Als je het me later zou vragen, zou ik niet kunnen zeggen wat er was gebeurd. Het was één grote blur. Ik herinnerde me nog een schreeuw van een spreuk. En Harry's angstige gezicht. Maar wat ik me vooral herinnerde, was de herkenbare geur van verzwelgende wanhoop.
Ik werd wakker in een bed in de ziekhuisvleugel. Naast me lag Ron, die verdwaasd naar zijn been in het gips keek.
Harry en Hermelien stonden in het midden van de kamer. Voor hen stond Perkamentus. Hij was aan het praten over het redden van levens en drie keer draaien.
Perkamentus ging weg en Hermelien haalde een ketting tevoorschijn: een Tijdverdrijver. Ze maakte de sluiting los en hing hem om Harry's en haar eigen nek. Ze draaide hem drie keer rond.
Ze waren verdwenen.Ik wist dat ik maar een paar seconden had, dus sprong ik uit bed - nog steeds duizelig - en ging achter ze aan. Het laatste wat ik zag, was Ron's verbaasde gezicht, en een flits van een opengaande deur.
Ik landde op het heuveltje waar ik eerder die dag Draco en de rest had gezien. Ik zag mezelf achter een steen staan en de Harry en Hermelien van mijn tijd stonden iets verderop. Ik had geen idee hoe ik ze gemist had. Zij leken mij aan de andere kant ook niet te zien - verleden of toekomst.
Hermelien sloeg Draco en ik hoorde Harry 'Mooie, Hermelien!' zeggen vanachter hun rotsblok.
Ik besloot de Harry van mijn tijd te labelen met Harry 1, en de Harry van het verleden met Harry 2. Hermelien labelde ik ook zo: Hermelien 1 en Hermelien 2.
Harry 2, Ron en Hermelien 2 liepen weg, en ik zag andere-ik naar Draco toe gaan. Harry 1 en Hermelien 1 keken andere-ik verbaasd na. Toen slopen ze weg, achter hun alter ego's aan.
Ik besloot ze te volgen.Het Gouden Trio stopte bij Hagrid's huisje en Hermelien 2 klopte aan. Een betraande en een diepbedroefde Hagrid deed open. 'Oh... hallo jongens, kom maar binnen. Sorry dat ik zo... zo...' de rest kon ik niet horen, want Hagrid begon (weer) te huilen, en ging ook weer naar binnen.
Harry 1 en Hermelien 1 verstopten zich achter een paar bomen bij het pompoenveldje.
'We moeten Scheurbek ook redden, Harry. Dat is wat Perkamentus bedoelde met dat vandaag meer dan één leven gered kan worden.' Slim, Hermelien, slim.
'Oké. Laten we hem losmaken en wegwezen. Niemand ziet ons nu.'
'Nee, Harry, dat kunnen we niet doen. Dan ziet Droebel dat Scheurbek er niet meer is en geeft hij Hagrid de schuld.'
'Oh.'
'Dus we moeten wachten tot Droebel komt, Scheurbek ziet, en bij Hagrid naar binnen gaat.'
'Hm-hm. Mee eens.'Even later kwam andere-ik aan. Ze (ik?) ging naar binnen.
Het duurde nog ruim een kwartier voordat de volgende gasten aan kwamen zetten.
Droebel stapte, vergezeld door Perkamentus en Vleeschouwer op Hagrid's huisje af. Ergens rond deze tijd zou Harry 2 door iets geraakt moeten worden. Ik wachtte. Droebel, Perkamentus en Vleeschouwer waren al bijna bij de deur. Waar was het steentje nou?
Hermelien 1 had door wat er aan de hand was voor ik dat deed. Ze pakte een steentje op een gooide die naar Harry 2's hoofd. Harry 1 keek haar aan, ging met zijn hand naar zijn achterhoofd, en zei: 'Au, Hermelien. Dat deed pijn.'
Het steentje had het gewenste effect: Harry 2, Hermelien 2 en Ron kwamen naar buiten, vlak voordat Droebel aanklopte.Zodra Droebel, Vleeschouwer en Perkamentus naar binnen waren gegaan en het Gouden Trio uit zicht was, kwamen Harry 1 en Hermelien 1 naar voren en sneden Scheurbek los. Ze trokken hem mee het bos in. Vleeschouwer, Perkamentus en Droebel kwamen naar buiten, geflankeerd door Hagrid. Ze zagen dat Scheurbek miste en Droebel begon te schreeuwen en te vloeken, terwijl Perkamentus hem probeerde te kalmeren. Uit woede hakte Vleeschouwer een pompoen doormidden. Kraaien vlogen op.
Ik volgde Harry 1 en Hermelien 1 door de bossen, tot we bij de Beukwilg aankwamen. Daar verstopte ik me achter een struik, terwijl Harry 1 en Hermelien 1 zich in de heide verborgen.
Het wachten begon. Eindelijk, na een lange tijd, kwamen andere-ik en het Gouden Trio aanlopen.
De rest gebeurde zoals verwacht: Zwarts kwam, sleurde Ron mee en verdween in de boom. Ik, Hermelien en Harry (2) gingen naar binnen om ze te achtervolgen. Even later ging Sneep naar binnen. Ongeveer een kwartier later kwamen we weer naar buiten, mét een bewusteloze Sneep.Nu waren we voorbereid. Toen Lupos in een weerwolf veranderde, imiteerde Hermelien de roep van een weerwolf. Ik vervormde hem, zodat hij niet meer van echt te onderscheiden was. Tegelijkertijd zag ik nu waar Zwarts heen was gegaan: een uitloop van het Zwarte Meer. Ik zag nu ook dat hij achtervolgd werd door hordes Dementors.
Andere-ik en Harry 2 besloten Zwarts te gaan zoeken en gingen op pad.
Vastbesloten om mijn verloren herinneringen terug te krijgen, volgde ik Harry en Hermelien 1. Ze waren in de bossen verdwenen, achter Harry 2 en andere-ik aan.Zwarts lag op de grond, zwaargewond. Dementors cirkelden om hem heen. Harry 2 ging achter hem aan, terwijl andere-ik naar de Dementors keek. Zelfs vanaf mijn positie in het relatief veilige bos kon ik hun aura van vervlogen hoop voelen. Daarom had ik me zo ellendig gevoeld... maar waarom kon ik me er niets meer van herinneren?
Harry probeerde nu met 'Expecto Patronus!' de Dementors weg te jagen. Het lukte niet echt, waarschijnlijk door de enorme aantallen en zijn peetvader die op de grond dood lag te gaan.
Hij riep nu voor mijn hulp. Andere-ik draaide zich (me?) om en rende naar hem toe. Wat was ze/ik/wij van plan te doen? Ik kon geen Patronus produceren.
Andere-ik wilde een Teroniaanse bezwering uitvoeren. Zodra ik me realiseerde waarom ik mijn herinneringen niet meer had, spoelden ze als een vloedgolf over me heen. Ik wist wat ik moest doen.
Ik gebruikte een geheugenspreuk op mezelf. Vlak voordat hij andere-ik raakte, realiseerde ik me dat ik hem te sterk had gemaakt. Er miste nog iets. Maar wat?Tip: gebruik nóóit, onder geen enkele omstandigheden, een geheugenspreuk op jezelf. Vind maar een andere manier. Sla je vroegere versie maar tegen zijn/haar hoofd, of gebruik een paralyserende spreuk. Wat je ook doet, gebruik géén geheugenspreuk. Het doet píjn. Geheugenspreuken horen geen pijn te doen, maar in zo'n tijdreisloop doet het dat dus wél.
Hier kwam ik op de harde manier achter. Even werd mijn zicht zwart, en toen het weer wegtrok, waren de Dementors weg, samen met Harry 1 en 2, Zwarts, Hermelien 1 en andere-ik.Ik gebruikte een volgspreuk om Harry en Hermelien 1 te vinden. Ze stonden voor een geïmproviseerde celdeur in Zweinstein. Bedenkelijk keken ze ernaar.
'Khan ik helpen?' zei ik.
Geschrokken keken ze om. 'Oce! Hoe- laat maar. Ja, graag. Kun jij deze celdeur misschien openblazen? Alomohora werkt niet, en Bombarda Maxima ook niet.'
Ik knakte mijn knokkels en zette een stap naar voren. 'Laat dit maar aan mij over. Naar achteren.'
Een toverspreuk, mét toverstaf. Ik kreeg een idee.
Met mijn staf liet ik de spijlers exploderen in honderden kleine ijzersplinters. Uit de cel stapte een opgeluchte Zwarts.
'Goed gedaan, meissie.'
Hij pakte de hippogrief van Hermelien over, stapte erop en vloog weg.
'Vaarwel!' We zwaaiden tot hij uit zicht was verdwenen.
'Ik wil jullie emotionele aura niet verbreken, maar het is bijna twaalf uur. Moeten we niet terug?'
'Je hebt gelijk! Maar hoe?'
Ik stak mijn armen uit. 'Ik heb wel een idee.'We kwamen vlak voor de deuren van de ziekenzaal terecht. 'Cool! Dat moet je me echt leren!' zei Harry.
'Hoe deed je dat! Dat zou niet moeten kunnen!' zei Hermelien.
Ik glimlachte alleen. 'We moeten naar binnen.'
Ik liep naar voren en sloeg de deuren open.(A/N) Sorry dat ik zo laat ben! Vandaag komt nog een hoofdstuk.
JE LEEST
Oceana - deel 1
أدب الهواةDraco Malfidus begint aan zijn derde jaar op Zweinstein. Hij verwacht dat het net zo zal gaan als de voorgaande jaren - hij is de leider van Zwadderich, hij heeft ruzie met Potter en Potter redt één of twee mensen, of de hele toverwereld - je weet...