Crossing

861 47 36
                                    

Samuel heeft snel opgehangen maar niet voordat hij heeft gezegd dat hij er zo snel mogelijk aan komt. Ik ijsbeer door de kamer, terwijl Smurf nauwlettend mijn bewegingen in de gaten houdt. Mijn telefoon geeft het nummer van mijn zus aan en intens luister ik naar hoe de telefoon overgaat. Neem op, neem op, neem op, neem op, neem op. Dan hoor ik de telefoon overschakelen naar de voicemail en als ik Saliha haar stem hoor stroomt er wederom een waterval. Ze neemt niet op.

Dan hoor ik Smurf piepen en verbaasd kijk ik naar de deur. Ik dacht dat Gail aan het werk was, totdat ik Samuel zie binnen stappen. Als ik zijn bezorgde blik zie werp ik me in zijn armen. Smurf staat vlakbij ons hoor ik aan zijn gehijg. De tranen rollen over mijn wangen en ik kan niets anders uitbrengen dan gesnik. Zijn geur en rustgevende strelingen over mijn rug voelen als hemel op aarde. 'Ssst.' Zijn zachte lippen voel ik op mijn slaap. Ik druk mezelf hard tegen hem aan. Ik wil dieper in hem kruipen maar dat gaat niet. Ik hoor Smurf piepen en Samuel bukt zich iets om hem een aai over zijn hoofd te geven. 'Ha Smurf.' Ik duw Samuel iets van me af en ik kijk hem met betraande ogen aan. Als zijn ogen de mijne kruizen kijkt hij me medelevend aan. 'Wat is er gebeurd Belezza?'

Ik laat mijn hoofd zakken. 'Saliha stuurde een sms dat ik haar snel moest bellen. Toen ik haar belde hoorde ik enkel geruis voordat er werd opgehangen. Toen ik nog een keer belde nam ze niet op en heb ik haar voicemail ingesproken. Daarna heb ik gelijk mijn ouders gebeld want ik vertrouwde het niet. Toen, toen.' Verder kom ik niet want ik kan alleen nog maar stotteren door de tranen die weer over mijn wangen stromen.

Samuel trekt me in zijn armen en wiegt me heen en weer. 'Belezza toch, heb je enig idee wie dit zou kunnen doen?' Heftig schud ik nee. Ik heb geen flauw idee wat er gebeurd is. Ik weet dat ik te weinig contact heb gehad en ik heb geen flauw idee waarmee mijn zus zich heeft ingelaten. Ik moet uitzoeken wat er aan de hand, ik moet haar vinden. 'Lieverd?' Dromerig kijk ik hem aan. 'Heb je gehoord wat ik net zei?' Wederom schudt mijn hoofd nee, ditmaal rustiger. 'Je moet met me mee komen. Je hebt me nodig. We moeten snel je spullen pakken voordat Gail terug is.'

'Samuel, ik kan toch niet voor hem wegvluchten,' ik gebaar naar de ruimte, 'ik kan dit hier toch niet zomaar achterlaten.'

Hij pakt me bij mijn gezicht beet. 'Teresa, je laat het niet achter. We moeten de ruimte pakken die we hebben, die wordt ons nu geboden.'

Ongeloofwaardig kijk ik hem aan. 'Dus je wilt zeggen dat mijn zus die ruimte biedt?'

'Nee, nee dat bedoel ik niet. Ik wil je helpen om je zus te vinden maar dat kan ik niet als je hier blijft. Het is te gevaarlijk met Gail.' Smekend kijkt hij me in mijn ogen aan, waarbij ik smelt in zijn mosgroene ogen. Ik weet dat ik hem niet kan weerstaan.

'Maar dit hier ka-,' begin ik, maar Samuel legt zijn vinger op mijn lippen.

'Geen gemaar, we pakken gewoon nu je belangrijkste spullen en komen later terug om alles te regelen.' Zijn zachte lippen beroeren de mijne en ik voel mijn knieën knikken. Zijn mosgroene ogen boren zich in de mijne en zijn blik is vastberaden. Hij pakt mijn hand vast en neemt me mee naar mijn slaapkamer. 'Kom, we gaan je spullen pakken.'

Ik hoor Smurf zijn nagels op het parket klikken en sta stil. 'Smurf, kan hij mee?' Geruststellend knikt Samuel me toe en ik voel me zekerder nu ik weet dat hij mee gaat. Ik pak mijn tas en gris allerlei spullen hij elkaar die ik in mijn tas prop. Smurf zijn spullen pak ik ook allemaal bij elkaar. Samuel neemt mijn rugzak en Smurf alvast mee naar buiten.

Twijfelend sta ik in mijn deuropening met Smurf zijn eten. Doe ik hier goed aan? Spookt er door mijn hoofd. Lang kan ik er niet over nadenken want ik hoor gestommel, voordat ik Samuel zijn rode hoofd zie. 'Teres,' zijn stem klinkt zacht, 'we moeten snel gaan.' Ik kijk mijn appartement nog een keer in voordat ik de deur achter me sluit en achter Samuel aan naar buiten loop.

Ik zie Smurf ineengedoken in zijn oude brik zitten en ik snel naar hem toe. 'Ik ben er mannetje, we zijn zo bij de boot.' Samuel stapt in, start de auto en stuift weg. Zijn hand legt hij op mijn knie. Ik kijk op en zie een bemoedigende glimlach op zijn gezicht. Het lukt me niet om mijn mondhoeken omhoog te laten krullen en zijn glimlach sterft weg. 'We gaan je zus vinden, ik zal er alles aan doen.' Ik vind het lief wat hij zegt, maar hij heeft geen flauw benul van mijn familie. Hij heeft nog geeneens een enkel idee wie ik ben.

Voordat ik dat verder toe laat in mijn gedachten, flitst Saliha door mijn hoofd. Waar zou ze zijn? Als ik op het eiland ben ga ik gelijk mijn vader bellen. Ik moet weten waar ze uithangt. Het verhaal eraan vooraf is cruciaal om te weten wat er is gebeurt. Ik leg mijn hoofd tegen het koude raam, welke de rillingen in mijn lichaam geeft. Dan voel ik Smurf zijn neus tegen mijn oor. Ik aai hem en geniet van zijn zachte donzige haren die door mijn vingers glijden.

Zijn auto parkeert hij drie straten verderop en de rest lopen we naar de pier. 'Waarom zet je je auto niet hier neer?'

Hij haalt nonchalant zijn schouders op. 'Zeelucht is slecht voor de auto.'

De boot, die er overigens erg gammel uitziet, ligt aan het einde van de pier. De wind snijdt in mijn gezicht. Smurf loopt voorop en snuffelt overal aan. De zee lijkt er ruiger uit te zien dan normaal en ik ril als ik zie dat de boot onstabiel heen en weer wiegt. Ik hou van vaste grond onder mijn voeten en ik vertrouw dit voor geen centimeter. Samuel blijft me echter achter zich aantrekken en Smurf staat al aan het eind van de pier. Hij kijkt achterom, alsof hij wil vragen wat we hier voor de rest kunnen doen.

We stappen de gammele boot op en ik voel mezelf heen en weer gaan door het harde deinen van de boot. Smurf staat om zich heen te kijken voordat hij besluit dat hij weer van de boot springt. 'Jongen, kom.' Smurf kijkt me aan vanaf de pier en ik zie de angst in zijn ogen. Hij voelt waarschijnlijk mijn onrust want ik vind het ook eng.

Samuel stapt van de boot af en pakt Smurf bij zijn halsband. 'Kom, vrouwtje is hier ook.' Hij kijkt mij aan terwijl hij Smurf achter zich aansleept de boot op. 'Loop maar verder Teres, de kans dat hij dan blijft is groter.' Voorzichtig zet ik stappen verder de boot op, terwijl ik mezelf vasthoudt aan de koude, verroeste reling van het hokje waar de kapitein zich bevindt. Samuel geeft een teken aan de kapitein en ik voel getril en hoor een laag gebrom wat aangeeft dat de motor is gestart. De kapitein loopt zijn hok uit en maakt alle touwen los, terwijl ik me stevig vasthoudt aan de reling. De kapitein loopt naar zijn roer en ik hoor gebrul van de motor. Ik zie de pier steeds kleiner worden, terwijl de boot vervaarlijk over het water vaart.

Doe ik hier goed aan?

Forbidden Island (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu