Ik liep al zeker een halfuur over straat. Het was donker en het regende zachtjes. Ik keek op mijn telefoon. 18:37. Mama zou elk moment thuis moeten komen dus kon ik naar huis gaan. Ik zocht het laatste beetje geld in mijn jaszak om een kaartje te kopen voor de metro. Mama had me deze dagen geen zakgeld gegeven omdat ik niet thuis was en eigenlijk kocht Jay wel alles voor me. Nu is dat weg. Ik voel weer dat mijn ogen waterig worden maar ik loop door. Hoe eerder ik thuis was hoe eerder ik een lekkere warme douche kon nemen en weer in mijn eigen bed kon liggen. Toen ik eindelijk bij het metrostation aan kwam stond er een jongen bij de automaat. Hij was even lang als Jay ongeveer en had dezelfde huidskleur, alleen was hij knapper. Hij leek wel op Jay, het zou zo zijn broertje kunnen zijn. Ik wil naar de automaat lopen maar voordat ik er ben komt de jongen naar mij toe lopen. Hij glimlacht lief en zijn ogen stralen. "Goede avond dame, mag ik misschien vragen wat zo een leuk meisje in het donker bij een metro station doet?" Vraagt hij. "Ik moet naar huis," Ik glimlach terug. "ruzie met mijn uhm, mijn vriendin." Stotter ik. De jongen kijkt geschokt. "Niet liegen, je had ruzie met Jay. Hij heeft me gestuurd om je op te halen." De jongen grijnst en steekt zijn hand uit. "Oh." mompel ik overdonderd van zijn woorden. Jay had toch andere meisjes? Nu kon hij andere meisjes neuken, toch? Ik pak de jongen zijn hand vast. "Ik ben Jamahl," Hij schudt mijn hand. "Jay zijn broertje." Ik had toevallig ergens gelezen dat broertjes/zusjes vaak mooier zijn dan hun oudere broer/zus. Dit was zeer zeker het geval op dit moment. "Waarom moest je mij ophalen?" "Hij meende niet wat hij zei. hij is een klootzak, maar hij houdt wel echt van je. Je bent eigenlijk het eerste meisje dat ik moet ophalen omdat hij het heeft verpest," Hij lacht en pakt dan mijn arm vast. "Als ik jou was zou ik me speciaal voelen, Jay houdt niet snel van meisjes." Jamahl knip oogt naar me en trekt me dan mee. "Kom. Ik breng je naar hem."
Jamahl had me zijn jas gegeven omdat mijn jas doorweekt was. Hij hield ook steeds mijn arm stevig vast, alsof ik elk moment weg zou rennen. Ik zucht wanneer we voor Jay zijn deur staan. "Bel aan, ik kom zo. Jullie moeten dit samen oplossen." Zegt Jamahl. Hij kijkt me aan en lacht dan. "Is goed." Zeg ik zachtjes. Jamahl geeft mij een schouderklopje en loopt dan om het hoekje. Ik zucht diep en bel dan aan. Jay doet gelijk open en kijkt opgelucht wanneer hij me ziet. "Jelaysa..." Hij trekt me naar binnen en knuffelt me. "Stop." Ik duw hem hard weg en ik zie dat hij me raar aan kijkt. "Waarom? Jelaysa, het spijt me. Als ik boos wordt zeg ik domme dingen." Hij loopt weer naar me toe maar ik draai me om en ik kijk in de spiegel die aan de muur hangt. Mijn haar was doorweekt en mijn wangen waren zwart van mijn uitgelopen mascara. "Ik ben geen speeltje Jay. Wil je mij wel echt? Ik ben geen Jennice." Zeg ik zacht maar wel zo hard dat hij het kan. Ik slik en houd mijn tranen tegen. Jay komt achter me staan. "Ik ga voor jou, alleen voor jou. Ewaja, als ik niet met je door wilde gaan had ik me broertje niet gestuurd om je op te halen." Hij zucht en we kijken in de spiegel. "Dat meisje he," Begint Jay. "Het was een nicht van me waarmee ik had afgesproken. Ik zou je meenemen en je verassing geven. Maar ja..." Hij gaat met zijn vingers door mijn haar. "Ik hou van je Jelly." "Ik ook van jou Jay." Hij lacht en kust me in mijn nek.
Ik zat op Jay zijn schoot toen mijn telefoon afging. "Wie is dat?" Vraagt Jay nieuwsgierig. Ik glimlach en neem op. "Hallo?" Vraag ik. "Hey Jelly, ik wil je even melden dat als je morgen 4 uur niet bij het plein bent, Jerailo er niet meer is. Kusjes aan Jay." Zegt een meisjesstem, een stem die ik niet herken. "Welk plein?" Vraag ik, maar degene heeft al opgehangen. "Jay, welk plein?" Vraag ik zachtjes. "Ik breng je morgen." Zegt hij emotieloos, hij staat op en loopt weg.
JE LEEST
Social Media
Teen FictionJelaysa is een doodgewoon meisje totdat ze de liefde van haar leven ontmoet. Er gebeurde dingen, traumatische dingen sinds ze deze jongen kende, en diep van binnen ging ze er langzaam kapot aan.