Hoofdstuk 7

4.6K 48 5
                                    


"Goedenavond" zegt Matthy rustig terug. Ik snap niet hoe hij rustig kan blijven. Tijdens dat ik mezelf probeer rustig te houden, laat Matthy zijn rijbewijs aan de agent zien. "Weet u waarom u staande bent gehouden?" vraagt de agent. Ik heb wel een idee, misschien omdat hij op zijn telefoon zat. "Geen idee, meneer." Zegt Matthy. Weet hij echt niet waarom of doet hij alleen maar alsof. "Wij zagen u op uw telefoon zitten. Klopt dat?" Matthy kijkt mij aan en kijkt daarna weer terug naar de agent. "Ehh, volgens mij niet." Gaat Matthy nou liegen tegen een politieagent, blijkbaar. Nou ja hij zat er nog niet echt op, hij had zijn telefoon echt heel kort in zijn hand. "Mijn telefoon zat nog in mijn zak dus ik wilde het even ergens anders neerleggen. Dat zou u gezien kunnen hebben, maar ik heb er niet op gezeten." Zegt Matthy. Het klopt een soort van. "Oké." Zegt de agent. Het is even stil, maar daarna zegt de agent toch nog wat. "We laten u voor deze keer gaan met een waarschuwing, laat dit niet nog een keer gebeuren." Gelukkig, geen bekeuring. "Is goed, fijne avond!" zegt Matthy en hij doet zijn raam weer naar beneden. En we zien de politieauto weer wegrijden.

"Gaat het?" vraagt hij aan mij. Ik merk nu pas dat ik aan het trillen ben. Ik kan niet zo goed tegen dit soort situaties. Ik heb namelijk last van een angststoornis waardoor ik heel erg snel stress ervaar. Meestal krijg ik dan ook paniekaanvallen. Nu is het nog niet echt een paniekaanval, maar meer gewoon stress. "Lies?" Ik voel mijn ogen een beetje prikken. Ik wil nu niet huilen, ik ken hem nog maar net. Dat is raar. "Het gaat wel." Zeg ik. Eigenlijk gaat het helemaal niet. Om nu alles uit te leggen heeft toch geen zin. Matthy pakt uit zijn auto een flesje water, omdat ik steeds heftiger begin te trillen. "Het komt goed." Zegt hij op een rustige toon om mij te kalmeren. Ik merk nu ook dat ik ga hyperventileren. Ik wil dit niet en al helemaal niet nu. "Kijk me aan." Zegt hij en pakt mijn handen. "Adem rustig in en rustig uit." Ik probeer het maar ik merk nog steeds dat ik hoog in mijn ademhaling zit. "Wil je dat ik Raoul bel?" Ik knik en hij pakt zijn telefoon en belt Raoul. "Hey Roel, het gaat even niet zo goed met je zusje." "Wat is er dan?" "Weet ik ook niet, maar ze trilt heel erg." "Oh, mag ik haar even spreken." Hij geeft de telefoon aan mij. "Hey Lies, rustig in ademen. Houd even vast en adem rustig weer uit." We herhalen dit 3 keer en ik voel dat ik al ietsje rustiger word een weer een soort van kan praten. "D-d-dankje Roel." "Geen probleem Lies. Nu nog rustig proberen adem te halen. Tril je nog erg?" "J-ja best wel." "Weet je nog wat je moet doen?" "Ehh, ja." Ik beweeg een beetje met mijn handen en het helpt een beetje. Meestal duurt het bij mij sowieso langer voordat dat weg is. "Gaat het al wat beter?" "Beetje." "Weet je waardoor het kwam, Lies?" "Ehh, ik denk het wel." "Waardoor?" "We werden aangehouden, omdat de politie zag dat Matthy even op zijn telefoon zat om even te kijken wat jullie wilde. En ik denk dat het daardoor is gekomen." "En boete?" "Nee, alleen een waarschuwing." "Gelukkig maar. Niet gek dat je het daardoor kreeg. Zullen we als je weer thuis bent even praten." "Is goed Dankje Raoul." "Geen probleem Lies!" "Doei!" zegt Matthy en hij hangt op. "Zie je het nog zitten om naar de Mac te gaan of wil je terug." "Nee hoor, ga maar naar de Mac." "Zeker?" "Ja hoor." Ik tril nog een beetje en mijn ademhaling zit nog niet helemaal goed, maar dat komt wel zo meteen.

Matthy moet me nu wel raar vinden. Lijkt me ook niet heel gek, ik zou het denk ik ook wel bijzonder vinden als ik iemand zo gestrest zie doen over zoiets kleins. Ik voel me echt zo stom, waarom moet ik nou weer zo zijn. We rijden naar de Mac en Matthy bestelt alles. Als we naar het tweede raam rijden vraagt Matthy. "Gaat het al wat beter?" "Ja, ik denk het wel. Sorry voor net." Hij betaalt en rijdt naar het volgende raam. "Daar hoef je geen sorry voor te zeggen. Je kan daar toch niets tegen doen?" "Nee klopt, maar alsnog." Bij het volgende raam pakt hij alle tassen aan en geeft ze aan mij. Ik zet ze achterin en we rijden weer terug naar hun huis. Als we bijna terug zijn zegt Matthy: "Als er iets is kan je het altijd tegen me zeggen." Echt heel lief. "Is goed, dankjewel voor net nog." "Geen probleem, je had het nodig toch."

We lopen weer naar binnen en zetten de tassen op de tafel. "Waarom duurde het zo lang?" vraagt Milo. Ik kijk naar Matthy. "Ik werd aangehouden omdat ik op mijn telefoon zat. Maar geen boete." "Oh chill." "Dankje Matthy." Fluister ik in zijn oor. Hij geeft me een knipoog en we gaan zitten.

We delen het eten uit. Ik heb alleen maar een frietje. Eigenlijk heb ik helemaal gene trek, maar als ik niets neem word ik waarschijnlijk raar aangekeken. "Lies." Zegt Raoul tegen mij. Ik negeer het en eet mijn frietjes met moeite op. Ik heb nog maar 5 frietjes op en ik heb al genoeg.

Na het eten ruim ik de tafel af en ik hoor iemand achter me naar me toe lopen. Ik kijk en ik zie dat het Matthy is. "Heb je genoeg gegeten?" vraagt hij aan mij. "Ja hoor, ik heb niet zo veel trek." Zeg ik. Niet veel later zie ik dat Raoul ook komt aan lopen.


Hey ik hoop dat jullie het leuk vinden. Als jullie nog goede ideeën hebben, zet het dan in de reacties. Misschien vanavond nog een deel. Groetjes Suus!

Ik heb je nodig // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu