Hoofdstuk 5 ~ Emma Smith

964 29 8
                                    

Dit is mijn droom. Maar ik wil niet met een nog vreemde jongen naar Parijs. Ik heb zelf niet eens contact met die Noa gehad. Ik neem nog wel even de tijd om er over na te denken. Ik hoef toch nog niet 'a la minute' te kiezen. Ik stuur niks meer terug.

Na een paar minuutjes wordt er op de deur geklopt. Ik loop er naar toe en open hem. Ik zie dat Mo er staat en meteen omhels ik hem. Ik wilde hem daarmee bedanken dat hij helemaal naar me toe was gekomen, maar door deze, voor hem, onverwachte knuffel vallen alle spulletjes, die hij in zijn handen had, uit zijn handen.

"Sorry", zeg ik.

Hij lacht.

"Geeft niet"

We bukken allebei om de spulletjes op te pakken waardoor onze hoofden nog maar een paar centimeter van elkaar af zijn. Ik kijk hem diep in zijn ogen aan. Er zit een prachtige vrolijke glans in. Mijn blik daalt af naar beneden. Ik bekijk zijn lippen. Ze zien er zo kusbaar uit. Zijn mondhoeken krullen omhoog en ik glimlach daardoor automatisch mee. Veel tijd om er over na te denken heb ik niet, want zijn gezicht komt al dichter bij. Zijn lippen raken de mijne en een bom van vlinders ontploft in mijn buik. Zijn tong glijdt over mijn lippen en ik open gewillig mijn mond een stukje zodat zijn tong de mijne kan vinden. Onze tongen spelen een liefdesspelletje en ik ga helemaal op in de zoen. Nog nooit heeft een jongen mij zo betoverd met maar één zoen. Mo maakt, jammer genoeg, een einde aan onze zoen en pakt de spulletjes op.

Hij sluit de deur achter zich, aangezien we daar nog geen tijd voor hebben gehad. Hij zet ze, zonder een woord te zeggen, een voor een op het dichtstbijzijnde kastje en draait zich dan weer terug naar mij. Hij kijkt me met een grijs en een blik vol lust aan. Ik weet wel wat hij wilt. Maar ik weet ook dat ik dat niet wil. Ik ken hem amper. Ik had hem nooit moeten zoenen. Of hij mij. Mo loopt op me af en ik zet steeds als hij dichterbij komt een stapje naar achteren. Tot ik met mijn rug tegen de muur sta. Ik kan geen kant meer op. Zeker niet, nu hij aan elke kant van mij een arm tegen de muur heeft geplaatst. Zijn gezicht komt weer dichterbij en zijn lippen raken de mijne weer. Zijn tong gaat weer langs mijn lippen, maar ik besef me dat ik dit niet wil. Ik weet dat hij verder wilt gaan dan zoenen. Dat kan iedereen zien, aan die blik in zijn ogen. Ik hou mijn lippen op elkaar en zet mijn handen tegen zijn borstkas aan. Zachtjes duw ik Mo van me af. Hij trekt zijn hoofd terug en kijkt me vragend aan.

"Ik ken je nog maar net, en..." begin ik, maar ik word al snel onderbroken.

"Jij wilt dit ook" zegt Mo.

Hij zoent me weer en dit keer duw ik hem wat harder weg terwijl ik zeg dat ik het niet wil. Mo kijkt me nu met een blik vol lust, maar ook woede, aan. Waarschijnlijk omdat ik niet wil wat hij wilt. Nogmaals zoent hij mij, maar als ik hem weer weg probeer te duwen lukt het niet. Hij geeft nu kracht tegen. Hij gaat door en ik draai mijn hoofd weg. Ik voel een brandende pijn op mijn wang, wat betekent dat hij me heeft geslagen. Hij heeft mij geslagen. Boos, bang en verrast kijk ik naar Mo.

"Ik wil je," zegt Mo, "en het maakt me niet uit wat jij wilt"

De zin bezorgt een rilling over mijn hele lichaam. Hij heeft het gemerkt.

"Wees maar niet bang. Ik doe je geen pijn. Zolang je maar mee werkt en doet wat ik zeg, komt alles goed."

Hij maakt me bang. Wat is hij van plan? Hij zoent me en gaat met zijn tong langs mijn lippen. Ik open mijn mond een beetje zodat zijn tong naar binnen kan. Ruw duwt hij zijn tong naar binnen en meteen vechten onze tongen om dominantie. Mo wint. Ik had niet anders verwacht. Hij is veel sterker dan ik. Zijn handen, die eerst in mijn nek lagen, verplaatsen zich naar beneden, zonder dat hij de zoen onderbreekt. Zijn handen glijden langs mijn borsten en eindigen bij mijn heupen, waar ze de onderkant van mijn shirtje beetpakken. Nu verbreekt Mo wel de zoen en hij trekt mijn shirt in één beweging uit. Alsof hij dit dagelijks doet. Ik kijk hem bang aan. Ik wil dit niet.

"Stop", weet ik zachtjes uit te brengen.

Een traan verlaat mijn oog, en al snel volgen er meerderen. Een klap is het gevolg.

~

Ik wil wegrennen. De deur is niet op slot en Mo staat nu niet meer met zijn handen langs me omdat hij zijn handen moest gebruiken. Het maakt me niet uit dat mensen mij dan in mijn bh zien. Ik zit in een hotel. Er moet toch iemand zijn die me kan helpen.

Of moet ik, zoals hij zegt, mee werken. Dan kan ik na dit alles mijn mobiel pakken en de politie bellen, zonder dat ik door hem in elkaar geslagen word.

Wat kies jij?

Scars - Your Choice (Harry Styles Fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu