II herinnering

124 2 0
                                    

Ik zat aan de keukentafel en mijn hand verpulverde een stukje brood. 'Jij bent echt ongezellig de laatste tijd, Noa,' zei Ellen, mijn zus, terwijl ze de afwas van gisteravond uit de afwasmachine haalde met een halfopgegeten broodje kaas in de ene hand en haar mobiel waarmee ze naar haar vriend appte in de andere. Ik reageerde niet. En als ik wel gereageerd zou hebben, zou ik betwijfelen of ze het wel gehoord had. 'Fock!' riep Ellen ineens en met veel lawaai kletterde een pan op de grond. Mijn zus stampte gefrustreerd op de grond waarbij haar broodje uit haar hand vloog. Toen deed ze een stap achteruit en keek op de klok. 'Shit, al half acht?! Verdomme!! Noa, ruim die pan even op ik moet weg!' Ellen rende naar de gang en ik zuchtte. Even later liep Ellen haastig langs terwijl ze haar jas probeerde aan te trekken. 'Kutrits!' schreeuwde ze toen de rits in haar haar bleef vastzitten. Ze rukte de rits met een paar haren eraan los en sloeg toen de deur achter zich dicht. Zuchtend slenterde ik naar de prullenbak en gooide mijn halve broodje dat ik niet meer hoefde weg. Ik raapte de pan op en zette hem op het aanrecht. Toen ik naar de kamer liep viel mijn blik op een foto. Dé foto.

Ze lachten.

Ze keken naar mij met hun schitterende ogen en hun vrolijke glimlach.

Ze waren zo gelukkig samen.

Ik kneep mijn ogen dicht en wendde mijn hoofd van de foto op de muur af. Niet aan denken. 

TerugvalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu