Hoofdstuk 61

2.2K 26 13
                                    


Ik ga op de grond zitten met mijn rug tegen de deur en bedek met mijn armen mijn ogen. Miljoenen tranen lopen over mijn wangen. Watervallen die langs mijn wangen naar beneden stromen. Flitsen van herinneringen van vroeger gaan voorbij. Hoe mijn vader altijd naar mij schreeuwde. Over hoe het mijn schuld was dat mama weg ging. Ik kon nooit wat goed doen. Alles wat ik deed was een last voor mijn vader. Een schande. Als ik iets vergat te doen of niet op zijn moment deed, werd er al naar mij geschreeuwd. Hij vond mijn bestaan al een last voor hem. Voor de wereld. Daarom ben ik zo snel als het kon bij Bella gaan wonen. Zo snel als het kon weg bij mijn oude huis. Weg bij mijn vader. Maar zelfs dat ging niet goed. Zelf zij kon het niet met mij uithouden. Wat als Matthy mij zat is? Waar moet ik dan heen? Meer herinneringen van vroeger komen voorbij. 'Doe niet zo ondankbaar, wees blij dat je überhaupt gister eten hebt gekregen.' 'Je broer en je moeder zijn weggegaan door jou.' 'Ik had gehoopt dat je nooit was geboren, door jou is mijn leven verpest...' Dat zijn meerdere dingen die hij naar mij schreeuwde als hij boos was. Bij elke flashback ontstaan er meer tranen in mijn ogen. Ik had deze herinneringen ver weggestopt, maar opeens komen ze weer terug. Waarom moeten ze weer terugkomen? Ik dacht dat ik ervan af was.

Ik word uit mijn gedachtes gehaald door geklop op de deur. "Lies, doe alsjeblieft open. Ik weet dat je hier zit." Hoor ik Milo zeggen. "Ga weg." zeg ik huilend. "Lies, het was echt niet de bedoeling om tegen je te schreeuwen." Zegt Milo lief. Ik negeer hem. Ik wil echt niet dat hij mij zo ziet. Wat moet hij wel niet denken van mij? "Lies, het was echt nooit mijn bedoeling om je te laten huilen. Ik werd alleen een beetje boos op Matt en reageerde het op jou af. Dat had ik niet moeten doen. Sorry Lies." Zegt Milo rustig en lief. Ik weet dat het nooit zijn bedoeling was om mij te laten huilen, dat had hij ook niet kunnen verwachten. Maar ik wil niet dat hij mij zo ziet. Of dat iemand mij zo ziet. "Lies, doe alsjeblieft open. Ik wil alleen maar weten of het goed met je gaat." "Het gaat goed, Milo. Echt. Dus er is niets om je zorgen over te maken." Zeg ik snikkend. Ik probeer het huilen te verbergen, maar het lukt niet. Tranen stromen nog steeds over mijn wangen. Ik hoor dat hij wegloopt, zijn voetstappen worden steeds vager. Ik moet nog harder huilen. Waarom moet ik zo tegen hem doen? Dat verdient hij echt niet.

"Hey, schatje." Hoor ik iemand na een tijdje opeens zeggen. "Liefje, wil je alsjeblieft opendoen?" Ik twijfel niet en doe voorzichtig de deur open. Als ik Matthy in de deuropening zie staan, rollen er weer tranen over mijn wangen. "Ach, schatje toch." Zegt Matthy, terwijl hij mij in mijn armen vliegt. Alles komt eruit. Alle frustratie en verdriet van vroeger. Alle herinneringen van vroeger gaan weer voorbij, waardoor ik nog harder moet huilen. Matthy wrijft over mijn rug om me gerust te stellen. "Liesje, alles komt goed." Zegt Matthy om me te troosten.

Matthy en ik zijn op bed gaan zitten en ik ben in zijn armen gaan liggen. Ik heb hem alles verteld over vroeger. Over hoe mijn vader altijd boos op me was. En dat ik daarom nu nog steeds niet goed tegen ruzies kan. Matthy reageerde echt heel lief. Heel begripvol. Matthy en ik knuffelen nog even in bed. We zouden eerst vanavond met z'n allen uit eten gaan, maar Matthy en ik hebben besloten om vanavond in het huisje te blijven. Dan bestellen we gewoon een pizza met z'n tweeën. "Matt, ik moet nog even wat doen. Ik ben zo terug." Zeg ik als ik me uit Matt zijn armen wurm. Het liefst was ik bij Matt blijven liggen, maar ik moet dit nog even doen. Ik loop naar beneden om Milo te zoeken. Hij zit op het balkon, te kijken naar het meer. "Milo?" zegt ik zachtjes. Ik ben een beetje bang dat hij heel boos op me gaat zijn. Ik negeerde hem, terwijl hij probeerde om me te helpen. "Lies..." zegt hij als hij zich om draait. Voordat hij wat kan zeggen geef ik hem een knuffel. "Sorry, Milo. Ik had echt niet zo tegen je moeten doen. Je deed zo lief en je wilde me alleen helpen, maar ik wilde niet dat je me toen zag..." "Hey hey, Lies. Het maakt niet uit. Ik had in eerste instantie al niet zo tegen je moeten doen." Ik geef hem nog een betere knuffel. "Dus, we zijn nog steeds vrienden?" vraag ik. "Tuurlijk zijn we nog steeds vrienden." Zegt Milo lief terug.

"Veel plezier en eetsmakelijk alvast." Zeg ik tegen de jongens als ze naar de taxi lopen. "Dankje, Lies. Jullie ook veel plezier." Zegt Raoul voordat hij de Taxi in stapt. "Dankje." Zeg ik terug. Als de taxi weg rijdt, doe ik de voordeur weer dicht. Ik loop naar de keuken en zet de waterkoker aan, zodat ik wat thee kan zetten. Op dat moment voel ik twee warme armen om me heen en krijg ik een kus op mijn haren. In mijn buik vliegen weer duizenden vinders rond. "Nu hebben we het rijk voor ons zelf." Zegt Matthy, terwijl hij mij nog steeds een knuffel geeft. Ik draai me om en kijk hem aan in zijn mooie blauwe ogen. Hij kijkt van mijn ogen naar mijn lippen. Miljoenen vlinders ontstaan er in mijn buik. Op dat moment voel ik zijn lippen op de mijne en beginnen we te zoenen...


Heeyy, ik hoop dat jullie het een leuk deel vonden?

Ik ben vandaag weer begonnen met school, dus dat kan wel gaan betekenen dat er misschien wat minder vaak een hoofdstuk online komt... Sorry daarvoor. Ik ga mijn best doen om zo vaak mogelijk een hoofdstuk online te zetten <3

Liefs Suus!

Ik heb je nodig // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu