"Oké, jongens. Heel goed werk." Dries kijkt zijn team vol trots aan. "We hebben hem. Hij zit vast. Wat mij betreft betekent dat voor jullie dat jullie de rest van de middag vrij mogen nemen. Jullie hebben de rust wel verdiend vind ik." Hij glimlacht naar zijn rechercheurs, en gaat dan terug naar zijn kantoor. Voor hem is er nog wel genoeg te doen. Bram vertrekt bijna onmiddellijk, blij met de kans om wat slaap in te halen. Liselotte wil nog wat dingen afronden in haar lab, en laat haar blonde collega's samen achter. Evert kijkt Fenna aan. "Ga je met mij mee naar huis?" Vraagt hij aarzelend. De oorspronkelijke reden dat ze bij hem kwam wonen was omdat ze gevaar liep, en dat gevaar zit nu in een cel. Er is in de tussentijd weliswaar veel gebeurd, hij vraagt zich af of hij en Fenna dit samenwonen gelijk gaan voortzettend. Hij ziet haar ook twijfelen. "Kom met mij mee." Zegt ze na een tijdje. "Ik moet toch een keer terug naar huis... maar ik wil liever niet alleen zijn nu. Na alles wat er is gebeurd..."
Nadat ze wat spullen hebben opgehaald bij Evert thuis, gaat het blonde duo daadwerkelijk naar Fenna's huis. Ze is gespannen als ze de sleutel in het slot omdraait. De laatste keer dat ze hier was stond het vol met rozen, de keer daarvoor lag er een enorme plas bloed. Ze slikt, maar duwt dan de deur open. Opgelucht blaast ze wat lucht uit als ze ziet dat de gang leeg is. Ze voelt Everts hand geruststellend op haar onderrug, en langzaam loopt ze naar binnen. Niks is afwijkend, het is gewoon zoals het altijd is. Weer valt er een last van haar schouders af. Ook tegen dit moment had ze behoorlijk opgezien. Ze draait zich om en glimlacht zwakjes naar Evert. "Het is voorbij." Fluistert ze, voor ze hem zacht kust.
Ondanks de opluchting die Fenna voelt, blijft ze onrustig. Ze heeft nu pas tijd om te verwerken wat er allemaal is gebeurd. Ze probeert te ontspannen, maar het lukt niet goed. Om tien uur die avond heeft ze er genoeg van. "Ik ga nog een stukje lopen." Besluit ze, terwijl ze opstaat. Evert pakt haar pols vast. "Moet je dat nou wel doen?" Vraagt hij bezorgd. Het is al donker buiten, en hoewel hij weet dat Terpstra vastzit, vindt hij het geen fijn idee dat ze alleen rondloopt. Fenna knikt. "Ik moet m'n hoofd even leegmaken." Legt ze zacht uit. Evert wrijft met zijn duim over de binnenkant van haar pols. "Zal ik meegaan, lief? Ik vindt het geen fijn idee als je nu alleen bent..." Naast dat hij het niet fijn vindt als ze in haar eentje buiten is, is hij ook bezorgd over de gedachten die in haar hoofd rondgaan.
Tien minuten later lopen Evert en Fenna zwijgend door de donkere straten. Het is fris buiten, zo aan het einde van de avond. Fenna loopt stevig door, dat is voor haar de beste manier om haar gedachten tot rust te laten komen. Tot nu toe gaat dat echter behoorlijk lastig. Ze weet dat ze blij zou moeten zijn; de zaak is opgelost, Terpstra zit vast. Maar hij heeft haar mentaal een groot aantal rake klappen verkocht. Een aantal keer werd ze teruggeworpen in het verleden, naar plekken waar ze zich liever niet bevindt. Ze reikt naar Everts hand, en laat haar koude vingers tussen die van hem glijden.
"Ik hou van je, Fen," hij geeft een zacht kneepje in haar hand, "echt zo ongelofelijk veel." Ze geeft een zacht kneepje terug, maar blijft verder even stil. "Ik ook van jou..." Mompelt ze, terwijl ze zachtjes haar hoofd schudt. "Maar... Ik weet niet of we het moeten doen... Dit. Ik-ik ben zo... Zo'n wrak." Ze zucht. "Ik heb zo veel meegemaakt... Het gaat niet altijd goed met me." Ze aarzelt, maar zegt verder niks meer. Evert houdt haar tegen, en gaat recht tegenover haar staan. Met zijn blauwe ogen kijkt hij diep in haar bruine ogen. "Ik weet dat het soms moeilijk is... Dat het soms zo-zo vreselijk is. Maar je bent zo sterk. En jij... Als er iemand is van wie ik weet dat ze alles aankan wat er op haar pad komt, dan ben jij het." Hij leunt naar voren en kust haar zacht. "En je hebt mij." Fluistert hij. Fenna's mondhoeken krullen iets omhoog. "Ik hou zo veel van je," mompelt ze, "en dankzij jou... De afgelopen weken... Zonder jou weet ik niet wat ik gedaan had."
Even bijt Fenna op haar lip. Tranen branden achter haar ogen, maar Everts blauwe ogen zijn zo oprecht en het gevoel van vertrouwen dat hij haar geeft is zo groot dat ze toch glimlacht. "Je hebt me de afgelopen weken elke dag het gevoel gegeven dat het beter zou worden... En dat had ik alleen nooit gekund." Ze kijkt hem aan. "Dankjewel, daarvoor." Evert strijkt met zijn duimen over haar wangen. "Fen... Ik vond het fijn om er voor je te kunnen zijn. Dat was-" Ze laat hem niet uitpraten voor ze op haar tenen gaat staan en haar lippen tegen de zijne drukt. Het is goed. De zaak is opgelost, en – nog belangrijker – ze heeft ook het idee dat ze in haar privéleven eindelijk een oplossing heeft gevonden. Een toekomst, iets om voor te leven. Ze slaat haar armen om zijn nek heen en drukt haar lichaam tegen het zijn aan. "Ik hou van je." Voor de zoveelste keer vertelt ze het hem, maar nog nooit heeft ze het zo veel gemeend als nu.
---------- THE END ----------
yesss, en dan was het weerrr.
Ik moet zeggen dat ik dit de laatste paar hoofdstukken lastig vond om te schrijven, omdat ik in mijn hoofd al een beetje met een ander verhaal bezig was ;)
Duss, daar ben ik inmiddels lekker aan begonnen, mijn nieuwe verhaal heet 'Herinneren' en het eerste hoofdstuk heb ik net gepost!
X
JE LEEST
De Oplossing
FanfictionPuzzelen met letters, raadsels in de levens van de rechercheurs en problemen die onoplosbaar lijken. Is het team sterk genoeg om de oplossing te vinden?