Hoofdstuk 33 ~ Emma Smith

550 18 6
                                    

“Ik denk dat ik maar eens naar huis moet gaan” zeg ik.

“Is het ver hiervandaan?” vraagt Anne,”Anders geef ik je een lift?”

“Nee, bedankt. Ik kan het prima lopen vanaf hier” zeg ik en ik sta op.

Als ik wil weglopen merk ik dat Harry mijn hand beet houdt en me tegenhoudt om weg te gaan. Ik kijk hem aan. Harry kijkt me smekend aan. Alsof ik op het punt sta hem voorgoed te verlaten.

“Rustig maar, ik kom wel weer terug” zeg ik lachend.

Het is ook echt net een klein kind.

“Wanneer?” vraagt hij.

“Hoe lang kan je zonder me?” vraag ik en ik steek mijn tong naar hem uit.

“Niet” zegt Harry en hij trekt aan mijn arm waardoor mijn hoofd nu nog maar een paar centimeter van de zijne af zit.

Harry drukt voordat ik nog iets kan in brengen zijn lippen op de mijnen en verbaasd blijf ik zo staan. Mijn ogen zijn nog wagenwijd open omdat ik een beetje ben geschrokken. Ik hoor iemand naast het bed overdreven kuchen en ik kijk op. Anne en Gemma zitten een beetje ongemakkelijk om zich heen te kijken wat er grappig uit ziet.

“Morgen kom ik terug” zeg ik vastbesloten, “als je thuis bent”

Harry kijkt droevig en knikt dan als, zoals ik al zei, een klein kind dat zijn zin niet krijgt. Ik lach er even om en duw dan de kinderwagen met Max erin naar voren richting de deur. Ik zeg iedereen gedag en loop richting de uitgang.

Godzijdank had ik mijn sleutel meegenomen anders kon ik nu niet naar binnen. Ik stop de sleutel in het sleutelgat en draai hem om. Ik open de deur en stap naar binnen. Thuis. Nouja, niet helemaal. Het is geen thuis zonder mama. Dat was het ook al niet echt meer sinds papa dood is. Maar nu is alles zo stil. Zelfs André mis ik nu. Ik loop naar de woonkamer en gooi mijn sleutels op tafel. Ik zet de radio zachtjes aan en besluit Max uit zijn kinderwagen te halen en hem in zijn bedje te leggen. Gelukkig wordt hij niet wakker. Ik zet mijn laptop aan en loop terwijl hij opstart naar de koelkast. Niks. Ja, de koelkast is vol. Maar er zit niet echt wat in. Ik loop naar de huistelefoon en toets de sneltoets van de pizzaboer in. Ja, we eten vaak pizza. Aten. Nu is er geen we meer. Ik slik.

“Hallo? Bent u daar nog?” hoor ik een dringende stem aan de andere kant van de lijn zeggen.

Blijkbaar had ik al een tijdje niet gereageerd.

“Ja sorry” zeg ik verward, “uh, kunt u één pizza Hawaï bezorgen?”

Ik geef het adres en bedank. Ik hang op en loop naar mijn laptop. Ik nee hem op schoot en plof neer op de bank. Ik zoek op Google op wat je allemaal moet doen voor een begrafenis. Er zijn duizenden, nee, miljoenen sites die me daarbij zouden kunnen helpen, maar ik heb geen zin om jaren lang bezig te zijn met het uitzoeken van de beste dus ik besluit de bovenste maar te nemen. Er staat precies wat je allemaal moet doen in welke volgorde. Dat is maar goed ook anders zou ik me echt geen raad weten.

Ik kies de dichtstbijzijnde locatie en een datum. De lichamen worden daar dan heen gebracht. Ik heb ze eigenlijk nog niet dood gezien. Ik weet ook niet of ik dat wel aankan. Ik loop naar de cd-kast van mijn moeder en glijd met mijn vingers over de hoesjes. Welke luisterde ze het meest? Ik heb geen idee. Ik ga op mijn hurken voor de cd-speler zitten en druk deze aan. De radio stopt en in plaats daar van hoor ik de cd die er nog in zat spelen. Ja, deze was het. Ik zoek naar het nummer dat ik wel duizend keer heb gehoord en als ik hem vind kijk ik op het hoesje hoe hij heet. Ik laat het nummer aan staan terwijl ik veder ga met de volgende stap. Ik pak het adresboekje van tafel en typ alle gegevens over van iedereen die er in staat. Ik zou niet eens weten wie iedereen is, maar blijkbaar zijn ze bekend dus ze zijn uitgenodigd.

Ik klap mijn laptop dicht en leg hem op tafel. Dat was wel weer genoeg voor vandaag. Ik ga languit op de bank liggen. Ik doe mijn ogen dicht en luister naar de muziek die me aan mijn ouders doet denken. Ik voel dat ik moet huilen en laat mijn tranen naar buiten. Er is toch niemand die me zo ziet. Af en toe veeg ik mijn wangen droog met mijn handen maar het heeft niet veel zin. Er komen toch wel weer nieuwe bij.

Ik schik als de bel gaat. Ik kijk door het keukenraam en zie een getinte jongen voor de deur staan. Mo. Ik raak in paniek en gooi water in mijn gezicht om weer rustig te worden. De bel gaat nog een keer en ik droog mijn gezicht en besluit toch maar open te doen.

“Uw pi.. Gaat het wel?” vraagt de jongen die duidelijk niet Mo is.

Ik knik en neem de pizza aan. De jongen noemt de prijs en ik geef hem wat geld. Ik heb geen idee hoeveel.

“Sorry, maar dat is niet gen...” begint de jongen.

“De rest is fooi” zeg ik en ik wil de deur dicht gooien.

De jongen houdt de deur open en ik kijk hem geschrokken aan. Wat is hij van plan? Ik deins achteruit.

 “Rustig maar! Ik wou alleen zeggen dat er nog twee euro bij moet” zegt de jongen.

 Ik haal opgelucht adem en geef hem nog wat geld.

 “Sorry, ik ben er niet helemaal bij met mijn hoofd” zeg ik.

 “Nee dat zie ik” zegt hij lachend.

Ik kijk de jongen beledigd aan en draai me om naar de spiegel. Zie ik er zo slecht uit? Ik schrik van mijn spiegelbeeld. Mijn mascara zit overal behalve waar het hoort te zitten en mijn ogen zijn rood.

“Nee zo bedoel ik het niet” zegt de jongen ingrijpend.

 Ik lach zwakjes. We staan ongemakkelijk in de deuropening.

 “Doei” zeg ik vraagachtig en voorzichtig.

 “Doei” zegt de jongen terug en ik sluit de deur.

Ik smijt de pizzadoos op tafel en laat me zelf op de bank vallen. Ik barst in huilen uit. Ik heb geen trek meer.

Scars - Your Choice (Harry Styles Fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu