30

368 16 7
                                    

Er wordt omgeroepen dat het tijd is voor de lunch en mijn zenuwen beginnen nu op te spelen. Nog even en dan gaat Vaia weg. Na de lunch. Het is nu al lunch.

Vaia pakt mijn hand vast en wrijft er even over. Ik glimlach zwakjes en ik weet dat ze weet hoe ik voel. Maar ik weet ook dat dat is hoe zij zich voelt. We vinden het beiden vervelend dat we zo meteen afscheid moeten nemen.

Dorian, Noah en Alis komen weer bij ons zitten. Ik denk dat we met zijn vijven zo een groepje vormen.

Vaia en ik zijn niet de enige die tijdens het eten somber voor zich uit staren. Terwijl om ons heen aan de tafels gelachen en gepraat wordt is het hier stil.

"Kom op, ik snap dat iedereen het vervelend vindt dat Vaia zo na de lunch weg gaat, maar dat betekent niet dat we nu de sfeer daarmee hoeven te verpesten." Alis klinkt zekerder dan ze er uit ziet.

Toch knikken we. Ze heeft natuurlijk gelijk. We zouden ervan moeten genieten dat Vaia er nog is. Maar toch is dat makkelijker gezegd als gedaan. Het is niet dat ik zomaar kan stoppen er over te denken.

De lunch is al snel voorbij en de spanning wordt steeds groter. We lopen naar onze hut en Vaia pakt wat spulletjes in. Niet alles, want ze komt nog terug. Maar wel veel van haar spullen.

Er wordt op de deur geklopt en ik doe open. Mark staat er met een bezorgde blik.

"Zou je even naar buiten willen komen?" vraagt hij.

Ik knik en volg hem naar buiten.

"Gaat het met je? Denk je dat je het red in je eentje in de hut? Heb je vrienden om tijd mee door te brengen?"

Ik ben even stil van al deze vragen. Hij is echt erg bezorgd. "Het komt wel goed denk ik," zeg ik zo luchtig mogelijk. Hij lijkt het alleen niet voldoende antwoord te vinden. Ik zucht. "Het gaat. En ik red het in mijn eentje in de hut. Ik heb vrienden gemaakt die me gezelschap gaan houden."

Mark knikt kort.

Op dat moment toetert er een auto bij de ingang van het kamp. Markt kijkt richting de auto en ik weet al dat het de ouders van Vaia zijn.

Mark legt zijn hand op mijn schouder en ik kijk hem aan. "Als jij het zegt, geloof ik je. Ik ga nu even naar haar ouders toe. Geef jij aan Vaia door dat ze er zijn?"

Ik knik en Mark loopt richting de ingang. Snel open ik de deur van onze hut weer. Vaia staat bij haar koffer die ze op de tafel heeft gelegd.

"Heb je alles?" vraag ik haar.

Ze knikt zonder naar me op te kijken.

"Je ouders zijn er."

Weer knikt ze alleen. En weer kijkt ze me niet aan. Normaal is ze niet zo stil.

"Gaat het wel?"

Ze draait zich naar me toe, haar gezicht ziet er niet veel anders uit. Geen emotie is er op af te lezen.

Ik loop maar naar haar toe en geef haar een knuffel. "Kom, we moeten naar je ouders toe."

Hoi Lieve lezers,

Hier weer een nieuw hoofdstukje. EN NEE IK HUIL NIET. (Of toch wel). Maar ja, dit is nog maar het begin van wat er nog komen gaat. En als ik me nu al emotioneel voel, weet ik niet hoe het gaat met het volgende hoofdstuk schrijven (ik heb dit net na het schrijven van het hoofdstuk geschreven).
Laat me in de comments weten wat je van het hoofdstuk vindt en tot volgende week (28 september).

~ Bianca

Kamp LGBT (gxg) || WattysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu