Hoofdstuk 60
Correspondeert met hoofdstuk 24 van Anna's POV
____________________
...Nou, dat ging goed...
---
J A X
Ik heb haar zojuist aangeboden haar naar huis te brengen, omdat de straten te donker voor haar zijn en ze min of meer naar een oplossing zocht om de "duistere krochten" (zoals ze het zelf benoemde) van de stad te overleven.
Wát bezielde me? Waarom deed ik ineens zo... vriendelijk? Ik had toch ooit ergens een keer gezworen dat ik uit haar buurt zou blijven? En zelfs ook ooit nog ergens een keer gezworen dat ik geen gevoelens voor haar zou krijgen... Maar goed, dat is echt compleet gefaald, want Anna is sinds kort in staat me helemaal gek te maken. Op de goede manier. Denk ik.
Maar toch moet ik toegeven dat ik ontzettend blij ben dat ik het haar heb aangeboden, want nu heb ik nog even wat meer tijd – wat meer tijd alleen – met dit meisje.
Het reuzenrad zonet was eigenlijk serieus hartstikke leuk en ik ben echt verdomd blij dat ik haar heb meegetrokken naar dat ding. Ik was zo... ik was zo dicht bij haar. We voerden eindelijk eens leuke gesprekken met elkaar, we snauwden elkaar eens niet af. Ik vind het nog steeds een flauwe actie dat de jongens me nou zo moesten pesten met die weddenschap, maar dat moment met haar alleen heeft het grotendeels goedgemaakt. Ergens was het dicht bij elkaar zitten en de hele weddenschap op zich een beetje ongemakkelijk, maar naarmate we verder praatten in dat bakje van dat ding, brak het ijs. Ze leek het zowaar echt leuk te vinden. Dat vond ik ook. Natuurlijk vond ik dat ook.
Ik ben er nog steeds niet achter gekomen wat ze bedoelde met de opmerking 'Aan dingen die waarschijnlijk niet logisch zijn. Of nooit zullen gebeuren' nadat ik haar had gevraagd waar ze aan zat te denken, maar ik weet wel wat ík bedoelde met mijn antwoord 'Herkenbaar'.
Ik dacht aan een relatie met Anna. Aan meer dan vriendschap. Aan de gedachte of ze gevoelens voor me zou kunnen hebben. Aan dingen die dus niet logisch zijn of nooit zullen gebeuren. Vervloekt, zeg.
Ik hoop met mijn hele hart dat ze niet doorheeft wat de werkelijke gedachte – of de gedachten – achter dat antwoord was. Ze had me nadat ik dat zei wel even aangekeken, namelijk.
Ze staarde eerder die avond, eerder dat ritje, ook naar me. Ik betrapte haar erop en vroeg van welk uitzicht ze nou eigenlijk genoot. Het was inderdaad een nogal arrogante opmerking, maar toen ze bloosde, wist ik bijna zeker dat ik goed zat met mijn gedachten. Ze was naar mij aan het staren. Ze was serieus naar mij aan het staren en ditmaal was het niet mijn dwaze hoop die me deed hallucineren. Ik wil godsamme echt niet normaal graag weten waarom ze dát deed. Waarom staarde Anna naar mij? Ik kan echt wel op een aantal redenen komen, maar die zijn – zoals ik haar dus al in andere woorden vertelde – niet logisch en zullen nooit gebeuren. Wat een fijn besefmoment is dat.
Onze band wordt natuurlijk wel steeds iets hechter, dus dat zou het ook kunnen zijn geweest – of de gedachte achter haar gestaar was iets beschamends voor mij, maar daar wil ik niet te lang over nadenken. In ieder geval; onze band wordt steeds hechter. We maken steeds meer mee. Ik bedoel, dat moment dat ze bijna verdronk, zal ik niet zo snel meer vergeten...
Ik ben zo... zo blij dat ik haar niet meer hoef te negeren. Van mezelf niet, van haar niet, van mijn stiefvader... wel – maar goed, dat negeer ik dan maar weer effe. Hoewel ik me thuis nog steeds shit voel, voel ik me heel wat beter als ik bij mijn vrienden ben, als ik bij Anna ben. Dus ik ben blij dat ik haar heb aangeboden haar naar huis te brengen, want het heeft allerlei voordelen.
JE LEEST
de wolk uit de zevende hemel 1.0
RomansHIER ZITTEN FOUTEN IN. IK RAAD TEN ZEERSTE VERSIE 7.0 AAN DIE OP MIJN ACCOUNT STAAT. L E E S D I E. "Je bent -" "Anders. Ja, ja, ik weet het." Een totaal ander leven wacht op Anna als ze verhuist met haar vader, zus en hond naar een compleet nieu...