Hoofdstuk 21

4.1K 200 18
                                    

*** zie hierboven een foto van Dave ***

POV Nyls
Het was de nacht na mijn verjaardag. Ik was alleen in het bos. Ik was op een open plek, die heel mooi was en waarvan ik niet eens wist dat die bestond. De volle maan scheen mooi en vol boven me. Plots voelde ik een stekende pijn en viel ik op de grond. Ik kreeg steeds meer pijn, en de pijnlijke kreunen werden pijnlijke schreeuwen. Maar toen het voorbij was, voelde ik me anders, en vrij. Ik probeerde op te staan, en merkte dat ik vier poten had. Ik liep wankel naar het water toe, en zag dat ik een spierwitte vacht had, met twee helderblauwe ogen. Die blauwe ogen en witte vacht heb ik van Shannon. Die heeft de maangodin namelijk ook. Ze is alleen wat groter en heeft siersels op haar vacht. En ze kan praten in wolf vorm. Zonder de link te gebruiken of te grommen. En ik ben een jongen. Maar verder zijn we hetzelfde. Oh, en je bent nu als het goed is bijna net zo groot als je vader. Kaar je moet nog groeien, dus das niet gek. Wees is stil, joh. Ik krijg koppijn van je. Het is leuke informatie hoor, maar ik wil even genieten van dit moment. Mokkend sloot Alan zich af. Al snel had ik door hoe ik moest lopen, rennen, springen en zelfs zwemmen. Toen ik me uitschudde, begon ik rondjes te rennen om droog te worden. Ik sloot even genietend mijn ogen en voelde hoe de wind door mijn vacht heen waaide. Ik snapte wel waarom de meeste wolven graag in wolf vorm rondlopen. Maar omdat ik mijn ogen dicht had, knalde ik vol tegen een boom aan. En geloof me, dat doet pijn. Ik schudde mijn kop heen en weer. Toen ik het bos in keek, zag ik iemand staan. Ik snoof de geur op. Shit, dat is Sylvia! Nee, nee, nee! Godver, ik moet weg hier. Ik dook snel achter een rots. Ze kwam de open plek oplopen, en keek met genoegen naar de mooie volle maan. Ze zuchtte. Plots werden haar ogen groot. 'wattewat?! Wie ben jij?! Wat doe je in mijn hoofd?!' Riep ze verschrikt uit. Ik zag haar even later kalmeren, en ze ging zitten. Na een eindeloze stilte zij ze 'Nyls, ik weet dat je hier bent. Stacy heeft me alles verteld. Kom te voorschijn'. Ik slikte, maar besloot naar haar toe te komen. Ik stapte te voorschijn, en haar ogen werden even groot toen ze me zag. 'Word ik ook zo?' Vroeg ze toen. Ik knikte. Ze glimlachte 'ik vind het mooi, een witte vacht, met blauwe ogen. Zo wilde ik er altijd al uitzien'. Ik knikte. Sylvia zuchtte 'ik moet wachten tot de volle maan na mijn verjaardag. Wat nog 10 maanden duurt! Dat is niet normaal lang!'. Ik grinnikte van binnen. Die nacht hebben we via de midlink veel met elkaar gepraat, en hebben we een besluit genomen. Als Sylvia een wolf is, en Lynn nog niet terug is, gaan we haar zoeken.

POV Sylvia
Ik gaapte toen de wekker af ging. Ik zuchtte, wat meer slaap had me beter gedaan, maar ja. Ik ben een weerwolf, dus ik kan wel tegen weinig tot geen slaap. Maar toch wilde ik het liefste weer mijn bed in duiken om te slapen. Geloof me, de eerste is geen pretje. Plotseling zit je lang aan je huiswerk, en al dat soort dingen... Maar vandaag was een leuke dag, want we hadden een klassenuitje. Snel sprong ik uit bed en deed mijn ochtendritueel. Ja, zo noem ik al die dingen die je s'ochtends doet. Tandenpoetsen, haar doen, aankleden, eten, tas in pakken. Die dingen. Al snel zat ik op de fiets naar school. Tot mijn verbazing fietse ik sneller dan normaal en ondanks de tegenwind ging het gemakkelijk. Ja, dat komt door mij. Wacht maar, over een half jaar kan je ook in mij veranderen, dan heb je nog meer eigenschappen van een wolf! Deelde Stacy vrolijk mee. Toen ik op school aan kwam, was ik de eerste van mijn klas. Ik keek op mn horloge. We hadden nog een half uur voor de bus ging vertrekken! Geen wonder! Toch stond de bus er al. Ik zette mijn fiets in de fietsen stalling, en ging op een van de bankjes op het school plein zitten wachten op Katleen, mijn beste vriendin. Na een kwartiertje waren er al wat meer mensen, en zo ook Katleen. Zeist in ideële naast me op het bankje. 'Wat denk je dat we gaan doen?' Vroeg ik nieuwsgierig. Katleen begon te grijnzen 'misschien gaan we naar een survival-park! We moesten oudere kleding aan die vies mocht worden, toch?' Ik knikte. 'Of we gaan een saaie boswandeling maken...' Zuchtte ik. Katleen is gek op de natuur, en de bossen vind ze dus ook geweldig. Maar ik lééf tussen de bomen, ik zie ze elke dag. Dus voor mij is er niets aan, aan zo'n boswandeling. 'Een boswandeling is niet saai. Ik dacht dat jij van de natuur hield?' Merkte Katleen op. Ik knikte 'ik houd van de natuur, inderdaad. Het is alleen... Kijk, ik ben vorig jaar naar hier verhuisd,' verzon ik even snel 'maar ik woonde tot mijn elfde in de bossen. Ik had thuis les, en we hadden een groot huis, dat middenin een groot bos stond. Ik vind bossen hartstikke mooi, maar vandaar dat een boswandeling me niet zo heel geweldig lijkt'. Katleen knikte begrijpend. Meneer Zwaard, onze mentor, kwam aangelopen en ging voor de bus staan. Hij klapte in zijn handen en gebaarde iedereen naar hem toe te komen. Toen iedereen voor hem stond, zei hij 'ik heb niet verteld waar we naartoe gaan. Dat zal ik zo dadelijk in de bus vertellen. Ik zie dat iedereen eten en drinken mee heeft. Dat is goed. Je mobiel meenemen heeft geen zin, want waar we naar toe gaan daar hebben we geen bereik. Je zou er eventueel wel foto's mee kunnen maken, maar dat kan dan alleen in de bus want het is daar ook verboden om foto's te maken. Goed, ga in een rij staan voor de bus'. Iedereen wilde vooraan staan zodat hij of zij achterin kon gaan zitten. Ik ging gewoon ergens midden in de rij staan, en een voorheen mochten we de bus binnen. Meneer Zwaard, die trouwens ook bio docent is, schreef je naam op als je de bus instapte zodat hij kon kijken of iedereen er is. Toen iedereen in de bus zat sloten de deuren en gingen we op pad. Ik zat samen met Katleen bijna vooraan in de bus. 'Dus, ik zou gaan vertellen waar we naartoe gaan. Jullie mogen het gaan raden, en ik zal een paar kleine tips geven' zei hij grijnzend. Katleen was meteen nog vrolijker dan ze al was. Ze was super goed met raadsels, namelijk. 'Goed. Waar we heen gaan, daar hebben ze dieren'. 'We gaan naar de dierentuin!!' Riep Mike meteen door de bus heen. Meneer Zwaard schudde zijn hoofd. 'We gaan naar het Dilfinarium?!' Riep Melanie vragend. Weer fout. 'Oke, nog een hint. Het is een soort park, maar geen dierentuin, en er leven maar dieren van een bepaalde soort'. Iedereen riep nu van alles, maar weer was alles fout. 'Oke, goed. Laatste hint. Het ligt in een bos' zei meneer Zwaard. 'Avifauna!' Riep Sander. 'Nee oen, daar leven vissen, otters, vogels en kleine reptielen. Zwaard zei net dat het een diersoort is' reageerde Mike hierop. Plotseling veerde Katleen overeind 'ik heb het! We gaan naar Wolvenpark!' Riep ze uit. Meneer Zwaard knikte 'goed geraden, Katleen. We gaan inderdaad naar Wolvenpark'. Er overspoelde me een blij gevoel. In Wolvenpark fokten ze wolven, over het algemeen normale, maar ze hadden ook een paar bijzondere grote exemplaren. Weerwolven waren dat, maar dat wisten de mensen niet. Een van de mannen van onze roedel zat daar ook. Het was mijn opa. Ik ging wel eens naar Wolvenpark om hem te zien, maar eigenlijk mocht dat niet van mijn ouders. Ik vind het best zielig voor de weerwolven, maar ze hebben er wel een goed leven. Alleen kunnen ze nooit meer mens worden. Tenzij ze ontsnappen, maar dat gebeurd eigenlijk nooit. Na bijna drie kwartier te hebben gereden, kwamen we eindelijk aan. Zwaard liep naar de kassabonnen toe en een kwartiertje later stonden we allemaal binnen.

The special wolf-girl (voltooid)(herschrijven)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu