67

211 11 7
                                    

Oke, het kan misschien wel. Dat ze eerder klaar is met inpakken dan ik. Maar dat komt alleen maar omdat ze eigenlijk bijna niets in haar vierde koffer hoefde te doen. En ik kon alles nauwelijks er bij mij inpassen. Dat is niet mijn schuld. Die koffer had gewoon groter moeten zijn. Of Vaia had meer moeten mee nemen. Dan had ik wel eerder klaar geweest. Of ik had gewoon het niet moeten uitstellen. Maar daar hebben we het gewoon niet over. Uitstellen is goed. Soms. Wanneer ik zeker ben dat ik dingen dan nog steeds op tijd af kan hebben. Bijna zeker.

We hebben sowieso nog twee uur tot de eerste ouders kunnen komen. Het inpakken heeft ons een heel half uur geduurd. De tijd ging misschien dan toch wel snel.

"Heb jij een idee om wat te gaan doen?" vraag ik dan maar. Ik kan niets verzinnen.

Maar Vaia schudt haar hoofd. Zij kan ook niets bedenken. Daar kunnen we ook niet zo veel mee.

Er wordt op de deur geklopt. Meteen begint mijn hart te bonken. Wat als mijn ouders er nu al zijn.

Maar wanneer Vaia de deur opent zijn het gelukkig Dorian, Tomi, Noah, Jason, Alis en Cass.

"We willen nog wat groepsfoto's maken," zegt Tomi iet wat vrolijk. "Komen jullie ook?"

Vaia knikt meteen enthousiast en ik daarna ook. Dat soort foto's hadden we nog niet.

Met zijn allen lopen we naar het veld, want daar is de meeste ruimte. En er is niemand anders. Behalve Mark dan. Die lijkt op ons te staan wachten.

"Waar is de camera?" vraagt hij. Hij stond inderdaad op ons te wachten.

"Hier," roept Vaia terwijl ze hem haar camera geeft.

Snel gaan we allemaal bij elkaar staan en maakt Mark een paar foto's.

"En nu gekke foto's," roept Mark.

Vaia en ik kijken elkaar met een gek gezicht aan en schieten in de lach, waardoor de anderen ook in de lach schieten. En Mark hoor ik snel een hele hoop foto's maken.

Wanneer we uitgelachen zijn geeft Mark de camera weer terug.

"Ik denk dat er wel een aantal goede tussen zitten," zegt hij met een knipoog.

Vaia bedankt hem, maar gaat niet door de foto's kijken.

"Dat komt later wel," zegt ze. Ook zij knipoogt en ik kan er niet tegen dat ik niet weet waarom ze knipogen. Maar daar moet ik maar mee leven, want antwoorden krijg ik vast niet.

Opeens staan we weer met zijn tweeën alleen op het veld. De anderen zijn weer gewoon weg gegaan zonder wat te zeggen.

"Dit gebeurt zo wel vaak hè?"

Vaia knikt. "Soms denk ik dat ze het expres doen, maar daar wordt het ook niet veel beter van."

Dat wordt het inderdaad niet, het kan dan wel heel veel achterliggende gedachtes hebben. En ik wil echt niet gaan nadenken over die mogelijkheden.

"Ik heb aan Mark nog gevraagd of er iets lekkers klaar gezet kan worden, dus als we nu richting de keuken gaan zal het waarschijnlijk wel klaar zijn."

Ik knik en we lopen het veld af. Hoeveel leuke dingen Vaia ook bedenkt, het is moeilijke om me te laten afleiden van denken aan dat we al weer bijna weg moeten. Ik bedoel we moeten nu zo'n anderhalf uur staan wachten tot onze ouders komen. Ik heb geen idee hoe we daar vrolijk doorheen komen hoor. Het is druk binnen in het grote gebouw, dus blijf ik buiten staan wachten tot Vaia weer terug is. Het is hier zo lekker warm buiten. Zulk lekker weer en ik kom ook nog eens echt buiten. Wanneer ik thuis ben zal ik waarschijnlijk bijna alleen nog maar binnen zitten. Net zoals hiervoor. Daar zal niet echt verandering in komen.

Hallo lieve lezers,

Hier weer een nieuw hoofdstukje. Ze hebben nog maar weinig tijd samen...
Laat weten hoe je het hoofdstuk vindt ik de comments en tot donderdag (11 februari)!!

~Bianca

Kamp LGBT (gxg) || WattysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu