12

1.2K 44 7
                                    

Het avondeten hebben we mee naar onze hut genomen. Wij hadden er geen zin in om in de drukte te gaan zitten, er zijn een stuk of veertig mensen hier. En het was toch simpel eten, een patatje, dus waarom niet? In onze hut hebben we een tafel met vier stoelen en we zitten tegenover elkaar. Eigenlijk wilde ik naast Vaia gaan zitten, maar zij vond het een goed idee dat ik tegenover haar ging zitten. Dus dat deed ik. Alleen heb ik daar nu wel een beetje spijt van. Hoewel het niet zo heel erg is. De manier waarop ze me aankijkt, zo een manier waarvan iedereen droomt. Zo een manier die je hart sneller laat kloppen (misschien laat het je hart wel een slag overslaan) en je wangen laat blozen, zo erg dat je weg zou willen kijken. Maar dat doe je niet, want de enige die zo wordt aangekeken ben jij en jij alleen.

De patat wordt koud, maar dat maakt niet uit. Het enige dat uitmaakt zijn wij. Maar toch duurt het moment niet lang. Vaia kijkt weg en eet weer verder. Het duurt even voordat ik door heb dat ik naar de muur staat, in plaats van naar Vaia. Ook ik richt me weer op mijn eten. De patat is inderdaad al kouder dan daarnet.

Na het eten praten we over van alles en nog wat, over school, vrienden, hobby's, over thuis. We leren elkaar steeds beter kennen en daarmee groeit mijn liefde voor Vaia steeds meer. We hebben een aantal dingen gemeen, maar zijn op veel punten ook tegenpolen van elkaar. Bij mij raken dingen me snel, ik ben verlegen en kom niet snel voor mijzelf op. Vaia daarentegen lijkt niet zo snel geraakt en komt voor haarzelf op. Ze kan soms zelfs een grote mond hebben. Iets wat ik zelf niet echt durf te hebben. Ik wil niet dat mensen gekwetst worden door mijn woorden of dat ik ze pijn doe. Ik ben jaloers op hoe dat Vaia wat minder kan schelen.

De volgende ochtend hebben we al vroeg een wandeling. De begeleider, een man van een jaar of veertig, wil ons de dieren hier in het bos laten zien. Wanneer de zon net op is lopen we het bos in. We moeten stil zijn en uitkijken met waar we lopen. Bij het minste of geringste geluid kunnen de dieren al vluchten en dan zou deze wandeling voor niets zijn geweest. Plus het vroege opstaan.

Het is nog best wel donker in het bos. De zon is dan wel op, maar het bos is dicht en wordt dus niet zo snel verlicht. Ik heb het bos altijd al een beetje eng gevonden en nu in de schemering ben ik ook een beetje bang. Gelukkig heb ik Vaia naast me. We lopen dicht naast elkaar. Onze armen strijken langs elkaar. Zal ik? Snel maak ik een beslissing en pak haar hand vast. Ik moet stoppen met het afwachten. Vaia kijkt naar onze handen en daarna naar mij. Ze bloost en glimlacht. Ik zucht opgelucht en glimlach terug voordat ik weer voor me uit kijk.

Na een tijdje verstrengeld Vaia onze vingers.


Hoi lieve lezers,

Hier weer een hoofdstukje nog voor de vakantie eindigt. Het gaat de laatste tijd steeds beter met de inspiratie. Ik weet niet of dit wel het laatste hoofdstuk is voordat school weer begint, maar hou daar alsjeblieft rekening mee. Ik hoor graag in de comments wat jullie van dit hoofdstuk vinden. Ik vond het in ieder geval leuk om te schrijven. Tot de volgende keer.

~Bianca

Kamp LGBT (gxg) || WattysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu