Hoofdstuk 28: Medicijnen

760 65 14
                                    

Point Of View Hailey:

Als ik weer wakker word moet ik weer even nadenken waar ik ben. Het is opeens zo raar dat ik nu in een ziekenhuisbed slaap in plaats van mijn eigen bed. Aantal dagen geleden wist ik nog van niks. Een aantal dagen geleden dacht ik aan mezelf. Over hoe oud ik later zou worden. Over een man, kinderen, huis. Vriendinnen die langs komen om een kop thee te drinken op een zondagmiddag. Maar mijn toekomst is afgepakt, afgepakt door deze klote ziekte. Niet lang heb ik nog meer. Een week? Een maand? Een jaar? Wie weet. Het kan ieder moment afgelopen zijn. Stel, je slaapt en je word de volgende ochtend niet wakker. Dan is het laatste wat je tegen je ouders hebt gezegt: "welterusten". Hoe erg zou het zijn als ik niet eens afscheid kan nemen van mijn ouders? Van mijn broer, Alex. Van mijn liefste en beste vriendinnen? Dit gevoel maakt me zo verdrietig.

Ik merk op dat weer de tranen over mijn wangen rollen. Ik kijk opzij. Brad staart me aan. Hij glimlacht flauwtjes naar me. Opeens vliegt hij overeind en maakt hij kokhalsende geluiden. Ik spring uit bed en geef meteen het kartonnen bakje aan. Daarna komt alles eruit. Ik kijk snel weg, want ik kan er niet goed tegen. Ik druk op een knopje bij zijn bed en even later komt er een verpleegster binnen gelopen.

'Alles goed?' vraagt ze.

Wat denk je zelf? Ik druk op de knop. Oh ja hoor, dan is alles goed! Not.

'Nee.' zeg ik geërgert.

'Je bed terug in!' roept ze kwaad alsof ze mijn moeder is.

Ik wil net iets terug schreeuwen als de dokter binnen komt. Hij kijkt eerst even verbaasd maar dan zegt hij ook dat ik mijn bed moet liggen voordat ik straks weer omval van duizeligheid. Geërgerd klim ik mijn bed weer in.

Ook mijn ouders komen binnengelopen en gaan op de stoeltjes zitten.

'Ik heb de uitslag. We gaan je medicijnen toedienen met een infuus. Je krijgt ook chemo' zegt hij.

Ik slik. Chemo? Dan valt mijn haar uit. Iets waar ik niet blij mee ben.

'We willen vandaag meteen beginnen. Dus er komt straks iemand voor je en die legt je aan het infuus.' zegt de dokter en verdwijnt de gang weer in.

Ik kijk mijn ouders aan. Ze zien er niet uit, en het is niet beledigend bedoeld. Ik lig hier nou bijna al een week en mijn ouders zijn niet eens één keer naar huis gegaan.

'Misschien word het eens tijd om jullie op te frissen thuis.' zeg ik.

'Ja maar lieve schat,' zegt ze en loopt naar me toe. 'Stel dat je nou net... Je weet wel... Op het moment dat wij er niet zijn...'

'Mam! Zo snel gaat het nou ook weer niet. Misschien heb ik nog wel een jaar! Dat weten we niet.' zeg ik kwaad.

Mijn moeder lijkt geschrokken en zet een stapje achteruit.

'Sorry.' mompel ik. Mijn moeder draait zich om naar m'n vader.

'Laten we dan maar gaan.' zegt mijn moeder met een trillende stem.

Niet een keer omgedraaid te hebben of niet een keer nog oogcontact hebben gemaakt met me lopen ze de kamer uit.

Ik zucht diep. Ik ben de laatste tijd zo geïrriteerd aan alles en iedereen! Ik weet niet goed hoe het komt. Door de medicijnen kan het niet komen, want die krijg ik nog niet. Het blijkt wel zo te zijn dat je erg chagrijnig en snel boos word door die medicijnen. Ik hoop maar dat ik er niks van merk en dat ik me kan inhouden.

Een vrouw rond de dertig komt naar me toe gelopen met een rijdend infuus in haar hand. Ze heeft een lange witte jas aan. Haar blonde haren met hier en daar een zwart plukje zit in een staart. Ze heeft een kleine bril op haar neus.

'Hallo, ik ben Lydia. En jij bent Hailey, toch?' vraagt ze vriendelijk.

Ik haat het als mijn nemen al weten voordat ik hun naam weet. Maar ach, deze vrouw lijkt me aardig en misschien is het handig als ik haar te vriend houd.

'Ja.' zeg ik.

'Aaaa, ja, dat dacht ik al. Ik ben hier voor de medicijnen en ik kom iedere dag even langs om te kijken hoe het gaat met jou en de medicijnen,' zegt ze. 'Mag ik je hand?' vraagt ze.

Ik geef haar mijn linkerhand.

'Ik ga er een naald in stoppen. In het begin prikt het een beetje. Als ik dan de vloeistof aansluit en het komt binnen is het enigste gevoel dat het kietelt. Het doet geen pijn.' legt ze uit.

Ik knik alleen maar. Daarna voel ik de vlijmscherpe naald in mijn huid prikken. Dit doet wel pijn. Ik knijp mijn ogen dicht.

'Gaat het?' vraagt ze bezorgd.

'Ja, ja.' zeg ik alleen maar.

Ik kijk naar mijn hand en ik zie dat ze er al een groot stuk verband overheen heeft geplakt. Het kleurt een beetje rood. Bloed.

Lydia pakt het zakje waar het vloeistof in zit. Ze hangt het aan een haakje op en sluit allemaal buisjes aan. Dan zie ik dat de vloeistof door het buisje loopt naar mijn hand. Als het binnen komt voel ik het in mijn hand stromen wat echt een kietelend gevoel geeft. Ik schud een beetje met mijn hand, misschien helpt dat. Maar het word steeds erger.

'Dit is niet fijn.' zeg ik.

'Het gaat vanzelf weer over,' zegt Lydia. 'En owja, bijna vergeten. Ik ben ook je entertainer. Ieder patiënt onder de vijftien jaar heeft er een. Dus als je wilt kunnen we een spel spelen, of iets tekenen, of gewoon praten. Wat wil je doen?'

'Ik voel me eigenlijk niet zo lekker,' zeg ik. 'Ik heb niet zo veel zin om nu iets te doen.'

'Dat is prima hoor! Je moet je rust pakken.' zegt ze.

Opeens voel ik me misselijk. Ik begin te kokhalzen en Lydia pakt meteen het bakje. Dan spuug ik. Al het ziekenhuisvoer komt naar buiten. Ik klim uit bed en wil weg lopen, maar dan realiseer ik me dat ik vast zit aan het infuus. Ik loop naar mijn infuus en ik pak de ijzeren stang vast.

'Wat ga je doen?' vraagt Lydia die naar me toe komt en me helpt met het infuus.

'Even naar de badkamer.' zeg ik.

Iedere kamer heeft een eigen badkamer. Ik moet het delen samen met Brad. Maar dat vind ik geen probleem. In het badkamertje staat een wc, een douche en een wastafel.

Ik loop naar wc en ik scheur een stuk wc papier af. Dan loop ik naar de spiegel waar ik mijn mond af veeg. Dan pak ik een bekertje om mijn mond te spoelen. Want die kotssmaak is niet echt bepaald lekker.

Als ik weer terug in mijn bed lig zet ik de tv aan. Meteen krijg ik het nieuws te horen. De stem van de nieuwslezers is luid te horen in de kamer.

'De gymschool Gymnastic is vandaag helemaal afgebrand. De oorzaak is nog onduidelijk. Er zijn dertig gewonden gevallen die brandwonden hebben of rook hebben ingeademd. Niemand is in levensgevaar.'

Ik schrik op. Mijn ogen worden groot.

Mijn. Freaking. School. Is. Afgebrand.

▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪

Hoii!

Klein hoofdstukje vandaag weer. Ik doe nu gemiddeld 1000 tot 1200 woorden en dat vind ik wel een fijne lengte om te schrijven.

Ik vind jullie reacties en meningen altijd leuk om te lezen dus laat ze zeker achter!

Bedankt voor het lezen!

X Ilse
Comment / Vote ❤

▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪▪

A Short LifeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu