V schuld

108 2 0
                                    

Ik legde huilend het mesje weer weg en drukte een met bloed bevlekte tissue tegen mijn pols. Ik voelde de tranen over mijn wangen glijden en besefte dat ik zat te janken. Jezus, Noa, zit je nou serieus te janken om die sneetjes? Aansteller.

Ik greep een nieuwe tissue en gooide de vorige richting de prullenbak. Mis. Verdomme Noa, kun je niet eens een papiertje in de prullenbak mikken? Ik snapte heel goed dat Ellen een hekel aan me had; ik was nou eenmaal een kutwijf. Ik slaakte een zucht die gepaard ging met een snik. Jankerd. Aansteller. Kutwijf. Ruziemaker. Móórdenaar.

De dag dat het gebeurde begon zich geheel tegen mijn zin in als een film in mijn hoofd af te spelen.

Ik kwam thuis van school, was geïrriteerd door twee onvoldoendes die ik die dag net terug had gekregen. Ik smeet mijn tas op tafel. 'Noa, niet zo smijten,' zei mijn moeder. 'Jahaa,' zei ik. 'Wat zeg je?' 'Jahaa,' riep ik gefrustreerd uit. 'Wat zei je?' 'JA MAMA! Wanneer hou je nou eens op met zeiken?' 'Noa ik wil niet dat je zo tegen mij praat!' Mijn moeder had haar armen over elkaar geslagen en keek mij boos aan. 'Flikker toch op,' mompelde ik. 'Wát zei je?' vroeg mijn moeder met vlijmscherpe stem. 'Mens, flikker toch op!!' riep ik. 'Noa!!' riep nu ook mijn moeder. 'Nu doe je normaal! Ik ben notabene je moeder!' 'Nou en?' snauwde ik. 'Alsof dat mij iets kan schelen.' 'Noa!' bracht mijn moeder verbijsterd uit maar ik stampte naar boven.

Ik drukte mijn vuisten tegen mijn voorhoofd totdat de afdrukken van mijn knokkels in mijn slaap gegraveerd stonden en ik koppijn had.

Ik was zó stom.

Een rode vlek kleurde mijn donkergroene shirt viesbruingroen bij het uiteinde van mijn rechtermouw. Ik haatte mezelf meer dan ooit.

TerugvalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu