7

173 6 0
                                    

Strompelend liep ik voorbij de vele bureau's richting mijn kantoor. Ik was kapot. Mentaal, fysiek,... Hoe was het mogelijk dat ik alles voor haar wou, maar ondertussen alles kapotmaakte. Ik verdiende haar niet. Ik heb haar hart gebroken. "Eric" klonk een stem ver achter me. Ik draaide me sloom om en keek Koen met een gefrustreerde blik aan. Ik schudde mijn hoofd en had de intentie om verder te lopen, maar Koen trok weer zijn mond open. "Kunnen we praten? Ik wil weten wat er gisteren is gebeurd." Zei hij rustig. Ik zuchtte. Hoe kan hij dat niet weten? Heel het kantoor had het gehoord. "Alsof je dat niet zou weten. Iedereen heeft haar horen roepen." Zei ik hem. Ik keek hem even aan en zag zijn vragende blik. "Wie horen roepen, Eric? Jij bent gewoon uit uw kantoor gekomen en hebt mij bij de keel tegen de muur geduwd." Ik draaide mijn ogen. "Ik heb dat pas gedaan nadat Brigitte hier is komen roepen en tieren." Hij schudde zijn hoofd. "Brigitte?" Hij stond recht en kwam naar me toe. "Eric, ze ligt nog in het ziekenhuis. Ze is hier nooit geweest." Ik slikte. Dit kan niet. Ze was hier. Ze was razend op me. Ik zou het mezelf nooit vergeven. "Koen, doe zo niet. Ze is hier binnengestormd. Ze heeft me van alles verweten. Ze haat me." Koen schudde zijn hoofd en trok me aan mijn arm mee naar mijn kantoor. Hij sloot de deur achter zich en keek me aan. " Brigitte is hier echt niet geweest, Eric." Ik zuchtte en ging met mijn handen door mijn haar. Wat was echt en wat niet? Waarom gebeurde dit allemaal toch. "Dus Brigitte is hier niet geweest, maar ik heb jou wel hardhandig aangepakt?" Hij knikte. Ik was zo kwaad op mezelf. "Sorry, Koen. Sorry als ik u heb pijn gedaan ofzo!" Zei ik hem uitdrukkelijk. Hij gaf me een hand en zei dat het oké was, al was het alles behalve oké. "Je bent niet in orde he, Eric?" Ik schudde mijn hoofd. De tranen die opkwamen probeerde ik tegen te houden, maar dat lukte me niet goed. "Soms is het beter om hulp te vragen." Ik barstte uit. In tranen wellicht. Ik keek Koen aan en liet de woorden "help mij" over mijn lippen rollen. Hij legde zijn hand troostend op mijn schouder en kneep erin. "Je moet beter op jezelf letten, Eric. Je wilt zo graag voor Brigitte zorgen, maar hoe ga je dat doen als je niet eens voor jezelf kan zorgen?" Hij had gelijk. Ik moest er voor Brigitte zijn. Ik moet voor haar zorgen. Ik droogde mijn tranen en keek hem aan. "Je hebt gelijk!" 

Ik loop mijn kantoor terug uit en verplaats me naar het kantoor van de chef. Ik klop aantal keren op de deur en ga op zijn teken naar binnen. "Kan ik u even spreken, chef?" Hij knikte en deed teken dat ik plaats moest nemen in een van de stoelen. "Ik zou u eigenlijk iets willen vragen. Zou het mogelijk zijn om een paar dagen verlof te krijgen?" Hij keek me doordringend aan. "Ik vind dat nogal moeilijk aangezien we al iemand missen." Zei hij. Ik knikte, zuchtte zachtjes en zette me op de rand van mijn stoel. Mijn handen sloeg ik in elkaar en keek de chef strak aan. "Ik weet dat het wat moeilijk ligt en als het echt niet kan dan begrijp ik dat en zal ik dat aanvaarden, maar..." weer liet ik een zucht mijn mond ontsnappen, "Zou ik contact mogen opnemen met onze psycholoog?" Hij keek me vragend aan. Natuurlijk had hij dit niet verwacht. Hij wist nogal tamelijk weinig van wat er allemaal in zijn korps gebeurde. "Sinds die gebeurtenis van Brigitte heb ik mezelf achteruit gestoken en heb ik me wat laten gaan. Wil terug beter worden zodat ik Brigitte overal kan helpen." Hij grijnsde. "Goed van jou dat je om hulp vraagt!" Ik glimlachte zachtjes en wachtte op de chef die zijn agenda nakeek. "Ik kan u verlof geven tot volgende week woensdag. Morgen kan je bij de psycholoog terecht. Vertrek nu maar al naar huis." Ik knikte en keek hem dankbaar aan. "Bedankt chef!" 

Ik besloot om nog eens langs te gaan bij Brigitte. Ik wou weten hoe het met haar ging en eventueel vertellen dat ook ik om hulp heb gevraagd zodat ik haar kan helpen. Ik was best wel zenuwachtig, na alles wist ik nog steeds niet goed wat echt was en wat niet. Na een lange wandeling kwam ik aan bij Brigitte. Momenteel was er nog niemand op bezoek dus kon ik rustig met haar praten. "Hey, kom binnen." Zei ze als ze mij aan de deur zag staan. Ik glimlachte en wandelde haar kamer binnen. Ik zette me naast haar bed op de stoel neer en keek haar aan. De eerste tien minuten kwam ik te weten hoe het met haar ging en hoelang ze nog in het ziekenhuis moest blijven. Nadien viel er een diepe stilte. Ik keek haar aan. Ze was zo mooi. Ik hoopte dat ik haar kon helpen, haar terug gelukkig zou kunnen maken. "Haat je mij?" Ik keek haar aan en wachtte op een antwoord. "Wat? Waarom zou ik jou moeten haten?" Ze keek me verward aan. "Omdat ik er niet voor je was, dat ik je alleen heb gelaten terwijl je mij nodig had." Ik liet mijn hoofd zakken en kon de tranen niet meer tegenhouden. "Hey Ericske, ik zou u nooit haten. Je hebt altijd alles voor mij gedaan, daar ben ik u dankbaar voor." Ze nam mijn hand vast en kneep er zachtjes in. "Ik zou u nooit kunnen haten." 


Achter gesloten deuren~ Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu