Hoofdstuk 36

2.7K 109 15
                                    

Cameron

Ze knikte. "Maar wat als ik niet terug kom?"

Ik slikte. "Zeg dat niet." zei ik zuchtend. "Ik wil dat niet horen, Rox."

Roxanna legde haar hand op mijn wang en streelde die zachtjes met haar duim. "Ik wil je echt niet kwijt, echt niet." zei ze met een gebroken stem. "Ik kan 's avonds niet slapen als je niet bij me bent. Ik je niet bellen door de tijdverschillen en ik wil niet dat je weggaat. Ik kan niet zonder je arrogante opmerkingen en je grote ego. Ik heb je echt nodig."

Door die bijdehante opmerkingen die ze me leverde, zou ik haar nog meer missen. Ik veegde zachtjes met mijn duim een traan van haar wang. "Ik kan ook niet zonder jou. En ik wil dat niet. Ik kon er niet aandenken dat ik zonder je moet zijn. Je weet hoeveel pijn dat gaat doen, voor ons beide."

Ze knikte en keek naar de grond, te bang om nog verdrietiger te worden. "Als ik ga, zal ik altijd aan je denken, dat weet je."

Ik knikte. "Dat weet ik."

Roxanna verborg haar betraande gezicht in mijn shirt en omhelsde me steviger. "Ik wil je niet kwijt, Cameron." huilde ze.

"Rustig maar." zei ik terwijl ik haar haren begon te strelen. "We hebben nog drie weken de tijd om bij elkaar te blijven. Dat is lang genoeg om bij elkaar te blijven. Volgende week is de diploma uitreiking. We lopen dan gewoon samen met onze afstudeerhoed en toga, en worden trots op elkaar."

"Je hebt gelijk." zei ze knikkend.

Maar ik wist niet zeker of ik wel zonder haar kon. We waren pas weer samen en ik wilde eigenlijk dat ze niet ging en bij mij bleef. Voor altijd. Altijd bij mij. Ik kon niet zonder haar. Ik wist niet of ze met andere jongens ging als ze in Verona was.

Van binnen wilde ik schreeuwen dat ze niet weg moest gaan en bij mij moest blijven. Ze mocht niet naar Europa, naar de andere kant van de wereld. Ze mocht niet van me weg. Ze mocht niet naar Verona, ze moest bij mij blijven.

"Is er soms iets?" vroeg Roxanna's stem.

Ik keek haar aan en schudde mijn hoofd. "Nee." loog ik half. "Er is niets."

Natuurlijk is er iets! Zie je dan niet dat ik op het punt sta om in te storten?! Ik wil niet dat je gaat! Ik wil dat je blij mij blijft! Bij mij!

"Weet je het zeker?" vroeg ze verder.

Nee! Je staat op het punt me te verlaten en je vraag of het goed gaat? Nee. Nee, het gaat totaal niet goed. Mijn tranen kan ik bijna niet meer tegenhouden en ik word gek van binnen. Ik wil je niet kwijt! Echt niet!

Ik schudde opnieuw mijn hoofd. "Er is niets." loog ik weer met een glimlach.

Ze glimlachte naar me en legde haar hand op mijn wang. "We redden het prima." zei Roxanna. "Wij kunnen dit aan."

Een zucht perste ik tussen mijn lippen en kneep mijn ogen dicht. "Dat weet ik." zei ik knikkend. "Wij kunnen dit aan. Tenminste, dat hopen we maar." Ik glimlachte verdrietig naar haar.

"Wij kunnen dit." zei Roxanna. Ze kneep zachtjes in mijn handen en keek me aan met haar bruine kijkers. "We kunnen alles aan, als we samen zijn."

"Ik zal je wat vertellen." zei ik zuchtend terwijl ik haar aankeek. "Nadat ik je voor het eerst had ontmoet, en erachter kwam dat je mijn buurmeisje werd, was ik altijd er zeker van dat als ik wakker werd jou bij me had. Maar als ik wakker word over een maand, dan..."

"Dan wordt je wakker terwijl ik in Verona zit." zei ze met waterig ogen. "Dan ben jij hier en ben ik niet hier. En dan laat ik jou achter."

Ik glimlachte waterig naar haar. "Ik had altijd gedacht dat je altijd bij me in de buurt bleef en altijd er voor me was als ik je nodig had. Maar je zit dan meer dan 9600 kilometer van me af en dat ik kan ik echt niet aan. Ik kan niet zonder je. Echt niet. Ik kan echt niet zonder je. Ik hou van je."

The Bad Boy Next DoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu