'Wie ben jij?'
Roxanna
Sommige mensen hebben de hersenen niet om na te denken.
Sommige mensen hebben de hersenen om na te denken, maar gebruiken die niet.
Sommige mensen hebben geen hersenen, maar proberen na te denken.
Ik heb de hersenen om na te denken, maar gebruik ze niet.
Het enige wat ik nog wist van zo ongeveer 2 jaar geleden geleden was dat ik op straat rende, huilend, op kerstavond. Ik rende over het kruispunt bij het einde van de straat waar ik woonde en ik hoorde getoeter, luid getoeter. Niet veel later zag ik licht, vel licht. Toen ik wakker werd wist ik niet meer wie ik was. Alleen wat er nog die dag gebeurde..
Langzaam opende ik mijn ogen open. Mijn oogleden voelde zwaar aan, en deden enorm veel pijn. Ik moest mijn ogen verstellen door het vellen licht wat ik meteen zag en in mijn ogen scheen. Door mijn linker oor hoorde ik telkens om een seconde een piep, het viel me op dat het op het ritme van mijn hartslag ging. Langzaam draaide ik mijn hoofd naar het apparaat en zag dat er draden aangesloten waren, ze leden naar mijn lichaam. Een paar aan mijn armen en aan mijn bovenlijf. Om mijn mond voelde ik iets, ik voelde met - veel moeite, doordat ik nog niet helemaal aan mijn arm gewend was, en het zwaar aanvoelde - mijn hand om mijn mond.
Een mondkapje?
Mijn ademhaling voelde zwaar. Mijn longen voelde veel druk. Ik kon amper ademhalen. Het voelde alsof er kilo's water erin vastzaten.
'Ben je eindelijk weer wakker?' Er was een vrouw binnen gekomen. Ze had blonde haren in een strakke knot naar achteren gedaan. Haar zwarte, lange winterjas was over haar witte broek heen en de paarse en blauwe rozen had ze tegen zich aan geklemd.
Ik herkende haar niet. Moest ik haar herkennen dan? 'Ja..' antwoordde ik met een zware ademhaling.
De vrouw liep de kamer in, pakte de vaas op het aanrecht en vulde die met water, vervolgens deed ze de rozen erin en zette die op het nachtkastje naast het ziekenhuisbed, waar ik in lag. 'Twee jaar.. het is al twee jaar geleden dat je hier terecht bent gekomen, Roxy.'
'Sorry... m-maar... misschien klinkt d-dit een beetje.. onbeleefd-d, maar.. wie b-bent u? vroeg ik, terwijl ik haar probeerde aan te kijken, mijn ademhaling was nog steeds zwaar. En het deed nog steeds heel erg veel pijn. Een ondraaglijke pijn. Mijn blik was ook niet bepaald scherp.
Ze deed haar mond open, maar deed die toen weer dicht toen de deur van de kamer weer open ging.
Een man in een witte apothekersjas kwam binnen, met een vrouw achter zich aan. Ze had haar haren in een hoge staart gedaan en had ook zo'n witte jas aan. 'Je bent weer wakker, Roxanna.' zei de man een beetje blij, en met een glimlach.
'Kan het toevallig zijn dat Roxanna geheugen verlies of iets anders heeft, dokter?' vroeg de vrouw, die de bloemen mee had genomen.
'Dat... kan zo zijn, ja. Maar dat kan wel bij trekken, ze krijgt haar geheugen wel uiteindelijk terug. Maar wanneer dat gebeurd weten we niet.' zei de dokter. 'Het is wel een goed teken dat ze wakker is na twee jaar. We hadden verwacht dat het wat later zou zijn of juist helemaal niet, maar we zijn weer blij dat ze er weer is.'
'W-wanneer... mag ik.. weg?' vroeg ik met pijn in mijn longen.
'We moeten nog wat testen afleggen en als die voldoende zijn voor de uitslag, mag je naar huis.' zei de dokter.
Ik knikte, maar begreep half wat hij vertelde. Ik zakte half weg met mijn gedachtes en mijn oogleden vielen opnieuw dicht..
~
Later in die week mocht ik naar huis - waar dat ook mocht zijn..
De vrouw van gisteren met de bloemen zei dat ze mijn moeder was - wat de doktoren ook zeiden - dus ging ik met haar mee naar huis. Ze vertelde in de auto, onderweg naar huis, dat ik een broertje en een oudere broer had, en een vader. Ook vertelde ze, op een heel rustige toon, dat ze op het punt stond te scheiden met haar echtgenoot. Haar man ging naar binnenkort naar Chester en zij ging vanuit Texas naar Californië, dat was het plan.
Cameron
Het was bijna Labor Day en dat betekende dat we bijna naar school moeten... De vakantie was pas halverwege begonnen en ik dacht weer eens aan school, maar niet aan dat saaie huiswerk en zware rugtassen. Nee, ik dacht aan de lekkere meiden die rond zouden lopen in die korte rokjes en shorts, diep uitgesneden topjes en shirts die boven hun buik hangen, daar dacht een echte man over.
Ik wandelde net het ziekenhuis in en kwam met de lift de derde verdieping uit. Mijn zusje zou hier ergens moeten liggen.. kamer 350 was het. Ik liep volgens de bordje van 300 tot 350. Ik liep langs 349, toen de deur net open ging. Er verscheen een meisje in donker rode trui, grijze jeans en enkel laarzen in de deuropening. Mijn ogen gleden van haar schoenen naar haar gezicht. Ze keek me aan met diepe, donkere, emotieloze ogen aan, haar blonde haren waren om haar gezicht gehangen.
Ze was één van de meest mooiste meisjes die ik ooit heb gezien. Ik keek naar het naambordje dat naast de deur hing.
Roxanna Coldblood Shay.
Ze keek me aan. 'Wie ben jij?' vroeg ze kil. Als blikken konden doden... was ik zeker allang dood geweest.
'Uhm... de broer van het meisje naast deze kamer.' Ik liep door naar de volgende deur waar 'Kaylee Morgan' op was geschreven en duwde die open. Voordat ik naar binnenging, zag ik het meisje nog met een andere vrouw in de lift verdwijnen.
Ik zag mijn zusje rechtop zitten in haar bed, haar blonde haren waren in een losse vlecht gevlochten, ze had haar ogen gericht op de televisie die aan stond, MTV stond aan, het geluid van een intro van een serie vulde de kamer.
'Ben je er weer?' vroeg ze een beetje verveeld, ze keek me aan en zette de televisie wat zachter, toen ze me opmerkte.
Ik knikte en ging bij het voeteneinde op het bed zitten. 'Weet jij toevallig wie naast jou op de kamer ligt?'
Ze keek me nadenkend aan. 'Nee, hoezo?'
'Ik las op het bordje bij haar dat ze Roxanna Coldblood Shay heet.' antwoordde ik.
'Hmm... ik heb, toen ik een wandeling had gemaakt, van een paar zusters afgeluisterd dat ene Roxanna Shay al twee jaar in dit ziekenhuis heeft gelegen, in coma, door een of ander auto-ongeluk.' vertelde Kaylee. 'Maar bijna niemand heeft haar gezien. Haar doktoren letten goed op haar, ze had zelfs twee mannen, die leken op mannen van de geheime dienst, voor haar deur. Niemand ging er in, alleen de doktoren en een vrouw met twee jongens kwamen haar altijd bezoeken. Verder niemand.'
'Vreemd..'
'Hoezo wilde je dat weten?'
'Ik had haar gezien.'
De ogen van mijn jongere zusje werden groot, gigantisch zelfs. 'Heb je haar echt gezien? Dat is echt ongelofelijk, Cameron.'
'Hoezo?'
'Er wordt hier en daar gefluisterd dat ze de dochter is van Raymond Coldblood Shay. Een van de commandanten van de Amerikaanse luchtmacht.'
'En?'
'En dat is echt bijzonder! Haar vader is gewoon een van de commandant die mag bepalen wat de tactieken zijn van de luchtmacht en hij is bijna altijd in oorlogen... Ik bedoel dat is toch bijzonder? Ik wilde commandant Coldblood Shay al zo lang ontmoeten! Hij is een held!'
'Ik moet echt beter op jou letten. Waar spook jij de laatste tijd eigenlijk uit?' Met een zucht, plofte ik naast Kaylee neer op het bed.
Roxanna Coldblood Shay..
Ze is best interessant, leuke geschiedenis...
JE LEEST
The Bad Boy Next Door
Romance[ friendly reminder dat dit geschreven is in 2015 door een 12-13 jarige die pas begon met schrijven (en ja ik cringe hier echt enorm van) ] Het spel tussen Roxanna Coldblood Shay en Cameron Morgan is gevaarlijk. Exen, vriendschappen, familie en her...