door haar bleke huid en de wallen onder haar ogen lijkt ze toch kwetsbaar. "Sluit me niet buiten." Zijn stem is bijna smekend.
"Ik kan het niet, oké." Fenna's blik is strak op haar voeten gericht. "M'n hoofd... Het is te vol allemaal. Dit... Deze zaak. Het haalt alles omhoog. Ik kan het niet." Ze haalt geïrriteerd haar schouders op, niet in staat om onder woorden te brengen wat ze voelt. "En jij..." Ze is zich ervan bewust dat ze Evert een uitleg verschuldigd is over die ochtend. "Ik-ik wil het wel... Je..." Ze zucht diep. "Maar ik kan het niet... Ik-ik..." Ze slikt. "Mijn hart zit te vol met pijn om nog ruimte over te hebben voor liefde." Ze buigt haar hoofd iets, zodat haar haren voor haar gezicht vallen. Evert houdt haar aan haar arm tegen. "Dan maken we ruimte, samen." Hij streelt haar wang en kust haar dan zacht. Zij gaat in de kus mee. Zijn woorden hebben zo'n sterke geruststellende invloed op haar dat ze hem gelooft. "Samen." Glimlacht ze als ze de kus verbreekt.
———————-
FEVERT 🤗
JE LEEST
De Oplossing
FanfictionPuzzelen met letters, raadsels in de levens van de rechercheurs en problemen die onoplosbaar lijken. Is het team sterk genoeg om de oplossing te vinden?