Nog geen uur later kreeg hij antwoord.
Oce had een ellenlange brief geschreven over de werking, geschiedenis en algemene feitjes van wat zij de 'Armylon' noemde. Hij had geen idee hoe ze de tijd ervoor kon vinden, of het geduld, of de kennis om zo'n brief te schrijven. Hij had zich er al lang bij neergelegd dat Oceana van Arelia blijkbaar een onfeilbaar fotografisch geheugen en onvermoeibare motivatie en nieuwsgierigheid bezat. Hij wist ook dat hij zelf daar nooit bij in de buurt zou komen.
Kort samengevat was de Armylon een soort draagbare, kleine hersenpan, maar dan beter. Je kon er herinneringen in opslaan, om die wanneer je maar wilde te bekijken. Je kon er ook herinneringen van anderen in bekijken, zolang als die vrijwillig werden afgestaan. Diegene raakte de herinnering niet kwijt en er kwamen geen verdere acties aan te pas. De persoon in kwestie moest gewoon expliciet toestemming geven aan jou om de herinnering te bekijken.
Hij begreep niks van de data in de brief. Ze zagen eruit als 'de drieënveertigste Gyti van de honderdvierendertigste Wissel na C3061'. Dat was trouwens, volgens Oce, de dag waarop een enorme Armonmijn werd ontdekt. Armon was blijkbaar het materiaal waar de Armylon van werd gemaakt.
Hij besloot hem nog niet te gebruiken. Misschien zou hij later van pas komen.Winter vond ik één van de leukste jaargetijden. Vooral omdat het meestal sneeuwde. En ik hield van sneeuw.
Op 1 januari werd ik wakker, wierp één blik uit het raam, en teleporteerde naar buiten.
Daar gebruikte ik magie om een sneeuwpop te maken, zo groot als maar kon zonder dat het op zou vallen.
Daarna maakte ik een ijsblok en gebruikte een hamer en beitel om er een ijssculptuur van te maken. Ik modelleerde voorzichtig het gezicht toen het weer begon te sneeuwen. Een uur later keek een ijs-Corai me mysterieus aan. Ik vond het altijd leuk om haar na te maken. Dat kwam vooral door haar excentrieke stijl: ze droeg altijd veel sjaals, doeken, zware kettingen en mooie ringen.
Corai Minorel was het enige kind van de graaf van Trendul, één van de grootste graafschappen in Arelia. Als enig kind kreeg ze altijd wat ze maar wilde, wanneer ze het wilde. Haar familie was rijk, vergelijkbaar met het bruto binnenlands product van een klein land. Natuurlijk was niet alles van haar of haar vader, ze had ook nog drie ooms en vijf tantes. Toch stond ze vrij hoog op de sociale ladder.
Ze was ook mijn beste vriendin. We hadden elkaar ontmoet op een bal dat gegeven werd voor de verbinding tussen twee onbeduidende graafschappen. Het was erg chique en stijf, en omdat ik vijf was, vond ik er niets aan.
Er waren een paar andere kinderen, maar die waren óf een paar jaar ouder, óf nog een peuter. Corai was de enige in mijn leeftijdsgroep. En wat gebeurt er als je twee vijfjarigen alleen laat op een bal? Ze worden vrienden.
Corai maakte het nooit iets uit wie of wat ik was, ze keek alleen naar mijn persoonlijkheid. Ze deed alles altijd op haar eigen manier. En ze stond altijd voor me klaar. Van iedereen thuis miste ik haar het meest.
Niet dat ik veel mensen miste.Nadat ik klaar was met de sculptuur, besloot ik Harry op te zoeken. Ik vond hem in de bibliotheek, aan het nadenken over Sirius Zwarts.
'Zin in een sneeuwballengevecht?'
Hij keek op, zag mij staan, en glimlachte. 'Tuurlijk. Wedden op tien Galjoenen dat ik win?'
'Deal.'Ik won.
Dat was absoluut niet verrassend, nadat ik hem met een goedgemikte sneeuwbal onder een berg sneeuw begroef. Het kostte me (zonder magie, dat zou ik uit moeten leggen en daar had ik geen zin in) ruim tien minuten om hem helemaal los te krijgen. Tegen die tijd was hij al diepgevroren en heb ik ruim een kwartier lang hem staan uitlachen over hoe belachelijk zijn haar zat. Het had zich in enorme stekels op zijn hoofd gevormd, en was zo bevroren. Daarna heb ik hem naar binnen geholpen en zijn we voor het haardvuur in de leerlingenkamer van Griffoendor gaan zitten. Daar heb ik een halfuur lang naar hem geluisterd terwijl hij me al zijn problemen vertelde.
Toen heb ik mijn tien Galjoenen gekregen en gingen we stiekem naar Zweinsveld om het uit te geven.
Al met al was het een vrij geslaagde dag.De volgende morgen besloot ik te kijken wat ik kon doen voor Silurra. Eerst schreef ik een brief aan Emerald, waarin ik hem confronteerde met de waarheid. Die beantwoordde hij al snel met zijn (beleefde) versie van 'ja dat maakt me niets uit'. Hij omschreef het, net als Elania, als 'het is oorlog, soms moeten we dingen doen die we onder normale omstandigheden niet eens zouden overwegen' en meer van dat soort onzin.
Een gemiddelde belegering kon zo'n dertig tot zestig dagen duren. Daarvan waren er tien tot twintig dagen daadwerkelijk gevechten, en de rest was proberen de tegenpartij zo wanhopig te krijgen dat ze zouden opgeven. Een belegering was niet altijd succesvol. De kans op succes hing af van de grootte en expertise van de belegeraars en het uithoudingsvermogen en de verdediging van de belegerde. Emerald had de hoofdmacht van Arelia gestuurd om Umttralon te belegeren, en die had nog nooit gefaald. Ze hadden ook nog nooit de hoofdstad van Cimora belegerd, en die zette vast alles op alles om deze strijd te winnen.
Ik bevond me in een moreel dilemma. Als ik Silurra hielp met het winnen van deze strijd, verloor Emerald, en daarmee Arelia. Dat was hoogverraad. Als ik niets deed, kon Silurra vermoord worden. Dat was een schending van ons pact.Zij was me blijkbaar gunstig, want mijn keuze werd uitgesteld. Professor Perkamentus had me uitgenodigd in zijn kantoor, om te praten over mijn tijd hier.
Ik wist dat ik snel een keuze moest maken. Maar voor deze keer kon ik het wel even uitstellen, toch?
JE LEEST
Oceana - deel 1
FanfictionDraco Malfidus begint aan zijn derde jaar op Zweinstein. Hij verwacht dat het net zo zal gaan als de voorgaande jaren - hij is de leider van Zwadderich, hij heeft ruzie met Potter en Potter redt één of twee mensen, of de hele toverwereld - je weet...