~ 51 ~

898 31 305
                                    

Hoofdstuk 51

____________________

...Of we dat nog moeten bezegelen...

---

Het bekende toontje dat me vertelt dat Jax' telefoon ergens op de wereld aan het rinkelen moet zijn, klinkt in mijn oor, terwijl ik door de woonkamer struin, wachtend tot hij opneemt.

Dan hoor ik wat gekraak en Jax' stem die zegt: 'Yesss, milady?'

Ik grinnik om die begroeting. 'Well, sir... ik zat te denken dat we elkaar eigenlijk nog steeds nogal wat te vertellen hebben, niet? Ik ben nieuwsgierig.'

'Oehh, "sir", dat bevalt me wel.' Zelfs al kan ik hem niet zien – ik wéét dat hij breed grijnst.

'Pff, wen er maar niet aan. Máár... waar ik voor belde; we zouden nog eens met elkaar moeten praten, toch?'

'Ja, inderdaad. En wat wilde je verder nou vragen? Ik hoor een vraag aan je stem.'

Ik glimlach, terwijl ik nog altijd langzaam door het huis loop te ijsberen. Jax voelt zich de laatste tijd zo veel beter, volgens mij – zijn welbekende plagerigheid en zijn grijnzen zijn weer terug. Écht terug. 'Nou, heb je tijd op deze mooie zondagmiddag om met me af te spreken?'

'Zeker. Voor jou altijd, schat.'

'Wat klef weer, hè?' Ik bijt hard op mijn onderlip om geen lach door te laten klinken.

'Ik zei al: voor jou altijd.'

'Gadver.'

Jax moet hardop lachen en mijn binnenste wordt helemaal warm van het geluid. 'In ieder geval, ik heb je ook nog heel vet een tweede verhaal te vertellen, dus zeker, ik kan vandaag afspreken. Bij wie of waar wil je gezellig bijkletsen onder het genot van thee?'

'Jax, hou nou eens op met dat eeuwige geplaag van jou, zeg!' lach ik, en ik schud nog nagrijnzend mijn hoofd. 'Zullen we naar het meer gaan? Daar zijn we al een tijdje niet meer geweest en het wordt eindelijk wat warmer in deze tijd van het jaar.'

'Oh, dat klinkt helemaal niet verkeerd. En trouwens: nee, ik zal nooit ophouden met geplaag. Vooral niet als het om jou gaat. Zie ik je over een halfuur?'

'Prima. Tot zo, dan.'

'Tot zo, schat. Zal ik bloemen meenemen?'

'Als je dat maar laat – en dat haal je toch niet in een halfuur.'

'Voor jou altijd.'

---

Hij heeft dus mooi geen bloemen meegenomen en daar ben ik blij om, want wát moet ik in hemelsnaam met bloemen doen? Ik was serieus even bang dat hij grijnzend met een bos rozen aan kwam zetten, maar hij kwam alleen grijnzend aanzetten en dat was voor mij al meer dan genoeg.

Zijn hand is zoals zo vaak met die van mij vervlochten en we lopen door de hoge, smalle bomen naar het meer toe. Je zou ook de route kunnen nemen die de jongens, Ella, Leya en ik weleens hebben genomen - via de heuvels en om het kleine meer hier even terug – maar daar ben je echt een halfuur langer mee bezig, dus moeten we maar onder de dorre, kale bomen door en over de dode takken op de grond heen. Jax trekt mij half mee, omdat hij onuitgesproken vindt dat ik te sloom loop, denk ik, maar ik laat me gewoon gewillig meevoeren, hoor. Intussen mijmer ik over de tijd aan het begin van het jaar dat ik hier met oortjes in naar Some Nights luisterde en vervolgens Jax tegenkwam. Dat was zó anders. Als ik toen had geweten wat er, in plaats van Jax, nog meer op mijn pad zou gaan komen...

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu