Proloog

207 21 107
                                    

De gasten zien eruit alsof ze uit een tijdschrift komen. Marijn bekijkt ze zwijgend terwijl ze de bestelling van een van de jongens opneemt. Vanuit haar ooghoeken ziet ze hoe Ramon zijn vingers vanaf zijn mondhoeken omhoog duwt. Plichtsgetrouw glimlacht ze naar de groep, hoewel geen van hen haar enige aandacht schenkt.

'Ik wil mijn eten trouwens volledig vetvrij,' verkondigt een van de jonge vrouwen, wijzend naar het menu in haar hand. Met deze woorden bevestigt ze het stereotype beeld wat Marijn van haar heeft. De twee adolescenten zien er allebei uit alsof ze van haar eigen leeftijd zijn, maar dan oneindig veel chiquer gekleed. Hun make-up is verfijnd en hun lichamen zien eruit alsof ze niet weten wat het woordje "vet" betekent.

Marijn knikt en kijkt vragend rond. 'Is dat alles?'

Waarom kost het haar zoveel moeite om beleefd te blijven? Deze familie doet niks verkeerd. Ze genieten van een avondje uit en zij is hier om geld te verdienen. Dat ze eigenlijk dacht in de keuken aan de slag te gaan in plaats van te moeten serveren is niet hun fout.

Wat heeft ze aan haar koksopleiding als niemand haar laat oefenen?

'Neil, stop eens met dat gefilm,' zegt de oudste van de groep. Marijn gaat er door zijn voorkomen vanuit dat hij een vader is die zijn kinderen mee uit eten neemt. 'Je boyband overleeft het ook wel als je een avondje geen content maakt.'

'En daarom ben jij een Boomer,' zegt de jongen met het geverfde haar. Zijn gelaatstrekken zijn zo donker dat zijn witte haardos er schril tegen afsteekt. Hij is knap en dat weet hij.

De vader lacht: 'Ik heb onderzoek gedaan,' zegt hij. 'Strikt genomen hoor ik bij de Patatgeneratie.'

'Nee, dat klinkt lekker,' antwoordt een andere jongen.

'Prima, als ik een Boomer ben, zijn jullie Zoomers,' hoort ze de vader tevreden zeggen. Zijn kinderen gaan daar meteen luid tegenin.

Marijn glimlacht in zichzelf en loopt naar de keuken om de bestelling door te geven. Het gehakketak aan tafel geeft haar een huiselijk gevoel. Ze beseft dat het gezin waar zij toe behoort niet eens zoveel verschilt van deze groep.  

'Marijn, maak jij de drankjes klaar?' vraagt Ramon. Zonder op een reactie te wachten, draait hij zich om en begint anderen aan te sturen. Hij is een efficiënte souschef en de keuken heeft niet de ontplofte aanblik die Marijn zelf vaak weet te creëren. Misschien is ze er inderdaad nog niet aan toe om in de keuken van zo'n hoog aangeschreven restaurant te staan. Haar opleiding zal ze volgend jaar pas afronden.

Nadat ze het laatste biertje heeft getapt, loopt ze met een vol dienblad naar haar gasten. Met een half oog houdt ze haar andere tafels in de gaten en ze ziet dat daar een groep toe is aan een nieuw drankje. Ze weet dat ze vanavond aan haar stappen zal komen.

***

'Ik heb je in de gaten gehouden,' begint Ramon, 'en je hebt me niet teleurgesteld. Je klanten zagen er tevreden uit en ze werden netjes bediend. Als je wilt, mag je hier terugkomen.'

Marijn wordt warm van zijn woorden en glimlacht dankbaar. Door zijn complimenten voelt ze haar pijnlijke voeten haast niet meer.

'Mijn vakantie is bijna afgelopen,' antwoordt ze. 'Ik moet weer terug naar school.'

'Je kan altijd bij mij aankloppen als je een baan zoekt,' geeft Ramon aan. Hij maakt zijn schort los en bekijkt de inmiddels brandschone keuken. De eerste zonnestralen van de dag vallen door het raam en laten de donkere kringen onder zijn ogen duidelijk zien. 

Hoewel Marijn knikt, weet ze dat ze niet op zijn aanbod in zal gaan. Ze zoekt wat anders dan werken in een restaurant, helemaal nu ze de sfeer heeft geproefd. Het is er te afstandelijk en chaotisch.

'Ik zal je moeder mijn complimenten geven,' vervolgt Ramon. Marijn voelt haar gezicht betrekken omdat ze door die woorden met haar neus op de feiten wordt gedrukt. Ze is namelijk niet door haar eigen competenties in het vijf-sterrenrestaurant terechtgekomen. Maar zo gaat het in het leven, hoezeer ze dat ook wil ontkennen. Ze knikt slechts en neemt vervolgens afscheid van hem. Ramon loopt snel naar zijn auto.

'Roos,' hoort ze. Geschrokken keert ze zich naar de persoon die zich van de buitenmuur afdrukt en dichterbij komt. Ze kijkt de ander op haar hoede aan.

'Rosalie,' antwoordt ze zacht.

Ramon start op dat moment de motor en zwaait naar hen bij het wegrijden. Verslagen kijkt Marijn hem na.

'Ik heb op je gewacht,' gaat Rosalie verder. 'Je hebt me helemaal niet verteld dat je hierheen ging. Je vader wilde het me niet zeggen en daarom heb ik je moeder gebeld.'

'Stop daar alsjeblieft mee,' zegt Marijn. Maar ze klinkt niet krachtig genoeg en dat weet ze. 'En ik heet Marijn.'

'Rozemarijn, Roos, Marijn, wat is het verschil,' geeft Rosalie luchtig aan. 'Wij zijn de roosjes van de buurt, ik zal je altijd Roos noemen.'

Er trekt een huivering over Marijns rug. Zij vat die woorden tegenwoordig als een dreigement op.

Rosalie trekt zich niks van Marijns stemming aan en pakt haar arm vast.

'Ik zag dat je lopend kwam, dus ik heb de auto opgehaald. Het is niet veilig voor een meisje om midden in de nacht alleen over straat te lopen, zelfs niet in een dorp als Badena.'

'Heb... heb je de hele avond op me gewacht?' Marijn slikt als de betekenis van Rosalies woorden ten volle tot haar doordringt.

'Natuurlijk, gekkie.'

Willoos laat Marijn zich naar de auto trekken, maar haar gedachten ratelen. Rosalies gedrag is niet normaal meer te noemen. Waarom volgt zij haar naar een andere plaats? Ze vreest dat ze het antwoord al weet, want Rosalie is sinds hun jeugd aanhankelijk en dat is alleen maar erger geworden.

Het is niet voor niks dat zij zichzelf Marijn is gaan noemen en dat ze haar opleiding door middel van een grote donatie op een privéschool volgt. Ze maakt liever geen gebruik van haar moeders connecties, maar de opluchting die ze daardoor in het dagelijkse leven ervaart wint het van haar trots.

'Waarom ben je me hierheen gevolgd?'

'Omdat we beste vriendinnen zijn, ik kan niet zonder je,' antwoordt Rosalie op een duh-toon. 'Je bent zonder afscheid uit Florentijn vertrokken en ik was bang dat je vanaf Badena weer rechtstreeks naar school zou gaan.'

Marijn zucht, maar ontkent haar woorden niet. 'Mijn moeder woont hier,' probeert ze. 'Jij hebt hier geen familie wonen.'

'Ben je nu aan het opscheppen?'

Weer zucht Marijn en ze doet er vervolgens het zwijgen toe. Als het op woorden aankomt, kan ze niet tegen Rosalie op.

Hoe kan ze zich het beste van deze jeugdvriendin losweken? Volgende zomer heeft ze haar diploma op zak en daarom besluit ze ter plekke dat ze een jaar de tijd heeft om daar een gepast antwoord op te vinden.

De weg van de liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu