Ik stond te wachten voor de deur van het kliniek waar Ellen vandaag voor de laatste keer zou zijn. Het was een lelijk gebouw, waar ik me echt niet op mijn gemak voelde. Dat Ellen hier zo lang had door kunnen brengen, onbegrijpelijk. Ik moest eigenlijk naar binnen, maar daar had ik niet zoveel zin in. Ik pakte mijn mobiel en sms'te (ik had namelijk geen WiFi) Ellen: "Ik wacht buiten". Nog geen minuut later ging de deur open en keek Ellen om de hoek. 'Noaa!!!' Ze rende op me af en we omhelsden mekaar. 'Gekkie ik wachtte al een kwartier binnen in de ontmoetingsruimte op jou! Zo typisch dat jij buiten wacht...' Ik grinnikte. 'Sorry.' 'Het maakt niet uit hoor. Jemig ik ben zo blij!!' Ellen keek met een stralende glimlach om zich heen. De zon scheen over het groene landschap en het was ongeveer 19*C. Een mooie eik spreidde zijn gebloemde takken boven ons uit. Ellen plukte een bloem en rook eraan. 'Ik ben zo blij dat ik weer normaal buiten kan rondlopen,' lachte ze. Ik lachte ook en we liepen richting de bushalte. 'Shit!!' riep ik uit. 'De bus rijdt net weg!!' 'Maakt niet uit toch?' zei Ellen vrolijk. 'We moeten een uur wachten,' zuchtte ik. 'Ohh, gezellig toch?' Ik keek Ellen bevreemd aan. 'Je bent echt positief geworden door dat kliniek hè?' Ellen knikte. We stonden bij de bushalte aan een rustige weg. Het kliniek stond ergens in de middle of nowhere. 'Maar hoe is het met jou?' vroeg Ellen toen. 'Goed,' zei ik voor een keer naar waarheid. 'Is Sams familie een beetje aardig voor je geweest?' 'Ja, zeker weten,' antwoordde ik. 'En hoe gaat het op school?' vroeg Ellen. 'Wel goed denk ik.' 'Waarom geef je van die kutantwoorden?' Ik keek haar verrast aan. 'Ik ben serieus eerlijk! Wil je horen dat het slecht met me gaat ofzo?' 'Nee oké,' gaf Ellen toe. 'Het verbaast me alleen een beetje. En het zou leuk zijn als je wat vertelt.' 'Oké,' zei ik. 'Ik moet voor geschiedenis een familiewerkstuk maken.' 'Oeii.' Ellen keek me met een medelijdende blik aan. 'Ik heb al gezegd dat ik dat niet ga doen. Maar ik heb dat wijf van geschiedenis sindsdien niet weer gezien want het viel uit.' Het bleef even stil. 'Heb je het wel verteld?' Ik knikte. 'Soort van.' 'Topper,' zei Ellen zacht en opnieuw volgde een stilte.
'Maar gaat het echt goed met je?' vroeg ze. Ik knikte. 'Ja. Écht.' 'Je hebt je dus niet meer- gesneden?' 'Ja,' zei ik. 'Wél gesneden?' riep Ellen verschrikt uit. 'Nee,' zei ik verbaasd. 'Ik heb me wel niet meer gesneden.' 'Gymnasium nerd,' mompelde ze. Ik grinnikte. Ellen schudde langzaam haar hoofd. 'Hopeloos geval.'
*paar week later*
'Wat vind je ervan?' vroeg Ellen terwijl ik rondkeek in ons appartement. 'Echt heel mooi,' zei ik. 'Heel mooi.' We hadden de afgelopen weken gewerkt aan ons appartement, en al zeg ik het zelf ik was trots op het resultaat. De kamer had een vierkante vorm. Als je de kamer binnenkwam keek je meteen door het raam vijf meter verderop naar buiten. Aan je rechterhand stond dan het kastje waar mama vroeger zo verliefd op was. Op het kastje stonden foto's. Als je voor het raam stond had je aan je linkerhand de bank, een lichtgrijze kleine bank. Tegenover de bank, dus naast mama's kastje, stond de tv. Als je op de bank zat was er aan je rechterhand een doorgang naar de keuken. De keuken was ongeveer twee meter breed en liep vier meter door naar achteren. Achter de doorgang naar de keuken was ook gelijk de doorgang naar onze slaapkamers. Rechts was de mijne en links die van Ellen. Mijn kamer had een lichtblauwe vloer en iets donkerder gordijnen. Mijn bed stond in de linkerhoek achterin en in de rechterhoek stond mijn kledingkast. Als je binnenkwam stond aan je rechterhand mijn bureau.
In Ellens kamer stonden een bed, een kast en nog een kast. Een gedeelte van mijn kleding zat namelijk ook in haar kast, want mijn kast was te klein.
Ellen en ik hadden eergister geshopt, omdat we al een paar maand geen kleding meer hadden gekocht. En we hadden het verdiend, vond Ellen. Ze was trots op zichzelf, merkte ik. Ze was trots omdat ze Jack niet meer zag, met de drugs gestopt was en omdat ze nu in een nieuw huis woonde en voor mij kon zorgen. En daarom was ik blij voor haar, want langzamerhand kreeg ze haar zelfvertrouwen en lef weer terug. En dat heb je nodig in deze wereld, anders kwijn je weg. Dat had ik eerder wel gemerkt.

JE LEEST
Terugval
Ficção AdolescenteStel: je bent 15. Je hebt geen ouders meer. Je woont alleen met je zus die een hekel aan je heeft. Je haat jezelf. Wat zou je doen? Noa koestert een grote haat voor zichzelf vanwege de ruzie die ze met haar moeder had voordat die omkwam bij een auto...