Uit het verleden (2)

82 4 1
                                    

Ik was vastbesloten mijn beste beentje voor te zetten. Ik zou ze het nakijken geven.
Elegante passen, kin omhoog, zelfvoldaan lachje op mijn gezicht. Zoals het iemand van mijn status betaamt. Het had me jaren gekost de houding van onverschillige, arrogante Royal te perfectioneren. Ik beheerste mijn uitstraling tot in de puntjes.
Luce was een stuk losser hierin. Dat kwam natuurlijk door de cultuur van haar volk, de Cimoranen. Ze probeerde al jaren om me iets van haar cultuur bij te brengen. Omgekeerd had zij geen problemen gehad de Areliaanse houding eigen te maken. Was ik daar jaloers op? Op hoe makkelijk zij blijkbaar alles kon? Op hoe makkelijk ze met anderen omging? Op hoe zíj later niet over een volk van leugenaars hoefde te heersen?
Stiekem wel. Stiekem benijdde ik haar. Niet dat ik dat ooit zou laten merken.

Het bal werd gehouden in een grote, rechthoekige ruimte. Drie meter van de muren af omringden kunstig versierde pilaren de massa edelen. In elke hoek stonden soldaten. Logisch, er waren edelen en Royals aanwezig. Geen burger had toegang tot zulke feestjes, behalve als bediende of soldaat.
Er waren banners en linten aangebracht in groen- en bruintinten en de muren vertelden de geschiedenis van Tymìro. Er stonden lange tafels met kleine hapjes en punch.
Langs de westelijke muur was een podium gebouwd, waar een orkest voor muziek zorgde. Op dit moment was er nog niemand aan het dansen, omdat de belangrijkste gasten bezig waren binnen te komen. Later zou het orkest vast een wals spelen, of een Múlkoi, een traditionele Teroniaanse dans vol gedraai en gezwier. Het maakte me vroeger altijd duizelig. Daarom heb ik er ook zo vaak op geoefend.

De menigte was druk aan het praten. De reden voor dit bal was niet op de uitnodiging vermeld, en er werd druk gespeculeerd. Natuurlijk had de graaf van Werlyt geen reden nodig om een bal te houden, hij was rijk genoeg om zoveel bals te houden als hij zou willen en had genoeg aanzien om er mee weg te komen. Maar een internationaal bal werd niet vaak gehouden, en al helemaal niet door een gewone edele. Nu was de graaf van Werlyt vrij invloedrijk en belangrijk, maar hij was geen Royal. En Royals zomaar uitnodigen 'gewoon omdat hij er zin in had' deed zelfs hij niet. Hij zou het met de dood bekopen.
En toch waren ze gekomen. Tóch zag ik hier en daar, omringd door beveiligers en een aanbiddende menigte, Royals. Ze hadden hem nog niet de keel door gesneden. Uit nieuwsgierigheid. Waarom had hij het lef ze uit te nodigen? Zij, de regerende families?
Want dat was wat Royals waren: de families die de vier landen van Teron bestuurden. Ze waren bijna goden, zo machtig waren ze. Niet allemaal waren ze even krachtig, door inmenging met niet-Royals of gewoon omdat ze geen geluk hadden gehad met de genenloterij. Ikzelf was van puur bloed: mijn moeder was al een paar eeuwen de koningin van Arelia en mijn vader was de broer van Frendil, die drie decennia geleden was aangesteld als koning van Irkano. De banden met het Land van Vuur waren dan ook vrij goed.
Wat Royals zo apart zette van het gewone volk, zelfs de andere edelen, was dat ze onsterfelijk waren. De eerste twintig tot vijfentwintig jaar van hun leven ontwikkelden ze zich net zoals alle anderen, maar daarna was het alsof ze stil zaten in de tijd. Ze veranderden niets meer. Daardoor kon je het gewone volk van de Royals scheiden: de jonge, perfecte gezichten staken duidelijk af tegen de imperfecties van de rest. De edelen waren ooit gerelateerd aan Royals, net zoals uiteindelijk iedereen, maar ze waren niet onsterfelijk.

Ik wurmde me door de menigte heen, op zoek naar Luce. Ik wist dat ze er al was, want ik had de wachters van Cimora al gezien. Mijn vader wilde niet dat ik me mengde met het gewone volk, als kroonprinses van Arelia, maar dit was niet de eerste keer dat ik zijn bevelen negeerde.
Mijn onsterfelijkheid verborgen onder magie en zonder de zware, dure juwelen waarmee Royals zich graag belaadden kon ik doorgaan voor een edele. Ik droeg het liefst minimalistische juwelen, gecombineerd met elegante jurken. Vandaag had ik voor een werk van de Spinner gekozen. De jurk was diepblauw en strak rond het bovenlijf, waarna het uitviel in een grote rok. Eronder zaten meerdere kanten, witte onderrokken om de rok volume te geven, en bij elke stap die ik zette, zwierde de grote rok achter me aan.
De stof waarvan de bovenjurk was gemaakt, was een stof die in de volksmond 'ragmen' genoemd werd. Het leek op een soort zijde, fluweelzacht en soepel. Ze zeiden dat het gemaakt werd van een soort spinnenrag en ik wist dat ze gelijk hadden, maar daar dacht ik liever niet aan. Vandaar dat de maker de 'Spinner' werd genoemd.
Die jurk combineerde ik met een parelketting en bijpassende oorbellen. Ook droeg ik hakken in dezelfde kleur als mijn jurk.

Luce zou een smaragdgroene jurk dragen. Die kleurde mooi bij haar huid en haar. Zij had, net zoals ik, gekozen voor een werk van de Spinner. De rest was een verrassing voor mij.
Ik spotte haar bij een knappe, blonde edele. Natuurlijk.
Ze droeg inderdaad een smaragdgroene jurk, die prachtig bij haar witblonde haar en zilveren ogen kleurde. Ze droeg een diadeem van diamanten en smaragden. De jurk was slank en lang, en over haar blote schouders was een sjaal van grijze tule gedrapeerd. Ze zag eruit als een klassieke schoonheid. Niet dat ik dat niet was, of iedere andere Royal hier.
Snel maakte ik de spreuken rond mezelf ongedaan.
Ik tikte haar zachtjes aan, zei: 'Falkon kijkt naar je,' en stapte naar achteren. Ik keek toe terwijl Luce zich geschrokken omdraaide, mij herkende, me quasi-verontwaardigd sloeg en de edele wegjoeg.
'Dat duurde lang. Waar bleef je?'
'Mijn ouders stonden erop dat ik onze gastheren beleefd groette. Waar was jíj? Ik heb een kwartier naar je gezocht.'
Ze giegelde en stootte me aan. 'Eeeennnnn? Wat vond je van hem? Ik heb zelf geen interesse, maar-'
'Nee, want jij hebt Falkon al,' onderbrak ik haar.
Ze bloosde en sloeg me.

Een uur later begon het dansen. Eerst speelde het orkest de Múlkoi, waarin ik danste met een paar Royals. Daarna kwamen er een paar walsen en het sloot met een menuet.
We hadden een halfuur pauze, waarna we weer verdergingen, waaruit ik opmaakte dat we een klassiek balpatroon volgden. Dit was ongebruikelijk bij de bals van Werlyt, dus er moest iets speciaals gaan gebeuren.

Dat bleek aan het einde van het bal, toen het orkest opruimde en plaatsmaakte voor de graaf van Werlyt, zijn raadsheer, naaste familie en omroeper. Die laatste kreeg een rol perkament overhandigd, verbrak het zegel en las de tekst plechtig voor:
'Gezien de recente ontwikkelingen met Polfarut en de rebellen heeft Werlyt besloten om Calorra te steunen en haar rebellen een plaats te bieden. Hierbij verklaart Werlyt de oorlog aan ieder die hen in de weg staan.'
Dat waren wij. 

(A/N) Even voor de duidelijkheid: de hoofdstukken 'Uit het verleden' zijn geschreven vanuit het perspectief van El, behalve als het anders staat aangegeven.

Oceana - deel 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu