27

2.1K 49 9
                                    

Stomverbaasd stond ik naar hem te kijken. Deze jongen had lef, daar hoefde niemand aan te twijfelen, maar dit was gewoon een heel nieuw niveau van lef hebben. Zijn hart was van steen, en de blik in zijn ogen verraden het dat hij geen enkel sprankeltje van liefde in zich heeft. "Uh, ik denk dat Jay dat niet leuk vindt." Ik probeer zelfverzekerd over te komen, maar zonder succes. Ik glimlach een beetje om het te bedekken. "Ik wil mijn excuses aanbieden." Hij duwt mij opzij en loopt naar binnen. Ik loop snel achter hem aan en zie Jay met een mes in zijn hand staan. "Zo broertje, ben je al genezen?" Jamahl glimlacht en loopt naar Kyara toe. Hij tilt haar kin op. "Zo nichtje, wat ben je mooi geworden. De laatste keer dat we elkaar zagen hadden we," "Hou je bek." Snoert Kyara hem de mond. "Nog steeds brutaal, ik hou ervan." Jamahl lacht. "Jamahl, ga weg." Zegt Jay zacht. "Oke oke, ik ga al. Mijn excuses Jay en Jelaysa." Jamahl legt zijn hand op zijn hart. "Jullie zullen voor altijd in mijn hart blijven." Jamahl grijnst even en knipoogt dan naar mij. Gek hoe je iemand aantrekkelijk kon vinden en op het andere moment vind je diegene maar een vies mannetje. Ik sla mijn armen over elkaar en iedereen wacht stil tot de deur dicht valt. Alysha die niks heeft gezegd de hele tijd glimlacht naar me en gaat op tafel staan. "Laten we niet gaan treuren en gewoon taart eten!" Schreeuwt ze. Ik lach en loop naar Jay toe. Ik leun op hem en hij slaat zijn arm om mij heen. Mijn vent. Voor altijd.

"Babe, wat vind je van Dominicaanse Republiek?" Jay speelt met het vet van mijn buik terwijl ik op hem zit. "I don't know. Waarom?" Ik kijk hem vragend aan. Hij glimlacht en haalt een pluk haar uit mijn gezicht. "Ik heb fam daar, en me neef vroeg of ik wilde komen." Hij kijkt naar zijn vingers waarmee hij in mijn haar aan het spelen is. "Dus we gaan?" Vraag ik. "Als je wilt, het hoeft niet. Hij heeft een groot huis met zwembad, dusja." Ik zie het al voor me. Jay en ik, liggend op onze loungestoelen voor het zwembad, met een cocktail. Ik glimlach om die gedachte en knik met mijn hoofd. "Wanneer gaan we?" "Morgen." Hij kust mijn wang en hierdoor trek ik een pruillipje. Ik wilde meer, en Jay snapte de hint. Hij pakt mijn gezicht vast en begint mij te kussen.

Ik gooi kleren in mijn koffer, rokjes, short, shirtjes en jurken. Jay staat in mijn kamer en kijkt geconcentreerd naar mij. "Kan je het zien?" Jay schrikt op uit zijn gedachten en lacht. "Ja, je bent zo mooi dat ik over je ging dagdromen, terwijl je voor me staat." Hij leunt tegen de muur en kijkt weer naar me. Ik zucht wanneer ik merk dat mijn koffer vol zit. "Mijn koffer is vol en ik moet nog meer inpakken." Ik zucht en ga op de grond zitten tussen de kleren die over de grond zijn verspreidt. "Pak een andere koffer dan trut." "Ik heb geen koffers meer!" Ik kijk om me heen en zie 2 koffers staan. Helemaal volgepropt met kleren en schoenen. We zouden 4 weken daar blijven, dus natuurlijk moet ik zoveel mee brengen. "Ik heb nog een koffer staan thuis, prop de rest van de spullen in tassen dan zet je het bij mij in die koffer." Jay kijkt naar me. "Je bent lelijk als je zo hopeloos kijkt." Zegt hij sarcastisch en hij lacht. "Ha ha, help me met opruimen." Ik zucht en sla met mijn handen op de grond. "Jouw troep." Hij lacht en loopt snel de kamer uit. "Jaaaaay!" Schreeuw ik. Dan gaat de bel. Ik kijk uit mijn raam om te kijken wie het is. Jay komt weer binnen en stopt iets in mijn achterzak. "Schiet wanneer ze druk op je zetten." Fluistert hij in mijn oor. Ik schrik en val bijna flauw. Hij wilde dat ik ging schieten? Ik wilde niet, ik was geen moordenaar. "Waarom?" Ik zie 3 jongens helemaal in zwart gekleed voor mijn deur staan. "Gewoon doen, ga naar beneden en maak open. Ik ben er niet." Hij duwt me mijn kamer uit en ik loop zenuwachtig naar beneden. Ik maak open en de jongens glimlachen naar me. "Hey Jelaysa." Zegt 1 van de jongens met een bekende stem. "Hoi, wat is er?" Zeg ik zacht. "Is Jerailo thuis?" Vraagt een andere jongen met ook een bekende stem. Ik kende ze, ik kende ze heel goed. Ik kon hun naam alleen niet achterhalen. Ik schud mijn hoofd. Een van de jongens duwt mij en ze lopen naar binnen. "Waar is Jay?" Jay staat op de trap, maar de jongens staan met hun rug naar hem toe. Hij zet zijn vinger voor zijn mond en kijkt naar mij. Ik knik en pak het "ding" uit mijn achterzak maar houd het nog wel achter mijn rug. "Waar is hij? Ik ruik zijn geur, die boeler." Schreeuwt 1 van de jongens. Giorgio. 2 jongens lopen de woonkamer binnen en ik achtervolg ze. 1 jongen blijft staan in de gang en dan hoor ik schoten. Voordat de andere twee jongens kans hebben om te reageren haal ik twee keer over. Zonder te twijfelen deed ik dit. Het was leven of dood gaan. De jongens vallen voor mijn voeten neer en bewegen niks. 1 kogel in het hoofd, en nummer 2 bij de ander bij zijn long. Op slag dood. Jay rent naar mij toe en omhelst mij. "Goedzo prinses. Ik hou van je." Ik voel tranen langs mijn wangen vloeien. Jay duwt mij tegen zich aan. "Ssst, het is al goed." Fluistert hij. "Ik wil weg. Ik wil weg van alle drama!" Schreeuw ik huilend. Jay laat mij los en begint de jongens in het tapijtje te rollen wat onder de tafel lag. Ik kijk naar hem. Hij deed dit vaker. Hij wist precies zijn sporen uit te wissen. Hij tilt het tapijt over zijn rug en loopt de deur uit, ik volg hem en zie hoe hij het tapijt in zijn auto legt. Ik glimlach naar hem en ik zie een schuine glimlach op zijn gezicht verschijnen. "Weg met dat oude vuil he, dame." Roept hij en hij loopt naar mij toe. "Dat waren Giorgio en zijn vrienden, toch?" Vraag ik zachtjes. Jay neemt mijn gezicht tussen zijn handen. "Ja, niemand wordt weer matties met iemand die je probeerde te vermoorden. Ik weet beter." Voor ik het weet voel ik zijn lippen op mijn lippen. "We zijn toch een prachtig stel, vindt je niet?" Hij lacht en duwt me naar binnen. "Kom, inpakken."

Social MediaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu