"Waar kan ze zijn? Godverdegodver." Wanhopig staart Evert naar het scherm. Fenna heeft achter een aantal locaties cryptische aantekeningen gemaakt, waar hij niks wijzer van wordt. 'druk' 'lijkt op' 'belang?' "Hoe gaan we haar ooit vinden?" Jammert hij. "Als die gek haar heeft dan-dan..." Hij durft zijn zin niet eens af te maken. Dries kijkt naar Evert, en dan naar Bram, die sprakeloos van schrik lijkt. "Kom mee, naar Liselotte." Hij loopt voor zijn mannen uit, die aarzelend volgen. "Wat wil je doen? Haar telefoon peilen? Dat heeft toch helemaal geen zin. Die zal deze kerel toch allang ergens gedumpt hebben?" Dries antwoordt niet, en opent de deur naar Liselottes lab. "Peil dat zendertje." Draagt hij haar op. Als zij meteen aan de slag gaat, draait hij terug naar Bram en Evert. "Ik heb een aantal dagen geleden, na het gesprek dat ik met haar heb gehad, een zendertje in de voering van haar jas verstopt. Ik twijfelde eraan of ze haar kalmte zou kunnen bewaren als ze iets had, en we kennen Fenna goed genoeg om te weten dat ze graag alleen op pad gaat." Legt hij dan uit.
"Ik heb een locatie!" Roept Liselotte, voor Evert en Bram kunnen reageren op de uitleg van hun chef. Evert kijkt mee op het scherm van haar laptop. "Waar is dat?" Liselotte drukt op een paar knoppen, en het adres verschijnt in beeld. "Nijverheidsweg 83." Ze heeft de laatste lettergreep nog niet uitgesproken of Evert staat al bij de deur. "Kom op, Bram!" Hij gooit de deur open en sprint richting de uitgang van het bureau. Fenna's leven is in gevaar, er is geen tijd te verliezen.
Voordat Bram goed en wel in de Mazda heeft plaatsgenomen, scheurt Evert al van de parkeerplaats af. Bram voert het adres in de navigatie in en plaatst een sirene op het dak. Met een noodvaart rijden ze door de straten van de stad. Als Evert voor de vierder keer bijna uit de bocht vliegt, kijkt Bram zijn collega zijdelings aan. "Rustig aan. Als jij ons doodrijdt heeft Fen niks aan ons." Hij snapt de angst van zijn collega goed, zelf wil hij ook zo snel mogelijk op het adres dat Liselotte hen gaf aankomen. Evert knikt en mindert iets vaart. "We moeten haar redden. We moeten haar redden." Mompelt hij als een mantra voor zich uit. Hij wil niet nadenken over de mogelijkheid dat dit niet goed af zou lopen.
"POLITIE!" Met een harde beuk met zijn schouder breekt Evert de deur van het vervallen pand op het industrieterrein open. Zo snel mogelijk proberen hij en Bram zich te oriënteren. Ze horen ergens achterin het pand het geluid van stromend water, en gelijk weten ze – intuïtief – dat ze daar moeten zijn. Terwijl ze de omgeving scannen en elkaar met getrokken wapens dekking geven, sluipen ze naar achteren. De ruimte is leeg, op een groot bad na. "Wat the fuck is dit?" Vraagt Bram zich af. Evert heeft minder vragen, hij ziet het lichaam van zijn vriendin onder water. Zonder twijfel gooit hij zijn wapen neer, schopt hij zijn schoenen uit en duikt hij in het water. Bram ziet het gebeuren, hij checkt snel de ruimte, en als hij niemand ziet volgt hij Everts voorbeeld.
Het water is heel koud, even voelt het alsof alle lucht uit Everts longen is geblazen. Maar hij heeft er geen tijd voor, Fenna moet los. Haar ogen zijn gesloten, ze is buiten bewustzijn. Evert ziet dat haar armen achter haar rug zijn vastgebonden, met slechts een touw, tot zijn grote opluchting. Dat kan hij losmaken. Wanhopig trekt hij aan de touwen. Hij weet niet hoe lang Fenna al onder water is, hoe lang ze al geen lucht krijgt. Misschien... Nee, daar mag hij niet aan denken. Hij krijgt de knoop in zijn pure paniek niet los. Bram is ineens naast hem, samen trekken ze aan de touwen. Evert heeft lucht nodig. Hij krijgt geen lucht meer. Maar hij moet Fenna loskrijgen. Dat moet. Zwarte vlekken dansen voor zijn ogen als het touw ineens losschiet.
Met krachtige slagen zwemt Evert naar boven, Fenna's slappe lichaam met één arm meetrekkend. Hijgend komt hij boven. Naast hem duikt ook Bram boven het wateroppervlak op. "Hou haar vast." Evert duwt Fenna's lichaam in de armen van zijn collega en klimt zelf de kant op. "Kom hier." Met een klein beetje hulp van Bram trekt hij Fenna de kant op. "Ze ademt niet..." Mompelt hij in zichzelf. Hij legt zijn vingers in haar nek. "Geen hartslag... Verdomme, Fenna!" Zijn handen trillen, hij kan haar niet verliezen... "Bel een ambulance, ik begin met reanimeren!" Roept hij naar Bram, voor hij zijn handen op Fenna's borstbeen zet, en krachtig naar beneden drukt. "Kom op... Kom op, Fen."
---------
tjaaa jongens.... wat is een verhaal zonder een beetje drama? ;)
JE LEEST
De Oplossing
FanfictionPuzzelen met letters, raadsels in de levens van de rechercheurs en problemen die onoplosbaar lijken. Is het team sterk genoeg om de oplossing te vinden?