Op mijn gemak loop ik richting onze hut. Ik ben van plan me wel mooi aan te kleden voor Vaia.
Na een tijdje heb ik eindelijk wat leuks gevonden (zie foto hierboven). Ik blijf voor de spiegel staan. Ik zie er op zich wel goed uit. Ik hoop dat Vaia het leuk vind. Even twijfel ik, maar beslis dan dat ik het hier mee moet doen. Ik loop naar buiten en zie dat het al aan het schemeren is. Heb ik er zo lang over gedaan? Half rennend ga ik naar de velden.
Ik kijk om me heen, maar ik zie Vaia nergens. Teleurgesteld ga ik op de grond zitten. Ben ik te laat? Een traan kruipt langzaam over mijn wang. Waarom moest ik dan ook zo nodig deze kleren aan trekken. Ik weet dat ik niet snel ben met kleding uitzoeken. Met mijn hoofd op mijn knieën steunend staar ik naar de grond. Achter me hoor ik voetstappen. Langzaam draai ik mijn hoofd. Het is Vaia niet. Ik veeg mijn tranen weg, maar ik sta niet op. De persoon komt naast me zitten. Ik heb niet gezien wie het was en aangezien ik naar mijn voeten kijk, kan ik het nu ook niet zien. "Wat is er? Heeft ze je in de steek gelaten?" Het klinkt niet eens alsof ze medelijden heeft. Eerder alsof ze dit leuk vindt. Misschien is dat ook zo. Snel sta ik op en klop het stof van me af. Ik wil een stap naar voren zetten, maar ze pakt mijn pols vast. "Negeer me toch niet. Ik bedoel het goed hoor." De rillingen lopen over mijn rug. Het klinkt zo zoet, maar toch weet ik dat het nep is. "Ik moet gaan." Ik ruk mijn hand los en loop weg. Achter me hoor ik haar opstaan en achter me aan lopen. Rennen zelfs. "Ava, laat me met rust," zeg ik boos voordat ik de hoek om sla en mijn hut in loop.
Tranen lopen over mijn wangen en ik ren naar mijn bed. Woedend schreeuw ik. Waarom moest dat toch zo lang bij mij duren. Waarom heb ik Vaia toch laten wachten en waarom moet Ava toch zo irritant doen. Ik draai me op mijn rug en kijk, met een wazige blik van de tranen, de kamer rond. Geschrokken kijk ik naar een hoekje van de hut. Vaia zit daar, met haar hoofd op haar knieën. Mijn woede veranderd in bezorgdheid en ik snel naar haar toe.
"Vaia, gaat het wel met je? Wat is er aan de hand?" Onderzoekend bekijk ik haar, maar ik zie niets. Ze tilt haar hoofd op en kijkt me met tranen in haar ogen aan. Voorzichtig veeg ik met mijn duimen haar tranen weg.
"Mijn verrassing... Ze sloopten het. Alles is kapot. Ik wou ze tegenhouden, maar het ging niet."
"Wie... Wie waren het?" Ik kan maar moeilijk uit mijn woorden komen.
Vaia kijkt weg, maar dat sta ik niet toe. Ik wil antwoord. Toch wacht ik gewoon tot ze antwoord geeft."Het was Ava, met nog wat anderen."Haar stem klinkt zo zachtjes dat ik het bijna niet versta. Mijn handen ballenzich en ik moet moeite doen om niet meteen de deur uit te gaan en Ava een lesjete leren.
"Aryah," begint Vaia terwijl ze haar hand op mijn arm legt,"alsjeblieft, verspil je tijd niet aan boos zijn op haar. Zij krijgt haarstraf nog wel, maar niet nu." Ze haalt haar hand niet van mijn schouder aftijdens het verzitten. Nu zit ze dichter bij. Veel dichter bij. Langzaamontspannen mijn spieren en na een tijdje is mijn ademhaling ook weer rustig. Ikvoel mijn wangen warm worden, alweer en draai mijn hoofd weg. Ze hoeftme niet nog een keer zien blozen alleen maar omdat ze zo dichtbij me is.Hoi hoi,
Hier weer een nieuw hoofdstuk. Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden. Laten jullie het me weten?
Ik ben nu op vakantie in Duitsland en dus ook in de bergen, dus ik krijg hier bergen inspiratie. Hoe is jullie vakantie.
Tot de volgende keer en nog een fijne vakantie.~ Bianca
JE LEEST
Kamp LGBT (gxg) || Wattys
Teen Fiction"Laat je verdriet je geluk niet overschaduwen." Aryah komt bij haar ouders uit de kast als lesbisch, maar ze reageren niet zoals ze had verwacht. Ze gaan door het lint en besluiten haar naar een zomerkamp te sturen om haar te laten 'genezen' van haa...