De man zegt iets maar mijn gehoor registreert niet wat hij zegt. Pas als de man zich omdraait en ik hoor Samuel terug praten registreren mijn oren alles weer. 'Ja is goed man, ik zie je later.' Samuel richt zijn volledige aandacht op mij en ik zie de man achter hem weglopen. 'Ben je van gedachten veranderd?' Ik knipper met mijn ogen, niet in staat om iets uit te brengen door de onnozele actie die ik ben begaan. 'Teresa, gaat alles goed? Heeft iemand je iets aangedaan?' Hij kijkt om me heen, voordat hij me weer aankijkt. Het gevoel dat het hem iets doet als mij iets wordt aangedaan is prettig maar het mag niet.
'Nee, nee ik heb me vergist, sorry.' Ik wil me omdraaien om weg te lopen maar hij heeft vliegensvlug mijn arm beet.
'Waarin heb je je vergist?' Zijn nieuwsgierige ogen kijken me onderzoekend aan.
Zijn hand ligt nog op mijn arm maar ik doe geen moeite om hem eraf te halen. 'Ik dacht dat je met iemand stond te praten die ik ken maar het is hem blijkbaar niet. Ik ben zo dom om dan gelijk hierop af te rennen om te weten waarom jullie contact hebben met elkaar en-'
'Ho, wacht. Ik contact met iemand? Je bedoelt toch niet die gozer waarop je stond te wachten?' Zijn bulderende lach komt me weer tegemoet, voordat hij verder praat. 'Ik ken heel die gozer niet. Alhoewel ik hem wel zou willen leren kennen, dan zijn wij weer een stap dichter bij elkaar.' Zijn grijns komt terug en het is alsof hij me weer wakker schudt.
Ik haal mijn arm weg bij zijn hand en kijk hem hoofdschuddend aan. 'Wat een vreemd figuur ben jij toch.'
Hij geeft me een knipoog. 'Vreemd genoeg voor jou om achter me aan te gaan.' Zijn knipoog is schattig om te zien maar op het moment dat zijn woorden zijn mond verlaten heb ik een zure smaak in mijn mond.
'Ik moet gaan, Smurf moet uitgelaten worden.' Voordat ik me kan omdraaien zie ik hem dubbel klappen van het lachen. Ik trek een wenkbrauw omhoog en sta met mijn armen over elkaar naar hem te kijken. Zijn lach is aanstekelijk en ik kan het niet laten, mijn mondhoeken trekken omhoog. Hij is zo onbezorgd en vrolijk dat het mij ook vrolijk maakt. 'Wat is er?'
Hij komt iets verder omhoog en ik zie de tranen in zijn ogen staan. 'Smurf,' zegt hij voordat hij weer keihard begint te lachen.
Zuur kijk ik hem aan, hij maakt mijn hond belachelijk. Niemand maakt mijn hond belachelijk. Oké, hij maakt mijn hond niet belachelijk maar de naam van mijn hond. 'Zo grappig is dat nou ook weer niet.'
Als hij opkijkt en mijn serieuze blik ziet, probeert hij te stoppen met lachen. 'Wie is Smurf?' Zijn poging tot niet lachen is totaal vergaan op het moment dat hij Smurf weer zegt.
'Dat is mijn hond en wie spot met mijn hond komt aan mij.' Ik zet mijn handen in mijn zij om kracht bij te zetten.
Zijn hoofd gaat omhoog. Zijn grijns vervalt en zijn mosgroene ogen worden intens groen. 'Als dat de enige manier is om aan jou te komen, doe ik dat met plezier.'
Zijn woorden brengen een welbekend verlangen naar boven en zo gesterkt als ik me net voelde, zo erg sta ik nu te beven op mijn benen. Ik probeer de brok in mijn keel door te slikken, bij de belofte die hij maakt, maar het lukt niet. Ik staar in zijn ogen en ik zie de vastberadenheid erin staan die me een aangename rilling van boven tot onder bezorgt. 'Ik moet echt gaan.' Ik draai me om en ik loop vlug naar mijn auto.
Als ik in mijn auto zit, zie ik dat hij me nog steeds aankijkt en ik heb het enorm warm. Vlug start ik de auto om vervolgens weg te rijden.
Ik moet weg van zijn indringende blik, ik moet weg van zijn woorden, ik moet weg van zijn geflirt, ik moet weg van zijn aanstekelijke lach, ik moet weg van zijn slanke lichaam.
Ik zit mezelf op te vreten in de auto als ik naar huis rijd, immens vaak kijkend in mijn achteruitkijkspiegel of ik hem ergens zie.
Thuis aangekomen kreun ik zacht als ik de scooter van Gail zie staan. Hieraan heb ik dus echt geen behoefte. Ik vervloek me dat ik hem heb verteld waar mijn reserve sleutel is.
Als ik mijn spullen uit de kofferbak heb gehaald hoor ik een harde blaf. Als ik me omdraai zie ik dat Gail probeert om Smurf in bedwang te houden die mij heeft gezien. Ik moet lachen want dat beest is zo ontzettend sterk. Ik kijk naar Gail en besef dat het totaal onzinnig is wat ik net heb gedaan. Ik heb me bij Samuel staan verlekkeren, terwijl Gail mannelijk en sterk is. Dan breekt Smurf los door om Gail heen te lopen, waardoor hij geen grip meer heeft. Hij rent als een bezetene op me af en ik leun tegen de auto aan. Ik moet wel want als ik dat niet doe gooit hij me zo op de grond. Hij springt tegen me op en ik pak zijn voorpoten beet. 'Ha lieffie, gaat het goed.' Hard kwispelend en hijgend begroet hij me.
Gail staat lachend voor me. Hij pulkt Smurf van me af die vrolijk snuffelend door de boodschappentassen gaat. Gail geeft me een kus. 'Sorry mop, hij is echt sterk.'
Ik kijk hem glimlachend aan en geef hem een kus. 'Dat maakt niet uit, dank je wel dat je hem hebt uitgelaten.'
'Nou, echt uitgelaten heb ik hem niet. Ik wilde net gaan, toen jij kwam aanrijden. Zal ik je spullen alvast boven zetten?'
'Ja, graag. Dan ga ik wel even lopen met hem.' Ik loop bij de auto vandaan. 'Smurf, kom.' Smurf rent keihard langs me heen en stuift het gras op. Hoofdschuddend loop ik achter hem aan. Honden willen ook niet vastlopen.
JE LEEST
Forbidden Island (ON HOLD)
RomanceDe verhalen die rondgaan over het verboden eiland hebben een bepaalde aantrekkingskracht. Het verboden eiland dat alleen bereikbaar is per boot, over de stormende zee. Het verboden eiland waar alle dromen werkelijkheid worden, of lijkt dit alleen ma...