41

145 6 4
                                    

Weken lang lag ik in het ziekenhuis. In het begin ging alles heel moeilijk doordat ik me bijna niets herinnerde en ik geen gevoel had in de linkerkant van mijn lichaam. Na heel veel moeilijkheden en tegenslagen kon ik eindelijk terug wandelen. Het was nog niet zoals het moest zijn, maar het verbeterde, gelukkig. Als ik echt moe was dan werd het moeilijk om nog stabiel te blijven staan en volgens de dokters zou dat nog enkele maanden kunnen duren. Mijn arm begon stilaan te beteren. Ik kon hem al meer en beter bewegen, maar om terug aan het werk te kunnen moest het toch nog veel verbeteren. Ik had vaak de neiging om te snel te gaan, waardoor ik een stap terug moest zetten. Mentaal was het soms ook enorm zwaar, al goed dat ik Brigitte had die altijd klaar stond als ik haar nodig had. Al ging het met haar ook niet zo goed. Ik had onlangs ontdekt dat ze zichzelf weer verminkte, maar als ik haar erover aansprak dan ontkende ze het. Elke keer dat ze hier kwam verklaarde ze me dat ze zich goed voelde. Al vertelden de collega's en mijn broer daar andere dingen over. Ik had hen gevraagd om op Brigitte te letten. Mijn broer nodigde haar vaak uit om te blijven eten. Zijn vrouw maakte altijd te veel eten en Tristan vond het geweldig als Brigitte op bezoek ging bij hen. Mijn broer vertelde mij dat Brigitte de laatste week enorm veel weigerde om op bezoek te gaan. Ook bij mij bleef ze niet meer zo lang zoals voordien dus ik maakte me echt wel zorgen.

De verpleegster kwam mijn kamer binnen. "Goedemiddag Eric, ben je klaar?" Vroeg ze me. Ik knikte en zette me recht. "We gaan eens zelfstandig naar de sportruimte wandelen he." Zei ze me met een glimlach. Ik keek haar onzeker aan en knikte. Ik stond recht en wandelde rustig, met de verpleegster naast mij, naar de sportruimte. Daar moest ik enkele oefeningen doen voor mijn arm en been, waaruit bleek dat ik nog veel vooruitgang heb gemaakt met mijn been. "Ik denk dat we jou volgende week naar huis kunnen laten gaan." Zei de fysiotherapeut. Ik glimlachte en zei hem dat dat goed nieuws was. Ik moest me dan wel aan het schema houden en niet weer te snel willen gaan, want dan zou het wel weer eens kunnen tegenslaan. Samen met de verpleegster wandelde ik terug naar mijn kamer. "Ik ben blij dat je zulk goed nieuws hebt gekregen. Je hebt er hard voor gewerkt." Zei ze terwijl ze mijn kussens opschudde zodat ik goed lag. Ik keek haar aan en knikte. "Duurt wel te lang naar mijn goesting. Ik zou zo snel mogelijk terug willen gaan werken. Met mijn partner de baan op." Antwoorde ik. Haar gezichtsuitdrukking toonde dat ze mij begreep. "Ja dat snap ik wel. Het is natuurlijk leuker om bij uw collega's te zitten dan hier op een kamertje he." Lachte ze. Met een lach knikte ik. "Binnen een uurtje kom ik uw eten brengen se." Ik vroeg haar wat de pot schafte. Blijkbaar was het visdag. Ik zuchtte. "Een goei pak friet zou mij toch echt wel smaken zene." Lachte ik. "Nog een weekske wachten." Lachte ze en liep mijn kamer uit. Ik nam mijn gsm en scrolde wat door mijn sociale media. Dat was zowat het enige dat ik hier kon doen. 

De verpleegster kwam zonet mijn leeggoed halen. Bij het buiten gaan vermeldde ze dat er bezoek was. Ik keek meteen naar de deur en zag Brigitte verschijnen. Met een brede glimlach op haar gezicht kwam ze snel naar me toe gewandeld. "Snel, want de rest komt er aan." Zei ze. Ik glimlachte en gaf haar een liefdevolle kus. We vermoedde dat de collega's het al wel wisten van ons, maar we wouden het zelf nog niet bevestigen. Daarom ook dat we het fysiek contact niet wouden doen waar ze bij waren. "Hoe was jouw dag?" Vroeg ik vrijwel meteen na de kus. Ze haalde haar schouders op en vertelde me dat ze de hele dag papierwerk heeft moeten doen. "Heey." De collega's kwamen binnen en begroette me. Ze kwamen me allemaal een knuffel geven en zette zich dan verspreid doorheen de kamer. Ik vloekte binnensmonds. Ik wou zo graag even alleen zijn met Brigitte, maar ik kon moeilijk iedereen wegsturen. Ik zag aan Brigitte dat ze het ook niet zo leuk vond dat iedereen er snel was. Ik nam voorzichtig haar hand vast en kneep er zacht in. Ze keek me aan en glimlachte. Weer die verdomde glimlach. Het kon niet anders dan dat de rest zag hoe verliefd ik naar Brigitte keek. Ze moest maar zo prachtig niet zijn. 

"Ik ga beneden even gaan eten." Zei Floor die over haar buik wreef als teken dat ze honger had. Al snel stemde iedereen daarmee in. "Brigitte, ga je mee?" Vroegen ze haar aangezien ze nog niet had gereageerd. Ze schudde haar hoofd. "Dan zit Eric zo alleen. Ik eet straks wel." Zei ze. Floor grinnikte. "Ik kan meegaan hoor." Zei ik met een glimlach. "Rolstoel nodig?" Vroegen ze me. Ik schudde mijn hoofd. Ze keken me met grote ogen aan. Vooral Brigitte, al zag ik aan haar blik dat ze liever even alleen wou zijn. "Gaan jullie maar al, wij komen later." Zei ik hen. Ze knikten en verlieten mijn kamer. Brigitte keek me dankbaar aan. "Gaat het schatteke?" Vroeg ik haar bezorgd. Ze glimlachte en knikte. Ze kwam naar me toe en gaf me een knuffel. Haar lichaam voelde zo anders aan. Precies of ze voelde zich er niet goed bij dat ze mij een knuffel gaf. Ze liet me los en keek me aan, met een minder brede glimlach deze keer. "Lieverd," ik nam haar hand vast en keek haar doordringend aan, "wat scheelt er?" Ze liet haar hoofd zachtjes zakken. "Ik mis je enorm hard." Zei ze bedroefd. Ik nam haar stevig vast en vertelde haar dat ik misschien binnen een week naar huis mocht. Dat maakte haar natuurlijk blij. Ze gaf mij een kus en zei dan om naar beneden te gaan. 

Hand in hand liepen we door de lange ziekenhuisgangen op weg naar de cafetaria die helemaal beneden was. Mijn arm zat in een mitella omdat die nog niet volledig in orde was en ik deze nog niet te veel mocht belasten. Het wandelen ging op een traag tempo, omdat ik ook deze weer niet mocht belasten. Voor dat we de cafetaria inliepen liet ik Brigitte haar hand los en voegde ons dan bij onze collega's bij. Ze keken me glimlachend aan. "We zijn zo blij voor u, Eric." Zei Koen terwijl ik me neerzette. "Ik ga blij zijn om terug te kunnen gaan werken." Antwoordde ik. Brigitte zette zich over mij neer, maar leek enorm afwezig. "Brigitte zal ook wel blij zijn, ze moet constant papierwerk doen." Zei Floor. Ik lachte. "Het voornaamste is denk ik dat je kan terugkomen ondanks alle onzekerheid en dat nu ook eindelijk iedereen gestraft is die dat ook hebben verdiend." Zei Obi daarop. Ik knikte, daar had hij gelijk in. Enkele weken geleden dachten ze dat ik nooit meer zou kunnen wandelen. Ik keek naar Brigitte en zag dat ze helemaal in zichzelf was gekeerd. "Brigitte, moet jij niets eten?" Vroeg ik haar. Ze schudde haar hoofd. "Ik ga thuis iets eten." Ik stond recht. "Ik trakteer." Zonder te wachten op reactie liep ik richting het eten en nam iets waar ik zeker van was dat ze het zou lusten. Ik betaalde het eten en ging terug naar de tafel. "Hier se, laat het smaken." Zei ik haar en zette me terug neer. 

Nadat iedereen gedaan had met eten besloten we om nog even terug te gaan naar mijn kamer. Mijn been begon minder goed mee te werken. Deze wandeling was er duidelijk nog te veel aan. Het begon zo zwaar te worden dat ik op een gegeven moment geen gevoel meer had in mijn been en ik erdoor zakte. Ik viel recht op mijn linkerarm. Ik hoorde Brigitte geshockt mijn naam uitroepen. De collega's draaiden zich meteen om, om me te komen helpen. Ik vloekte en sloeg op de grond. Ik was zo kwaad op mezelf. De collega's probeerden me overeind te helpen, maar ik zei hen op een kwade manier dat ze me moesten laten doen. Met een zucht sloeg ik mijn hand in mijn gezicht. "Kom Eric, we gaan u helpen." Hoorde ik de verpleegster zeggen. Nu moest ik wel toegeven. Ik moest toegeven dat mijn lichaam nog niet sterk genoeg was. Ze zette mij in de rolstoel en duwde mij naar mijn kamer. Geen enkel moment keek ik de collega's aan. Niet dat ik boos was op hen, maar wel omdat ik me schaamde. Ze waren zo blij dat het eindelijk terug lukte en nu lag ik daar op de grond. Met veel moeite hielp de verpleegster mij terug in bed zetten. Ik hoorde de collega's zeggen dat ze beter naar huis konden gaan, ik besloot er niet op in te gaan want ik was echt niet te genieten. Tegen dat ik goed in bed lag waren de collega's weg. "Ik wil Brigitte." Zei ik verbijsterd. De verpleegster ging zien of ze er nog was, wat jammer genoeg niet het geval was. Uit frustratie dat ik ook Brigitte slecht heb behandeld gooide ik het glas, dat ik vast had om te drinken, hard tegen de muur over mij. De verpleegster, die nog in mijn kamer stond, verschoot. "Bel haar even. Zal haar deugd doen." Zei ze me. Ik knikte en nam mijn gsm. Na paar keer bellen nam ze eindelijk op. "Brigitteke, sorry voor mijn reactie." Zei ik meteen. "Maakt niet uit. Ik snap je wel." Antwoorde ze. "Ik wil echt bij jou zijn." Zei ik stil. Ik slikte. De tranen kwamen in mijn ogen te staan. Ik miste haar echt. 

Achter gesloten deuren~ Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu